Plan: | Het Bijvank Noord |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0153.20110198-0004 |
Afbeelding 7: Situatie voor herstructurering
De Brinken worden in de huidige situatie globaal omsloten door de Wesselerbrinklaan, Het Bijvank, de Geessinkweg en de Rhaanbrink. Het Bijvank is bestempeld als erftoegangsweg met als doel een ontsluitingsfunctie te bieden voor de wijk. De Piksenbrink, Sibculobrink (gelegen binnen de buurt Het Bijvank Noord), Pollenbrink en de Rhaanbrink zijn tevens bestempeld als erftoegangsweg, echter dienen deze als een ontsluitingsfunctie voor de gevestigde (circa 600) woningen aan de betreffende Brinken. Het gedeelte van de Rhaanbrink dat aan de noordzijde van het plangebied grenst, voorziet in een ontsluiting van een aantal woningen ten noorden van het plangebied. De Brinken sluiten in de huidige situatie middels een gelijkwaardig kruispunt aan op Het Bijvank, waarbij de verkeersregel “alle verkeer van rechts heeft voorrang” in werking treedt.
In het Mobiliteitsplan 2004 – 2015 van de Gemeente Enschede is een categoriseringsplan opgenomen van alle openbare wegen binnen de gemeente. Hieruit blijkt dat de Wesselerbrinklaan en de Geessinkweg zijn bestempeld als zogenoemde 'verkeersaders', waarop de doorstroming prioriteit heeft. Nieuwe aansluitingen op verkeersaders dienen ten behoeve van een goede doorstroming zoveel mogelijk beperkt te worden.
Afbeelding 8: Situatie na herstructurering
In de huidige situatie zijn op de Piksenbrink, Pollenbrink, Sibculobrink circa 600 woningen aanwezig. Het toekomstige plan voorziet in een daling van het aantal woningen, waardoor uiteindelijk circa 360 woningen blijven bestaan en verdeeld worden over het gebied.
Verkeersgeneratie en verkeersstromen
Het plangebied wordt in het toekomstige plan opgesplitst in een noordelijk en zuidelijk deelgebied, waarbij in elk deel circa 170 woningen aanwezig zijn. Ten opzichte van de huidige situatie zorgt de daling van het aantal woningen en de interne splitsing in deelgebieden voor een wijziging van de verkeersstromen in en rondom de wijk Het Bijvank.
Door de opsplitsing worden in het noordelijke deel circa 60 woningen (300 tot 360 ritten per dag) ontsloten via het kruispunt van de parallelweg bij de Rhaanbrink met de Geessinkweg. De overige circa 110 woningen (550 tot 660 ritten per dag) worden ontsloten via het nieuwe kruispunt Sibculobrink met de Wesselerbrinklaan. Gemotoriseerd verkeer is enkel toegestaan in zuidelijke richting. Het kruispunt voorziet alleen in een doorsteek van de middengeleider voor langzaam verkeer.
In het zuidelijk deelgebied worden circa 85 woningen (425 tot 510 ritten per dag) ontsloten via het nieuwe kruispunt van Het Bijvank met de Geessinkweg of via andere wegen in de wijk. De overige circa 85 woningen (425 tot 510 ritten per dag) worden ontsloten via het kruispunt van Het Bijvank met de Wesselerbrinklaan of via andere wegen in de wijk.
Door zowel een nieuwe aansluiting van Het Bijvank op de Geessinkweg als de nieuwe (gedeeltelijke) aansluiting van de Sibculobrink op de Wesselerbrinklaan is in beide deelgebieden een wegafsluiting noodzakelijk. Dit heeft tot gevolg dat doorgaand verkeer door de wijk voorkomen wordt en dat (interne) verkeersstromen in de wijk veranderen. Niet alleen bewoners wonende in het plangebied, maar ook in omliggende Brinken, moeten in de toekomst mogelijk een andere route van/naar de eigen woning kiezen.
Ten opzichte van de huidige situatie neemt over het gehele plangebied, door de daling van het aantal woningen, de hoeveelheid verkeersbewegingen af. In de Brinken en op Het Bijvank zal de verkeersintensiteit afnemen. Op de kruispunten Geessinkweg met de parallelweg bij de Rhaanbrink, Het Bijvank met de Geessinkweg en de Wesselerbrinklaan met de Sibculobrink zal de verkeersintensiteit toenemen.
Verkeerskundig gezien kunnen genoemde wegen de verwachte verkeersdruk aan, mits aanpassingen en maatregelen aan de openbare ruimte uitgevoerd worden om de verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid te garanderen.
Ontsluitingsstructuur en nieuwe aansluitingen
Met als doel een duidelijke wijkstructuur te creëren zijn nieuwe aansluitingen (kruispunten) op omliggende verkeersaders noodzakelijk bevonden en opgenomen in de ontsluitingsstructuur. Vanuit verkeerskundig oogpunt zijn nieuwe aansluitingen op omliggende verkeersaders (Geessinkweg en Wesselerbrinklaan), waarop de doorstroming prioriteit heeft, niet wenselijk. Het geeft verstoringen in het omliggende verkeersnetwerk, maar zorgt ook voor een verbetering in de ontsluitingsstructuur van een (deel van een) woonwijk.
