direct naar inhoud van 4.3 Ecologie
Plan: Hardenberg, Sportboulevard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00029-VG01

4.3 Ecologie

4.3.1 Onderzoek

Door ARCADIS is een Quickscan Flora- en fauna uitgevoerd in november 2008. Zie Bijlage 4 Quickscan Flora- en faunawet Jan Weitkamplaan ZZ te Hardenberg voor de gehele rapportage.

Binnen een straal van 4 kilometer rondom het plangebied liggen geen Natura 2000- gebieden. Hierdoor is het niet noodzakelijk een risico-inschatting te maken van mogelijke negatieve effecten van de geplande activiteiten op Natura 2000-gebieden. Significante negatieve effecten kunnen bij voorbaat uitgesloten worden.

Het plangebied ligt nabij de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS), zoals op afbeelding 3 zichtbaar is. Het plan dient daarom te worden getoetst aan het beschermingskader van de PEHS. In dit rapport wordt aangegeven of negatief effect op de EHS kan worden uitgesloten, of dat verder onderzoek noodzakelijk is.

Het is eveneens noodzakelijk om het plan te toetsen aan de Flora- en faunawet. Deze wet regelt de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren.

Het onderzoek bestaat uit een veldbezoek en uit literatuurstudie. Het veldbezoek vond plaats in de vorm van een habitatgeschiktheidsbeoordeling. Een dergelijke beoordeling is een veldonderzoek waarbij op grond van fysieke kenmerken van het terrein een indicatie verkregen wordt van het (mogelijk) voorkomen van beschermde planten- en diersoorten. Het veldonderzoek vormt samen met de beschikbare gegevens van het Natuurloket en beschikbare literatuur de basis van de quickscan.

4.3.2 Conclusies

Soortenbescherming

  • In het gebied komen soorten voor die door de Flora- en faunawet worden beschermd.
  • Door naleving van het ecologisch protocol (zie hieronder) kan een deel van de negatieve gevolgen voor beschermde soorten voorkomen of beperkt worden.
  • Niet alle schade is te vermijden, waardoor voor enkele zoogdieren en amfibieën verbodsbepalingen worden overtreden. Voor bepaalde zoogdieren en amfibieën gelden vrijstellingen (zie het onderzoeksrapport).
  • Er dient echter wel nader onderzoek te worden gedaan naar het voorkomen van vleermuizen, (gier)zwaluwen en bosuil in gebouwen/bomen en, wanneer aanwezig, hun gebruik van het plangebied. Voor vleermuizen en vaste verblijfplaatsen van gierzwaluw en bosuil geldt geen vrijstelling. In dit onderzoek kan, zonder extra inspanning, ook gekeken worden naar verblijfplaatsen van de huismus.
  • Vaste verblijfplaatsen van vleermuizen en gierzwaluwen zijn jaarrond beschermd. Bomen die gekapt worden, moeten geïnspecteerd worden op het voorkomen van vleermuizen. Indien deze verblijfplaatsen aangetroffen worden in het plangebied en schade niet voorkomen kan worden, dient er een ontheffing te worden aangevraagd.
  • Voor de vrijgestelde soorten en niet beschermde soorten blijft wel de zorgplicht gelden. Aan de zorgplicht kan worden voldaan door tijdens de uitvoering de maatregelen uit het ecologisch protocol te volgen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00029-VG01_0004.png"

De ligging van planlocatie ten opzichte van de EHS, Bron: website LNV

Gebiedsbescherming

Er worden geen effecten verwacht op beschermde gebieden, gezien de ingesloten ligging en de afstand tot het Natura 2000-gebied en de EHS.

