6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen
Voor het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken en voor het bouwrijpmaken gelden de volgende bepalingen:
Algemeen geldende Bepalingen
|
Afwijkende Bepalingen per Kavelyype
|
|
Allle Kaveltypes
|
Noordrand Bolling
|
Middengebied Bolling
|
Oost- en westrand Bolling
|
Zuidrand Bolling
|
Soort bouwregels
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bouwverbod en verbod op het bouwrijpmaken
|
x
|
|
|
|
|
Algemeen
|
x
|
|
|
|
|
Minimaal bebouwingspercentage
|
x
|
|
|
|
|
Afstanden tot de zijdelingse perceelsgrenzen
|
x
|
x
|
x
|
|
x
|
Afstanden tot de achterste perceelsgrens
|
x
|
|
|
x
|
|
Bouwverbod en verbod op het bouwrijpmaken met afwijkingsmogelijkheid
-
a. op de voor de bestemming "Bedrijventerrein" aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, en deze gronden mogen niet bouwrijpgemaakt worden. De reden van dit verbod is dat verzekerd moet zijn, dat de ecologische maatregelen, binnen de bestemmingen "Bedrijventerrein", "Bedrijf", "Bedrijf-Erf", "Agrarisch-Stadsrandzone", "Groen", "Verkeer", "Verkeer-Parkeerterrein" en "Water" worden uitgevoerd overeenkomstig het rapport "Mitigatie- en compensatieplan Usseler Es gemeente Enschede (Eelerwoude d.d. 14 juni 2010 [Bijlage 9 bij deze Regels]);
-
b. van het bouwverbod en het verbod op het bouwrijpmaken, zoals genoemd in lid 6.2.1, onder a, kan het college van burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken, indien uit een rapport van een ecologisch adviesbureau blijkt, dat de in lid 6.2.1, onder a, bedoelde ecologische maatregelen zijn uitgevoerd. De in dit lid genoemde afwijking kan per fase worden verleend volgens het Mitigatie- en compensatieplan genoemd in lid 6.2.1, onder a;
-
c. van het verbod op het bouwrijpmaken, zoals genoemd in lid 6.2.1, onder a, kan het college van burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken indien de in lid 6.2.1, onder a, bedoelde ecologische maatregelen en het bouwrijpmaken gelijktijdig moeten plaatsvinden. Deze noodzaak en de mogelijkheid daartoe moet blijken uit een rapport van een ecologisch adviesbureau. De in dit lid genoemde afwijking kan per fase worden verleend volgens het Mitigatie- en compensatieplan genoemd in lid 6.2.1, onder a;
Algemeen
-
d. op de voor de bestemming “Bedrijventerrein” aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in overeenstemming is met het bepaalde in lid 6.1;
-
e. de bouw van bedrijfswoningen is niet toegestaan;
Minimaal bebouwingspercentage
-
f. het minimale bebouwingspercentage waarmee dient te worden gebouwd is 40%;
Afstanden tot de zijdelingse perceelsgrenzen
Alle Kaveltypes
-
g. het is toegestaan gebouwen te bouwen tot op de zijdelingse perceelsgrens, behoudens het gestelde bij lid 6.2.1, onder h t/m m genoemde regels; en behoudens indien een bouwgrens (rooilijn) op een andere plaats is aangegeven;
Gebied "Noordrand bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels):
-
h. in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1, onder g, bedraagt in het gebied "Noordrand bolling" voor de bouwpercelen, die ten westen van de ca. noord-zuid georiënteerde ontsluitingsweg (Ruilverkavelingsweg of Helweg) zijn gelegen, de minimale afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens, die het bouwperceel aan de oostzijde begrenst, 15 meter;
-
i. in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1, onder g, bedraagt in het gebied "Noordrand bolling" voor de bouwpercelen, die ten oosten van de ca. noord-zuid georiënteerde ontsluitingsweg (Ruilverkavelingsweg of Helweg) zijn gelegen, de minimale afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens, die het bouwperceel aan de westzijde begrenst, 15 meter;
Gebied "Middengebied bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels):
-
j. in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1, onder g, bedraagt in het gebied "Middengebied bolling" voor de bouwpercelen, die ten westen van de ca. noord-zuid georiënteerde ontsluitingsweg (Ruilverkavelingsweg of Helweg) zijn gelegen, de minimale afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens, die het bouwperceel aan de oostzijde begrenst, 3 meter;
