Plan: | Structuurvisie kernen Dalfsen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | structuurvisie |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0148.SkernenDlfs-vs01 |
Gebied A
Gebied A is gelegen ten zuiden van de Westeinde en Oosteinde. In dit gebied ligt een landschappelijk waardevol en karakteristiek bosgebied. Bebouwing hiervan of hierin is uitgesloten. In structurele zin betekent bebouwing zuidelijk van het Westeinde een verdere groei van de dorpsbebouwing in de noordzuidrichting, hetgeen de langgerekte structuur van Nieuwleusen versterkt. Bovendien betekent dit een verzwaring van het zuidelijke deel van de kern en hiermee het ontstaan van een onevenwichtige situatie. Dit is niet wenselijk aangezien het functioneren van de kern als een eenheid wordt nagestreeft. De Westeinde en Oosteinde wordt als uiterste lijn met betrekking tot een planmatige dorpsontwikkeling beschouwd. Dit was ook het uitgangspunt bij het voorgaande structuurplan uit 1994.
Gebied B
Het gebied gelegen tussen Westeinde en Westerveen is één van de gebieden met de zo kenmerkende lintbebouwing afgewisseld met open stroken rondom Nieuwleusen. Deze lintbebouwing is zowel landschappelijk als cultuurhistorisch waardevol en dient om die reden behouden te worden. Verdichting door nieuwbouw is niet gewenst.
Gebied C
Het gebied C wordt doorsneden door de Zandspeur en de noord zuid lopende Bouwhuisweg. Het gebied ten noorden van het Zandspeur vormt een buffer tussen het bestaande dorpsgebied en het bedrijfsterrein van Nieuwleusen gelegen langs de Dedemsvaart.
Het gebied gelegen tussen Westerveen en Westerbouwlanden vormt een overgangszone tussen het cultuurhistorisch belangrijke Westerveen en het dorp Nieuwleusen en dient om die reden onbebouwd te blijven.
Ten noorden van het huidige Westerbouwlanden is Westerbouwlanden Noord gepland. Verdere bebouwing in westelijke richting is ongewenst aangezien hiermee een onevenwichtige structuur van de kern ontstaat.
Gebied D
Ook gebied D is te verdelen in een noordelijk en een zuidelijk deel. Deze verdeling wordt gemaakt ten opzichte van het Molenpad dat midden door het gebied loopt. Aan de oostkant van het gebied loopt de Paltheweg als een duidelijke grens tussen het gebied dat sterk wordt beïnvloed door de bebouwingsstructuur van het dorp en het ten oosten van de Paltheweg gelegen agrarisch gebied. In principe komt het hele gebied zowel aan de noord als de zuidkant in aanmerking voor woningbouw. De voorkeur ligt echter bij het gebied ten noorden van het Molenpad.
Het gebied noordelijk van het Molenpad heeft namelijk een goede ruimtelijke samenhang met de rest van de kern, met name door het ontbreken van bebouwing oostelijk van de Burgemeester Backxlaan. Rekening dient te worden gehouden met aanwezige tankstation en nog enkele bedrijven aan deze Burgemeester Backxlaan.
Het gebied zuidelijk van het Molenpad heeft een beperkte ruimtelijke samenhang met de rest van de kern door de afscheidende werking van begraafplaats en volkstuinen, waardoor een eventuele uitbreiding min of meer geïsoleerd komt te liggen.
Gebied E
Het gebied gelegen ten noorden van de N377 kenmerkt zich door een grote verscheidenheid van functies en wordt begrensd door de gemeentegrens met de gemeente Staphorst. Uitbreiding van welke functie dan ook in dit gebied is ongewenst door de aanwezigheid van de doorsnijdende N377, die als een barrière kan worden beschouwd.
