Plan: | Ribbelt Stokhorst 2011 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0153.20091662-0004 |
In het plangebied hebben enkele bijzonder markante gebouwen en terreinen een monumentale status verkregen, waarbij een onderscheid is te maken tussen rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten.
Het enige rijksmonument in dit gebied is:
foto 20 Elshofplein 7
Elshofplein 7; het betreft een schoolgebouw.
Aan het aangewezen monument is in dit bestemmingsplan geen juridische betekenis toegekend. De monumenten zijn uitsluitend als indicatieve aanduiding op de plankaart opgenomen. De bescherming van deze objecten vindt plaats op grond van de Monumentenwet 1988 of de gemeentelijke Monumentenverordening.
In deze subparagraaf wordt nader ingegaan op stedenbouwkundige structuren en delen van de infrastructuur en/of landschappelijke elementen en structuren.
In 1992 ondertekenden twintig Europese staten, waaronder Nederland, het Verdrag van Malta, of – zoals het officieel heet – het 'Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed'. Het verdrag werd in 1998 door een goedkeuringswet bekrachtigd, maar het verdrag is nog niet vertaald in nieuwe wetgeving (wetsvoorstel ligt bij de Tweede Kamer). Het verdrag kent de volgende uitgangspunten:
Dat er veelal al gewerkt wordt in de geest van Malta komt doordat veel provincies hieromtrent beleid hebben geformuleerd. Met het nieuwe archeologische bestel heeft de provincie een toetsende en kaderstellende rol. De provincie Overijssel heeft in de nota Handreiking en beoordeling ruimtelijke plannen hierover aangegeven:
De archeologische en cultuurhistorische elementen worden in een vroeg stadium van de ruimtelijke planvorming meegenomen. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met aardkundige waarden.
Gesteld kan worden dat tot de middeleeuwen nederzettingen meestal gelegen waren op de hooggelegen gronden (stroomruggen en oeverwallen). In de middeleeuwen en daarna heeft zich op een deel van deze gronden een esdek gevormd. Op deze hoger gelegen gebieden zijn resten van nederzettingen uit diverse periodes te verwachten. De geologie, de geomorfologie en de aard van de bodem zijn zeer bepalend voor de archeologische verwachtingswaarde en de trefkans dat waardevolle archeologische waarden in de bodem aanwezig zijn.
Het plangebied “Ribbelt - Stokhorst” ligt in de “Noorder Eschmarke” op de hoger gelegen stuwwal. In 1846 was het gebied in gebruik in het zuidelijk deel vooral in gebruik als bouwland. Het noordelijk deel was gedeeltelijk nog woeste grond en gedeeltelijk bouwland en grasland. De bodem bestaat uit afwisselend enkeerd, veldpodzol, beekeerd en keileem. Het Ribbelt is bebouwd in de periode 1901 – 1945. Stokhorst en een klein gebied rechts van het Ribbelt is gebouwd in de periode 1945 -1965 en de wijk Park Stokhorst in de periode 1965 – 2000. In de periode voor 1950 gingen de fundamenten niet veel dieper dan 50 tot 60 cm. In de onbebouwde delen en onder de bebouwing kunnen in de ongestoorde bodem archeologische waarden aanwezig zijn. In het noordelijk deel zijn enkele locaties met bodemverstoringen door egalisaties, afgravingen of vergravingen.
Deze indicaties staan op de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Enschede.
Uit de Archeologische Verwachtingskaart van de Gemeente Enschede blijkt dat het gebied “Ribbelt - Stokhorst” een hoge en middelhoge archeologische verwachtingswaarde heeft. Dit zijn de zogenaamde “archeologische onderzoeksgebieden”. In het gebied worden restanten verwacht van diverse verdwenen oude erven: Kotkamp, Pol, Wolterdinghoff, Elshof, Lutje Welding, Welding, Folberting, Colthof, Ribbelt, Kolthof, Varenveld. In de uiterste rechter hoek bij de Noord Eschmarkerrondweg zijn nog restanten te verwachten van een landweer.
Doordat het bestemmingsplan overwegend consoliderend van aard is en het gebied voor het merendeel bebouwd is, worden deze archeologische onderzoeksgebieden vooralsnog niet op de plankaart weergegeven.
In het plangebied bevinden zich geen archeologische monumenten en waardevolle archeologische terreinen, waarvoor een bescherming via het bestemmingsplan noodzakelijk is.
Mochten in het gebied bij activiteiten met bodemverstoring toch archeologische resten worden aangetroffen, dan geldt op grond van de monumentenwet de meldingsplicht bij de gemeente. Het archeologische onderzoeksproces treedt dan alsnog in werking.