direct naar inhoud van 4.2 Archeologie
Plan: Hardenberg, Sportboulevard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00029-VG01

4.2 Archeologie

Advies

Op 23 juli 2008 heeft Het Oversticht archeologisch advies uitgebracht voor de geplande ontwikkeling van de sportboulevard. Het advies is gebaseerd op de richtlijnen van de provincie Overijssel. Conclusie is dat archeologisch onderzoek uitgevoerd moet worden om duidelijkheid te krijgen over de precieze archeologische (verwachtings)waarde. Dit onderzoek bestaat uit een uitgebreide bureauonderzoek gecombineerd met een booronderzoek.

Onderzoek

Door ARCADIS is in november 2008 een inventariserend veldonderzoek (IVO) uitgevoerd. Het IVO bestaat uit een bureauonderzoek en een booronderzoek. Het onderzoeksdoel van het booronderzoek is het aanvullen en toetsen van het verwachtingsmodel uit de bureaustudie.

Het verkennend booronderzoek is gericht op het aanwijzen van archeologisch kansarme en kansrijke zones binnen het plangebied. Hiertoe wordt gekeken of de lagen waarin archeologische resten worden verwacht intact zijn.

Het gaat hier met name om de vraag of het dekzandpakket (A-, E-, B- en top C-horizont) nog intact is. Wanneer een intact bodemprofiel of archeologische indicatoren worden aangetroffen zal een karterend booronderzoek worden uitgevoerd.

De conclusies van het IVO zijn richtinggevend voor eventueel vervolgonderzoek. Op voorhand kon gesteld worden dat door de aanwezigheid van een dekzandrug en een beek archeologische sporen (bijvoorbeeld jachtkampen met vuursteenverspreidingen, haardkuilen et cetera) uit het paleolithicum en mesolithicum worden verwacht.

Verwacht wordt dat in de bodem resten van de gedempte beek Slotgraven aanwezig zijn op de locatie, zoals staat weergegeven in de Grote Historische Atlas. Voor het neolithicum, bronstijd en ijzertijd geldt dat door de aanwezigheid van een dekzandrug en een beek het gebied aantrekkelijk was voor vestiging en landbouw. Archeologische sporen uit deze periode kunnen bestaan uit bewoningssporen. Verwacht wordt dat indien aanwezig, deze archeologische waarden zich in de top van het dekzand bevinden. In relatie met middeleeuws Hardenberg kunnen ontginningssporen en nederzettingsporen uit deze periode worden verwacht. Er is een algemene verwachting voor wat betreft periode en vondstcomplex.

Conclusies en aanbevelingen

Tijdens het booronderzoek zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. De bodem laat een verstoorde opbouw zien. Onder de bouwvoor zit een verstoorde gevlekte laag. Daaronder zit in een aantal boringen een veen- en kleipakket. Dit zijn beeksedimenten die zijn gerelateerd aan de gedempte beek Slot Graven. Dit duidt op de aanwezigheid van een beek of crevasse of een andere waterloop. Omdat de lagen waarin archeologische waarden worden verwacht zijn verstoord, wordt aangenomen dat de eventueel aanwezige archeologische waarden eveneens zijn verstoord. De behoudenswaardigheid van het plangebied is derhalve laag.

Gevolgen voor het bestemmingsplan

Op basis van bovenstaande kan geconcludeerd worden dat er geen nader onderzoek uitgevoerd hoeft te worden. En dat het aspect archeologie geen belemmering vormt voor de voorgenomen plannen.

Aangezien dit onderzoek heeft uitgewezen dat eventueel aanwezige archeologische waarden zijn verstoord, hoeft geen regeling ter bescherming van archeologische waarden opgenomen te worden.

Wanneer onverhoeds toch archeologische waarden worden aangetroffen tijdens grondwerkzaamheden, dan dient dit direct te worden gemeld aan het bevoegd gezag.

Het ARCADIS Rapport: 'Inventariserend veldonderzoek Archeologie Jan Weitkamplaan Hardenberg' van 15 november 2008, is als Bijlage 3 Inventariserend veldonderzoek Archeologie Jan Weitkamplaan Hardenberg bij deze toelichting gevoegd.