Plan: | Stadsrandzone strook Vaneker |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0153.20110747-0003 |
Bestemmingsplannen zijn bindend voor overheid en burger. Enerzijds kan de gemeentelijke overheid naleving van bestemmingsplannen afdwingen (optreden tegen strijdig gebruik en/of bebouwing). Anderzijds vormt het bestemmingsplan ook het juridisch kader voor de burger waaruit kan worden afgeleid wat de eigen bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn, maar ook wat de planologische mogelijkheden in juridische zin zijn op percelen in de directe omgeving. Het bestemmingsplan geeft immers de gewenste planologische situatie voor het betreffende gebied binnen de planperiode aan.
Het ontwikkelen van beleid en de vertaling hiervan in een bestemmingsplan heeft weinig zin, indien na de vaststelling van het bestemmingsplan de regels van het plan niet gehandhaafd (kunnen) worden. Daarom is het belangrijk al bij het opstellen van een bestemmingsplan aandacht te besteden aan de handhaafbaarheid van de opgestelde regels. Hierbij is een aantal punten in het bijzonder van belang:
Een handhaafbaar bestemmingsplan is een bestemmingsplan dat zich goed leent voor het bereiken of het beschermen van gewenste beleidsdoelstellingen en is een goede basis voor eventuele sanctionerende maatregelen. Bij de ontwikkeling van het bestemmingsplan "Stadsrandzone strook Vaneker” hebben, vanuit het oogpunt van effectieve handhaving bezien, de volgende vragen centraal gestaan:
Met het oog op de toets- en handhaafbaarheid van dit bestemmingsplan is in de planregels onder meer aangegeven wat in ieder geval tot een gebruik in strijd met de bestemming moet worden verstaan. Met de inwerkingtreding van de Wabo op 1 oktober 2010 is het algemeen verbod op gebruik van gronden in strijd met de bestemming in artikel 7.10 van de Wro komen te vervallen. In plaats daarvan is nu in artikel 2.1 Wabo geregeld dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning gronden in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken, waarbij onder gebruik zowel gebruik "in enge zin" als bouwen of aanleggen moet worden verstaan. In aanvulling daarop is in artikel 7.2 Wro een nieuw algemeen gebruiksverbod geïntroduceerd voor activiteiten die niet onder de werking van artikel 2.1 Wabo vallen.
Tevens is in de planregels een eenduidige regeling opgenomen voor het medegebruik van woningen voor de uitoefening van beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten en is bij afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden zoveel mogelijk het afwegingskader aangegeven.