-
k. in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1, onder g, bedraagt in het gebied "Middengebied bolling" voor de bouwpercelen die ten oosten van de ca. noord-zuid georiënteerde ontsluitingsweg (Ruilverkavelingsweg of Helweg) zijn gelegen, de minimale afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens, die het bouwperceel aan de westzijde begrenst, 3 meter;
Gebied "Zuidrand bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels):
-
l. in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1, onder g, bedraagt in het gebied "Zuidrand bolling" voor de bouwpercelen die ten westen van de ca. noord-zuid georiënteerde ontsluitingsweg (Ruilverkavelingsweg of Helweg) zijn gelegen, de minimale afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens, die het bouwperceel aan de oostzijde begrenst, 15 meter;
-
m. in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1, onder g, bedraagt in het gebied "Zuidrand bolling" voor de bouwpercelen, die ten oosten van de ca. noord-zuid georiënteerde ontsluitingsweg (Ruilverkavelingsweg of Helweg) zijn gelegen, de minimale afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens, die het bouwperceel aan de westzijde begrenst, 15 meter;
Afstanden tot de achterste perceelsgrens
Alle Kaveltypes
-
n. het is toegestaan gebouwen te bouwen tot op de achterste perceelsgrens, behoudens het gestelde bij lid 6.2.1, onder o, genoemde regels; en behoudens indien een bouwgrens (rooilijn) op een andere plaats is aangegeven;
Gebied "Oost- en westrand bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels):
-
o. in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1, onder n, bedraagt in het gebied "Oost- en westrand bolling" de afstand van de gebouwen tot de achterste perceelsgrens minimaal 3 meter.
6.2.2 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Algemeen geldende Bepalingen
|
Afwijkende Bepalingen per Kaveltype
|
|
Alle Kaveltypes
|
Noordrand Bolling
|
Middengebied Bolling
|
Oost- en westrand Bolling
|
Zuidrand Bolling
|
Soort bouwregels
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Algemeen
|
x
|
|
|
|
|
Minimale en maximale bouwhoogte hoofdgebouwen
|
x
|
|
|
x
|
|
Richting gevels hoofdgebouwen
|
x
|
|
|
x
|
|
Verplicht bouwen in de gevellijn en/of in een bouwgrens
|
|
|
|
x
|
x
|
Bouwwerken t.b.v. de zoutwinning
|
x
|
|
|
|
|
Algemeen
-
a. hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
-
b. per bouwperceel is maximaal 1 hoofdgebouw toegestaan;
Minimale en maximale bouwhoogte hoofdgebouwen
Alle Kaveltypes
-
c. ter plaatse van de aanduiding "minimale bouwhoogte" dient voor hoofdgebouwen minimaal op de aangegeven bouwhoogte te worden gebouwd;
-
d. ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte” mag voor hoofdgebouwen de bouwhoogte niet worden overschreden;
Gebied "Oost- en westrand bolling" volgens de Tekening Kaveltypes" (Zie: Bijlage 5 bij deze regels:
-
e. in afwijking van het bepaalde in lid 6.2.1, onder d, mag in het gebied "Oost- en Westrand bolling" de bouwhoogte van de zijgevel in de bouwgrens langs een dwarsweg en in een zone van 5 meter vanaf deze zijgevel maximaal 7 meter bedragen en vanaf de zone van 5 meter van deze zijgevel maximaal 12 meter; het gestelde in lid 6.2.1, onder c (met betrekking tot de minimale bouwhoogte) blijft daarbij onverminderd van kracht;
Richting gevels hoofdgebouwen
Alle Kaveltypes
-
f. de hoofdgebouwen dienen evenwijdig aan de zijdelingse perceelsgrenzen te worden gebouwd, en loodrecht daarop. [De richting van de zijdelingse perceelsgrenzen is aangegeven op de "Tekening Hoofdrichting Bolling" (zie: Bijlage 6 bij deze regels)];
Gebied "Oost- en westrand bolling" volgens de Tekening Kaveltypes" (Zie: Bijlage 5 bij deze regels):
-
g. het gestelde in lid 6.2.2, onder f, geldt niet voor de westelijke gevels van de westrand van het gebied "Oost- en westrand bolling" en niet voor de oostelijke gevels van de oostrand van het gebied "Oost- en westrand Bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels);
Verplicht bouwen in de gevellijn en/of in een bouwgrens
