direct naar inhoud van Artikel 23 Recreatie - Volkstuin
Plan: Buitengebied Zuidoost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20080358-0003

Artikel 23 Recreatie - Volkstuin

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Volkstuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bouwwerken,
  • b. volkstuintjes
  • c. terreinen en
  • d. voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.
  • 2. de verkoop van op het volkstuinencomplex geteelde producten, met dien verstande dat verkoop van deze producten is toegestaan bij de centrale voorziening.

23.2 Bouwregels
23.2.1 Algemeen
  • a. Op de voor Recreatie - Volkstuin aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in overeenstemming is met het bepaalde in lid 23.1.
  • b. Bestaande bebouwing, die afwijkt van het bepaalde in lid 23.2.2 mag worden gehandhaafd en/of vernieuwd, mits de bestaande afwijkingen naar aard en omvang niet worden vergroot. Het in de vorige volzin bepaalde geldt niet voor bouwwerken, die zijn gebouwd in strijd met het voorheen geldende plan en niet krachtens de overgangsbepalingen van dat plan waren toegestaan.

23.2.2 Gebouwen en overige bouwwerken
  • a. Op de voor 'Recreatie-Volkstuinen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bergingen, planten- en boogkassen worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de bouw van bergingen en plantenkassen alleen is toegestaan bij een volkstuin met een oppervlakte van minimaal 100 m² en dat de bebouwing niet meer bedraagt dan maximaal 5 m2 en de bouwhoogte maximaal 1,8 meter bedraagt,
    • 2. voor niet-permanente boogkassen voor seizoensverlengende teelt van gewassen een maximale bouwhoogte geldt van 1,8 meter.
  • b. De bouwhoogte van andere, niet eerder genoemde, overige bouwwerken mag niet meer dan 2,50 m bedragen.

23.2.3 Nutsvoorzieningen

In afwijking van het bepaalde in 23.2.2 gelden voor het bouwen van nutsvoorzieningen de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte van een bouwwerk mag maximaal 25 m² bedragen;
  • b. de goothoogte mag maximaal 3 meter en de bouwhoogte 5 meter bedragen.

23.3 Afwijken van de bouwregels
23.3.1 Omschrijving bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2.2, onder a, voor de bouw van een centrale voorziening, bestaande uit een gezamenlijke berging en/of sanitaire voorziening, met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte van het volkstuinencomplex, ten behoeve waarvan de voorziening wordt gebouwd, meer dan 5.000 m² bedraagt;
  • b. per volkstuinencomplex maximaal 1 gebouw met centrale voorzieningen aanwezig is;
  • c. de oppervlakte niet meer dan 150m² , de goothoogte niet meer dan 3 meter en de bouwhoogte niet meer dan 6 meter bedraagt.

23.3.2 Nadere voorwaarden

Aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 23.3.1 worden de volgende voorwaarden gesteld:

  • a. de inpassing in het landschap moet op zorgvuldige wijze plaatsvinden; bij de beoordeling van het effect van ontwikkelingen op de ruimtelijke kwaliteit is het landschapstype waarbinnen de ontwikkeling plaatsvindt en het hiervoor opgestelde koesteransicht richtinggevend. De landschapstypenkaart en bijbehorende koesteransichten maken als bijlage 3 onderdeel uit van deze regels;
  • b. het parkeren dient binnen het eigen erf plaats te vinden;
  • c. de afwijking mag niet toegepast worden binnen de Ecologische Hoofstructuur (EHS), zoals bepaald en begrensd in respectievelijk de artikelen 2.7.1 sub a en 2.7.2 onder 1 van de Omgevingsverordening Overijssel.

23.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatie of bewoning.