43.1.2 Verschuiven bestemmingsvlak Wonen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door de ligging van het bestemmingsvlak met de bestemming Wonen te veranderen, onder de voorwaarde dat:
-
a. de oppervlakte met de bestemming Wonen niet toeneemt
-
b. de grens van de bestemming met maximaal 10 meter wordt verplaatst;
-
c. het aantal woningen in het bestemmingsvlak niet toeneemt;
-
d. natuurlijke en landschappelijke kenmerken van de omgeving niet worden aangetast;
-
e. door middel van een een erfinrichtingsplan wordt aangetoond er sprake is van een goede landschappelijke inpassing en een goede ruimtelijke kwaliteitsverhouding tot de bebouwing.
-
f. de belangen van de gebruikers en/of eigenaren van de aangrenzende gronden en/of nabijgelegen agrarische bedrijven door wijziging niet onevenredig worden geschaad.
-
g. op het gewijzigde bestemmingsvlak het bepaalde in Artikel 27 Wonen van overeenkomstige toepassing is;