Gebied "Oost- en westrand bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels):
-
h. in het gebied "Oost- en westrand bolling" dient daar waar de aanduiding "gevellijn" is aangegeven de voorgevel van het hoofdgebouw (aan de Ringweg) in deze gevellijn te worden gebouwd, met inachtneming van het bepaalde onder i. en j;
-
i. in het gebied "Oost- en westrand bolling" dient bij het bouwen op een bouwperceel op de hoek van de Ringweg en een dwarsweg, het hoofdgebouw verplicht in de hoek Ringweg / dwarsweg te worden gebouwd, daar waar de aanduiding "gevellijn" is aangegeven; daarbij dient de voorgevel (aan de Ringweg) minimaal 20 meter vanaf de hoek zijgevel, in de "gevellijn" te worden gebouwd;
-
j. in het gebied "Oost- en westrand bolling" dient bij het bouwen op een bouwperceel op de hoek van de Ringweg en een dwarsweg, daar waar de aanduiding "gevellijn" is aangegeven bij een zijgevel (gelegen aan een dwarsweg), 50% van de zijgevel, met een minimum van 15 meter, in de "gevellijn" te worden gebouwd";
Gebied "Zuidrand bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels):
-
k. in het gebied "Zuidrand bolling" dient één (zuidelijke) hoekpunt van het hoofdgebouw in de zuidelijke bouwgrens (rooilijn) van het bouwperceel te worden gebouwd;
Bouwwerken t.b.v. de zoutwinning
-
l. de maximale oppervlakte van bouwwerken ten behoeve van de zoutwinning mag maximaal 25 meter² bedragen;
-
m. de hoogte van de bouwwerken ten behoeve van de zoutwinning mag maximaal 3 meter bedragen;
-
n. in afwijking van artikel 6.2.2, onder a, is het toegestaan bouwwerken t.b.v. de zoutwinning buiten het bouwvlak te bouwen;
6.2.3 Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Algemeen geldende Bepalingen
|
Afwijkende Bepalingen per Kaveltype
|
|
Alle Kaveltypes
|
Noordrand Bolling
|
Middengebied Bolling
|
Oost- en westrand Bolling
|
Zuidrand Bolling
|
Soort bouwregels
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Algemeen
|
x
|
|
|
|
|
Afwijkende plaats van de bijbehorende bouwwerken per Kaveltype
|
|
x
|
x
|
|
x
|
Richting gevels bijbehorende bouwwerken
|
x
|
|
|
x
|
|
Algemeen
-
a. bijbehorende bouwwerken dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
-
b. bijbehorende bouwwerken dienen vrijstaand te worden gebouwd;
-
c. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag per bouwperceel maximaal 10% bedragen van de oppervlakte van het hoofdgebouw van de bedrijfsgebouwen;
-
d. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken van de bedrijfsgebouwen mag maximaal 7 meter bedragen;
-
e. bijbehorende bouwwerken dienen achter de lijn, die in het verlengde van de voorgevel ligt, te worden gebouwd;
Afwijkende plaats van de bijbehorende bouwwerken per Kaveltype
Gebied "Noordrand bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels):
-
f. in afwijking van het bepaalde in lid 6.2.3, onder e, dienen in het gebied "Noordrand bolling" bijbehorende bouwwerken in het gebied tussen de lijn die in het verlengde van de voorgevel ligt en de lijn, die in het verlengde van de achtergevel ligt, te worden gebouwd;
Gebied "Middengebied bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels):
-
g. voor het gebied "Middengebied bolling" geldt, dat, indien het bouwperceel aan de noord- en zuidzijde grenst aan de openbare weg, er sprake is van twee voorgevels en dat lid 6.2.3, onder e, dan voor deze beide zijden geldt;
Gebied "Zuidrand bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels):
-
h. in afwijking van het bepaalde in lid 6.2.3, onder e, dienen in het gebied "Zuidrand bolling", in het deelgebied ten westen van de ca. noord-zuid georiënteerde ontsluitingsweg (Helweg of Ruilverkavelingsweg), bijbehorende bouwwerken te worden gebouwd tussen de lijn, die in het verlengde van de voorgevel ligt, en de lijn, die in het verlengde van de achtergevel ligt;
Richting gevels bijbehorende bouwwerken
Alle Kaveltypes
-
i. bijbehorende bouwwerken dienen evenwijdig aan de zijdelingse perceelsgrenzen te worden gebouwd, en loodrecht daarop. [De richting van de zijdelingse perceelsgrenzen is aangegeven op de "Tekening Hoofdrichting Bolling" (zie: Bijlage 6 bij deze regels)];