Naast deze verstoringen maken nieuwe aansluitingen ongewenst doorgaand verkeer door de wijk mogelijk. Dit is zeer ongewenst en kan enkel voorkomen worden door een nieuwe aansluiting te combineren met een wegafsluiting.
Zodoende is in het noordelijk deelgebied een nieuwe aansluiting opgenomen van de Sibculobrink op de Wesselerbrinklaan inclusief een wegafsluiting in de wijk. Op het kruispunt met de Wesselerbrinklaan geldt dat alleen aanvoer vanuit noordelijke richting en afvoer in zuidelijke richting mogelijk is voor gemotoriseerd verkeer. Voor langzaam verkeer (voetgangers en fietsverkeer) is een oversteek van de Wesselerbrinklaan, met een veilig wachtmoment in de middenberm, mogelijk.
In het zuidelijk deelgebied komt een nieuwe aansluiting van Het Bijvank op de Geessinkweg met een wegafsluiting ter hoogte van de schoolomgeving. De afsluiting bij de schoolomgeving dient op detailniveau verder te worden uitgewerkt. Hier spelen namelijk meerdere verkeerskundige aspecten een belangrijke rol, zoals verkeersveiligheid en bereikbaarheid, in samenhang met de bestaande verkeersveiligheids- en parkeerproblemen.
Het noordwestelijk plangebied met circa 60 woningen wordt ontsloten via het kruispunt van de parallelweg bij de Rhaanbrink met de Geessinkweg. Het is vanuit de hoofdstructuur gezien belangrijk om het kruispunt van de parallelweg bij de Rhaanbrink met de Geessinkweg naar het zuiden te verschuiven, exact tegenover de (fiets)uitgang van de daar gevestigde middelbare school. Hierdoor ontstaat een meer overzichtelijke situatie. De bestaande aansluiting van de Rhaanbrink vervalt. Twee kort op elkaar gelegen uitritten op de Geessinkweg zouden onveilige en onduidelijke verkeerssituaties tot gevolg kunnen hebben vanwege de diverse verkeersbewegingen op korte afstand van elkaar.
Het gedeelte van de Rhaanbrink dat grenst aan het plangebied en momenteel ontsluiting biedt aan 13 woningen, zal in het toekomstige plan als zodanig behouden blijven en enkel die 13 woningen blijven ontsluiten.
Het is noodzakelijk alle toekomstige (nieuwe) kruispunten op detailniveau uit te werken, waarbij de verkeersveiligheid prioriteit krijgt.
Verkeersregime en voorzieningen
Het woongebied tussen de Wesselerbrinklaan en de Geessinkweg is een 30 km/h gebied, waarop alle kruispunten in het gebied met een gelijkwaardige aansluiting (rechts heeft voorrang) aangesloten moeten worden. De wegen die aansluiten op een omliggende verkeersader waar een snelheid van 50 km/h geldt, (Geessinkweg en Wesselerbrinklaan) sluiten middels een uitritconstructie aan.
Dit geldt niet voor de aansluiting van Het Bijvank op de Wesselerbrinklaan, aangezien het kruispunt is voorzien van een verkeersregelinstallatie (verkeerslichten). Het Bijvank is, na circa 60 meter vanaf de Wesselerbrinklaan, bestempeld als een erftoegangsweg (30 km/h) met als doel een ontsluitingsfunctie te bieden voor de wijk. Op het eerste deel vanaf de Wesselerbrinklaan geldt officieel een maximumsnelheid van 50 km/h.
Het gehele plangebied is en blijft in de toekomstige situatie een verblijfsgebied waar een maximumsnelheid geldt van 30 km/h. Naast het gemotoriseerde verkeer bevindt zich in het noordelijk deelgebied een route voor het fietsverkeer (met name richting de middelbare school aan de Geessinkweg). Dit dient ingepast te worden in het geheel.
In het gehele plangebied wordt voldaan aan de parkeerkencijfers van het CROW, die zijn opgenomen in het Mobiliteitsplan 2004 – 2015. Zie paragraaf 3.3.2 voor een overzicht van de parkeernormen die van toepassing zijn op Het Bijvank Noord.
De Brinken zijn in de nieuwe situatie onderverdeeld in een zogenoemde 'buitenbrink' en een 'binnenbrink'. Het parkeren voor bezoekers is zoveel mogelijk gesitueerd op de buitenbrink in openbare parkeerplaatsen. De brinken zijn ook voorzien van openbare parkeerplaatsen, echter met als doel dat op de brink bewoners kunnen parkeren. Naast openbare parkeerplaatsen zijn diverse kavels voorzien van een eigen oprit, waarop parkeren mogelijk is.