direct naar inhoud van 2.1 Provincie
Plan: bestemmingsplan Dedemsvaart Centrum, Markt 1-1a ('t Olde Postkantoor)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00159-VG01

2.1 Provincie

OMGEVINGSVISIE OVERIJSSEL

In de Omgevingsvisie en -verordening Overijssel (juli 2009) heeft de provincie haar visie, beleidskeuzes en uitvoeringsstrategie ten aanzien van het ruimtelijk-fysieke domein verwoord. De ambitie voor Overijssel is 'om een vitale samenleving tot ontplooiing te laten komen in een mooi en vitaal landschap. Een samenleving waarin alle Overijsselaars zich thuis voelen en participeren. Met bloeiende steden en dorpen als motoren voor cultuur en werkgelegenheid, ingebed in een landschap waarin wonen, natuur, landbouw en water elkaar versterken.'

Voor steden, dorpen en de hoofdinfrastructuur is het 'ontwikkelingsperspectief stedelijke omgeving' opgesteld. Het bereikbaar houden van de economische centra en het vergroten van de kwaliteit van woonomgevingen en bedrijfslocaties gelden als belangrijkste speerpunten binnen dit perspectief.

Binnen het ontwikkelingsperspectief voor de stedelijke omgeving wordt nog een onderscheid gemaakt. Het plangebied valt hierbij onder het perspectief 'dorpen en kernen als veelzijdige leefmilieus'. Dorpen kunnen vanwege hun specifieke karakteristieken een bijdrage leveren aan de ambitie om een breed spectrum aan woon-, werk- en mixmilieus te creƫren. De eigenheid van dorpen kan worden versterkt door de karakteristieke opbouw trouw te blijven en de verbinding met het omliggende landschap of historische structuren expliciet te maken, zoals esdorp, hoevenzwerm, wegdorp, ontginningslint en kanaaldorp. Zoals uit het volgende hoofdstuk blijkt, wordt bij de ontwikkelingen in het plangebied aangesloten bij de historische karakteristieken van dit gebied.

SER-ladder

1. Gebruik de ruimte die al beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie en/of door herstructurering beschikbaar kan worden gemaakt.

2. Maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om de ruimteproductiviteit te verhogen. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door benutting van de 'derde dimensie' (ondergronds bouwen en hoogbouw), door technische vernieuwingen en door multifunctioneel ruimtegebruik. Wet- en regelgeving en het daarbij behorende beleidsinstrumentarium dienen een verhoging van de ruimteproductiviteit te bevorderen.

3. Indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik voor de desbetreffende functie aan de orde. Daarbij dienen de verschillende relevante waarden en belangen goed te worden afgewogen in een gebiedsgerichte aanpak.

Bij nieuwbouw gaat de provincie uit van de zogenaamde 'SER-ladder'. Dit is een door de Sociaal Economische Raad (SER) ontwikkeld instrument om verrommeling van het landschap tegen te gaan. In het voorgaande kader zijn de drie 'treden' van de SER-ladder aangegeven. De (her)ontwikkeling van het 't Olde Postkantoor valt onder de eerste trede van de SER-ladder. Er is immers sprake van een bestaand bebouwd gebied dat door middel van herstructurering beschikbaar wordt gemaakt voor nieuwe functies.

De provincie heeft de ambitie om een kwaliteitsontwikkeling in gang te zetten waarbij elke ontwikkeling bijdraagt aan de kwaliteit van de leefomgeving. Hierbij speelt de ruimtelijke kwaliteit een belangrijke rol. Voor het behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit zijn essentiƫle gebiedskenmerken het uitgangspunt. Deze kenmerken zijn opgenomen in de Catalogus Gebiedskenmerken. De provincie hanteert hierbij een lagenbenadering. In totaal zijn er vier lagen te onderscheiden: een natuurlijke laag, een laag van het agrarisch cultuurlandschap, een stedelijke laag en een lust- en leisurelaag. Voor het plangebied is de stedelijke laag van belang.

In de stedelijke laag valt het plangebied onder de categorie 'historische centra, binnensteden'. De ambitie van de provincie hierbij is om te komen tot vitale stads- en dorpscentra met een gevarieerd functioneel en ruimtelijk beeld. Als er ontwikkelingen plaatsvinden, dan dienen deze bij te dragen aan het behoud en de versterking van de mix van functies. Hierbij kunnen cultuurhistorisch waardevolle en beeldbepalende gebouwen, waar nodig, een nieuwe functie krijgen. De ontwikkeling in het plangebied sluit aan op deze ambitie.