Gebied "Oost- en westrand bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (Zie: Bijlage 5 bij deze regels:
-
j. het gestelde onder lid 6.2.3, onder i, geldt niet voor de westelijke gevels van het westrand van het gebied "Oost- en westrand bolling" en niet voor de oostelijke gevels van het oostelijke deel van de oostrand van het gebied "Oost en westrand Bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels);
6.2.4 Overige bouwwerken
Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Algemeen geldende Bepalingen
|
Afwijkende Bepalingen per Kaveltype
|
|
Alle Kaveltypes
|
Noordrand Bolling
|
Middengebied Bolling
|
Oost- en westrand Bolling
|
Zuidrand Bolling
|
Soort bouwregels
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Algemeen
|
x
|
|
|
|
|
Afwijkende plaats van overige bouwwerken per Kaveltype
|
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
|
|
|
Algemeen
-
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;
-
b. erf- en terreinafscheidingen dienen in de perceelsgrenzen te worden gebouwd, dit behoudens het bepaalde in lid 6.2.4, onder c, en behoudens het bepaalde in "Afwijkende plaats van overige bouwwerken per Kaveltype";
-
c. erf- en terreinafscheidingen aan de voorzijde dienen minimaal 1 meter achter de lijn, die in het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw ligt, te worden gebouwd en dienen parallel aan die lijn te worden gebouwd, dit behoudens het bepaalde in "Afwijkende plaats van overige bouwwerken per Kaveltype";
-
d. de bouwhoogte van kunstobjecten, vlaggen- en lichtmasten mag maximaal 7 meter bedragen;
-
e. de bouwhoogte van andere overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.
Afwijkende plaats van overige bouwwerken per Kaveltype
Gebied "Noordrand bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels):
-
f. voor het gebied "Noordrand bolling" geldt, dat erf- en terreinafscheidingen aan de noordzijde in de noordelijke bouwgrens van het bouwvlak dienen te worden gebouwd;
-
g. voor het gebied "Noordrand bolling" geldt, dat erf- en terreinafscheidingen aan de zuidzijde minimaal 1 meter achter de lijn, die in het verlengde van zuidgevel van het hoofdgebouw aan de dwarsweg ligt, dienen te worden gebouwd, en deze dienen parallel aan die lijn te worden gebouwd;
-
h. voor het gebied "Noordrand bolling" geldt, dat de overige erf- en terreinafscheidingen in de perceelsgrenzen dienen te worden gebouwd;
Gebied "Middengebied bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels):
-
i. voor het gebied "Middengebied bolling" geldt, dat indien het bouwperceel aan de noord- en zuidzijde aan de openbare weg grenst, er sprake is van twee voorgevels en dat lid 6.2.4, onder c, voor beide zijden geldt;
Gebied "Oost- en westrand bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels):
-
j. voor het gebied "Oost- en westrand bolling" geldt, dat erf- en terreinafscheidingen aan de voorzijde minimaal 1 meter achter de lijn, die in het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw (die is gebouwd aan de Ringweg) ligt, dienen te worden gebouwd en dat deze parallel aan die lijn dienen te worden gebouwd;
-
k. voor het gebied "Oost- en westrand bolling" geldt dat de overige erf- en terreinafscheidingen in de perceelsgrenzen dienen te worden gebouwd;
Gebied "Zuidrand bolling" volgens de "Tekening Kaveltypes" (zie: Bijlage 5 bij deze regels):
-
l. voor het gebied "Zuidrand bolling" geldt, dat erf- en terreinafscheidingen aan de voorzijde minimaal 1 meter achter de lijn,die in het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw (die is gebouwd aan de Ringweg) ligt, dienen te worden gebouwd en dat deze parallel aan die lijn dienen te worden gebouwd;
-
m. voor het gebied "Zuidrand bolling" geldt, dat de overige erf- en terreinafscheidingen in de perceelsgrenzen dienen te worden gebouwd.
6.2.5 Nutsvoorzieningen
In afwijking van het bepaalde in lid 6.2.1, 6.2.2, 6.2.3 en 6.2.4 gelden voor het bouwen van nutsvoorzieningen de volgende bepalingen:
-
a. de oppervlakte van een bouwwerk mag maximaal 25 m² bedragen;
-
b. de bouwhoogte mag maximaal 3 meter bedragen;
-
c. nutsvoorzieningen mogen tevens buiten het bouwvlak worden gebouwd.