Gebied F
Het grootste deel van dit gebied is gelegen ten zuiden van de Meeleweg (buurtschap de Meele). Dit gebied kan als cultuurhistorisch en landschappelijk waardevol worden aangemerkt en dient om die reden behouden te worden. Bebouwing van dit gebied doet afbreuk aan die identiteit en karakteristiek. Samenhang tussen cultuurhistorische waarde en achterliggende open weidegebied is van belang. Om die reden komt dit gebied niet in aanmerking voor uitbreiding.
Het deelgebied ten westen van het bedrijventerrein De Grift begrenst door de Jan Heereweg kenmerkt zich als een agrarisch open gebied en kan in principe als laatste uitbreiding van het bedrijventerrein worden aangemerkt.
Samenvattend kan worden gesteld dat op basis van de onderlinge weging van de gebieden ten opzichte van elkaar zowel een deel van het gebied aan de westzijde (gebied C) als een deel van het gebied aan de oostzijde van het dorp (gebied D) geschikt zijn om de toekomstige woningbouwbehoefte van het dorp Nieuwleusen op te vangen.
Voor gebied C betreft dit het gebied gelegen direct ten noorden van Westenbouwlanden. Er wordt voldoende afstand gehouden tot de bestaande bebouwing aan het Zandspeur.
Voor gebied D betreft dit het gebied noordelijk van het Molenpad, waarbij voldoende afstand wordt gehouden ten opzichte van het aanwezige tankstation.
Alleen het deel van gebied F grenzend aan de westzijde van het huidige geplande bedrijventerrein is geschikt voor een verdere uitbreiding met bedrijvigheid.
Toets invulling gebied C, D en F met woningbouw/ bedrijventerrein aan de Omgevingsvisie
Allereerst moeten de uitbreidingslocatie getoetst worden aan de generieke beleidskeuzes. De generieke beleidskeuze die in het plangebied aan de orde gesteld kan worden is het bereiken van zorgvuldig en zuinig ruimtegebruik. Deze komt er kort gezegd op neer dat eerst bestaande bebouwing en herstructurering worden benut, voordat er uitbreiding kan plaatsvinden. In de prestatieafspraken voor woningbouw met de provincie is vastgelegd dat 70% van de nieuwbouw in uitleggebieden kan plaatsvinden en 30% door inbreiding dient te worden gerealiseerd. Binnen de kern Nieuwleusen zijn diverse inbreidingslocaties benoemd en dit zal ook in de toekomst de aandacht krijgen.
Voor de uitbreiding van bedrijventerrein is een onderbouwing gegeven in de bedrijventerreinenvisie. Hier is ook nadrukkelijk getoetst aan de Omgevingsvisie. Deze visie is als Bijlage 8 opgenomen bij deze structuurvisie.
Gebied C en D worden als ontwikkelingsperspectief "Buitengebied, accent productie" getypeerd. Voor deze locaties geldt dat er ruimte is voor schaalvergroting en verbreding. Ruimte bieden aan nieuwe economische dragers van het buitengebied die ook een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van hun omgeving en aan het verbreden van het spectrum aan werkmilieus. Dit houdt in dat deze uitbreidingslocaties aansluiten bij het beleid van de provincie Overijssel.
Gebied C en D worden aangemerkt met het gebiedskenmerk "Veenkoloniaal landschap". Voor deze locaties is de aantrekkelijkheid, de leefbaarheid en kwaliteit van de veenkoloniale landschappen te versterken de ambitie voor dit gebied. Als ontwikkelingen plaats vinden in het veenkoloniaal landschap, dan dragen deze bij aan behoud en versterking van bijzondere architectuur, de linten door het landschap en de open ruimtes.
Het deel van gebied F dat (aan de westzijde grenst) aansluit bij De Grift III wordt aangemerkt met het gebiedskenmerk “Jonge heide- en broekontginningslandschap”. Voor dit gebiedskenmerk is er ruimte voor ontwikkelingen mits deze binnen het raamwerk van wegen, lanen en waterlopen plaatsvindt.
Aan de westzijde van de kern is een regionale gastransportleiding gelegen.