Vervolgstappen

  • Wanneer de bebouwing aan de Jan Weitkamplaan in de planvorming voor sloop in aanmerking komt, dan dient er aanvullend onderzoek plaats te vinden naar het voorkomen van vleermuizen (winterverblijfplaats, paarverblijfplaats, kraamkolonie) en gierzwaluwen (half mei – half juli) in de betreffende bebouwing.
  • Er dient nader onderzocht te worden of vleermuizen gebruik maken van de grote populieren aan de west- en noordzijde van het plangebied wat betreft verblijfplaatsen en vliegroutes.
  • Mogelijk wordt de holte in de populier aan de westzijde niet door vleermuizen maar door vogels als vaste verblijfplaats gebruikt (dit kan bij hetzelfde onderzoek worden vastgesteld).
  • Dit onderzoek moet zeker een jaar voor het begin van de werkzaamheden worden opgestart. Ook gelet op de procedure voor eventueel noodzakelijke ontheffingen.
4.3.3 Aanvullend ecologisch onderzoek

Arcadis heeft in november 2008 een quickscan natuurtoets uitgevoerd in het plangebied en aangegeven dat nader onderzoek noodzakelijk is ten aanzien van broedvogels met jaarrond beschermde nesten en vleermuizen. Ecogroen Advies heeft op het verzoek van de gemeente Hardenberg dit aanvullend onderzoek uitgevoerd. Doel van het aanvullend onderzoek is vaststellen of vaste verblijfplaatsen van vleermuizen en broedvogels met jaarrond beschermde nesten in de bebouwing of groenelementen aanwezig zijn. Er is beoordeeld of sloop of kap negatieve effecten hebben op de strikt beschermde vleermuizen en broedvogels met jaarrond beschermde nesten en overige juridisch zwaarder beschermde soorten.

Conclusies

De belangrijkste conclusies zijn hieronder weergegeven.

In de bebouwing en te kappen bomen zijn in 2010 geen (vaste) verblijfplaatsen van vleermuizen aangetroffen. Sloopwerkzaamheden die vóór circa half maart 2011 uitgevoerd worden kunnen -vanuit het oogpunt van vleermuizen - zonder nadere voorwaarden plaatsvinden. Indien de sloopwerkzaamheden na half maart 2011 worden uitgevoerd, is het van belang rekening te houden met de mogelijk (her)vestiging van vleermuizen in de toekomst

De strikt beschermde Veldspitsmuis is na onderzoek met lifetraps niet aangetroffen en niet te verwachten in het plangebied. Er zijn binnen de invloedsfeer van de plannen geen jaarrond beschermde nesten van broedvogels aanwezig of te verwachten.

Het onderzoek "Aanvullend ecologisch onderzoek Jan Weitkamplaan, Hardenberg" d.d. 18 oktober 2010 is als Bijlage 5 Nader onderzoek vleermuizen en broedvogels bij deze toelichting gevoegd.

4.3.4 Quickscan natuurtoets boscomplex J. Weitkamplaan, Hardenberg

Aan de zuidrand van het plangebied ligt een bossingel. Ten behoeve van dit bestemmingsplan is aan Ecogroen Advies gevraagd om de vitaliteit en waarde van de bomen te inventariseren. Het plangebied bestaat uit een bosje, een rijbeplanting en zes solitaire zomereiken. Deze zes solitaire bomen groeien op de grens of vallen geheel binnen het plangebied. De bomen in het bosje zijn ongeveer 45 jaar oud en zijn grotendeels zomereiken. Het bosje is monotoon maar stabiel en vitaal en zorgt voor een afscheiding van het bedrijventerrein. Deze zomereiken zullen onder normale groeiomstandigheden nog lange tijd vitaal en stabiel blijven. De lijnbeplanting is ook ongeveer 45 jaar oud en bestaat uit populieren en essen. De populieren zullen onder normale omstandigheden nog een aantal jaren vitaal blijven, maar kunnen op den duur gevoelig worden voor (tak)breuk. De kwaliteit van de essen is vergelijkbaar als met die van de eiken in het bosje. De zes solitaire eiken zijn ongeveer tussen de 80 en 100 jaar oud. Gezien hun leeftijd en kwaliteit worden zij als waardevol gekenmerkt.

Vier van de zes bomen vallen in het gebied waar de sportfuncties een plek krijgen. Bij de aanleg van de Sportboulevard worden de zes waardevolle bomen ingepast. Voor een volledige beschrijving wordt verwezen naar de in de Bijlage 6 Quickscan natuurtoets boscomplex Jan Weitkamplaan opgenomen notitie 'Quickscan natuurtoets boscomplex J. Weitkamplaan, Hardenberg'.