Plan: | Woongebied Borne Midden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0147.BpWBM2012-vg01 |
De gemeente Borne is bezig met het opstellen van een structuurvisie voor het totale grondgebied van de gemeente. Het ontwerp van de structuurvisie heeft in 2011 ter inzage gelegen. Deze structuurvisie heeft betrekking op de periode 2010-2030. In het kader van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, die per 1 juli 2008 in werking is getreden, is elke gemeente verplicht één of meerdere structuurvisies op te stellen voor het gehele grondgebied. Naast deze wettelijke verplichting maken nieuwe inzichten, diverse grootschalige plannen en ontwikkelingen in en rond Borne een actueel ruimtelijk sturingsmiddel noodzakelijk. In de structuurvisie zijn ondermeer keuzes gemaakt over de wijze waarop Borne zich binnen de Netwerkstad wil profileren én via welke strategie zij deze keuze concreet wil verwerkelijken. Hiertoe is ingegaan op het imago dat de gemeente Borne wil uitstralen, het profiel dat de gemeente nastreeft en de vraag hoe aan het stedelijk gebied, de bedrijventerreinen en het landelijk gebied ontwikkelen en een 'Borns' karakter kan worden gegeven.
Figuur 3.2) Uitsnede Structuurvisiekaart Borne
Voor het plangebied zijn twee inbreidingslocaties aangegeven: de Welemanstraat (57 woningen) en de Casimirschool aan het Zoutmanplein (10 woningen).
Voor wat betreft de Welemanstraat geldt dat deze herstructurering reeds is voltooid. De locatie van de gerealiseerde woningen zijn meegenomen op de verbeelding van dit bestemmingsplan.
De locatie van de Casimirschool heeft in het bestemmingsplan de bestemming 'Wonen - uit te werken'. De regels van deze bestemming geven aan dat maximaal 10 woningen gerealiseerd kunnen worden.
De structuurvisie geeft eveneens aan dat de entrees van het dorp belangrijk zijn. De groenbeplanting langs de radialen dient daarom extra aandacht te krijgen.
De Dikkerslaan is aangegeven als ecologische verbinding. De Dikkerslaan verbindt het groene gebied ten westen van de Prins Bernhardlaan, via de Bornsebeek, met het buitengebied. Van belang is dat het beheer wordt afgestemd op de aanwezige ecologische waarden.
De Woonvisie Borne 2010-2014 heeft het Woonplan 2002-2006 vervangen. Met de Woonvisie Borne 2010-2014 wordt geen volledig nieuw beleid ingezet, maar wordt in grote lijnen het ingezette beleid voortgezet. Er doen zich echter diverse fundamentele ontwikkelingen voor, waardoor de woningmarkt sterk veranderd. Zo neemt landelijk en regionaal de bevolkingsgroei af en verandert de samenstelling van de bevolking; de vergrijzing neemt toe, het aantal personen per huishouden blijft nog even dalen en het aantal eenpersoonshuishoudens neemt toe. Hiermee houdt deze nieuwe Woonvisie rekening.
De woningvoorraad van Borne is niet alleen permanent onderhevig aan vernieuwing en verbetering, maar wordt de komende jaren tevens uitgebreid. Borne biedt ruimte aan zowel de lokale als een deel van de regionale woningbehoefte in het uitbreidingsplan Bornsche Maten. In de visie staan de volgende punten centraal.
In deze beleidsregels staat het thema (zorg)voorzieningen voor bijzondere doelgroepen binnen de gemeente Borne centraal. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat de gemeente Borne de afgelopen jaren geconfronteerd is met diverse verzoeken voor nieuwe ontwikkelingen op dit gebied en er behoefte aan beleid bestaat voor dit thema. In de Woonvisie Borne 2010 – 2014 (vastgesteld door de gemeenteraad op 9 november 2010) is daarom reeds aandacht geschonken aan zorg- en woonvoorzieningen voor bijzondere doelgroepen binnen de gemeente Borne. Ten aanzien hiervan is in de Woonvisie opgenomen dat ‘het niet verstandig wordt geacht om zonder meer nieuwe ontwikkelingen in dit verband toe te staan’.
Uitgangspunten voor het beleid is dat het van algemeen belang is en blijft dat de leefbaarheid en het woonklimaat op een goede manier worden gewaarborgd voor de inwoners van de gemeente. Hiertoe moet er een balans zijn tussen verschillende zorgvoorzieningen (ter voorkoming dat er een overcapaciteit aan bepaalde (zorg)voorzieningen zal ontstaan in één gebied) en moet er sprake zijn van voldoende spreiding tussen de verschillende voorzieningen. In het beleid zijn de hiervoor genoemde uitgangspunten nader uitgewerkt en is een visie ontwikkeld ten aanzien van de beleidsruimte die geboden wordt voor nieuwe ontwikkelingen gericht op het aanbieden van zorg aan bijzondere doelgroepen.
Door de vele ruimtelijke ontwikkelingen in de afgelopen jaren, de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen en de gemeentelijke herindeling is het Verkeersbeleidsplan van Borne, dat is opgesteld in 1998, herzien, hetgeen heeft geresulteerd in het Integraal VerkeersPlan (IVP). In het IVP voor de gemeente Borne (11 juni 2008) is het verkeersbeleid voor de periode tot 2020 beschreven. Op basis van de Structuurvisie uitbreiding Borne (2004) beschrijft het IVP enkele ingrijpende maatregelen omtrent de infrastructuur in en rond de gemeente. Deze maatregelen liepen uiteen van een regionale randwegenstructuur tot maatregelen op kruispuntniveau. Het integraal Verkeersplan wordt vervangen door de mobiliteitsvisie.
Borne wil nu en in de toekomst kunnen voorzien in de mobiliteitsbehoefte van haar eigen inwoners en van de productie-, distributie- en (landbouw)bedrijven in haar gemeente. Om dit te bereiken is het Integraal VerkeersPlan (IVP) opgesteld. De Mobiliteitsvisie 2011-2020 is een verdieping van het IVP en vindt met name zijn beslag in de recente onderzoeken die zijn uitgevoerd naar een aantal grotere infrastructuurprojecten waarvoor de gemeente Borne zich de komende jaren gesteld ziet. Naar verwachting zal deze visie eind 2012 worden vastgesteld. Dit zijn de volgende onderzoeken.
Het doel van de Mobiliteistvisie is drieledig:
De gemeente Borne wil de aantrekkingskracht van haar centrum binnen de regio behouden en versterken. Hiertoe is het Masterplan Centrum opgesteld, dat op 2 februari 2010 is vastgesteld door de gemeenteraad van Borne. In dit masterplan is de gemeentelijke visie op de ontwikkeling van het centrum weergegeven, dat een kader biedt voor de verschillende ontwikkelingen. Dit masterplan bevat een analyse van de bestaande situatie en een daaraan gekoppelde sterkte-zwakteanalyse. In het Masterplan is een ambitieniveau vastgelegd, waarin Borne in de toekomst een functie wil vervullen als bovenlokaal centrum voor de inwoners uit de eigen gemeente. Borne kan zich onderscheiden van de omliggende centra door een divers en aantrekkelijk winkelgebied te bieden.
Voor het beter functioneren van het centrum van Borne worden in het Masterplan enkele ontwikkelingsrichtingen aangegeven. Doordat er elders in Borne uitbreidingen van winkelcentra plaatsvindt (Bornse Hoven en De Driehoek) is de ontwikkeling niet gericht op het substantieel uitbreiden van het winkelaanbod in het centrum. Ingezet wordt op het ontwikkelen van een compact 'winkelachtje' in het kernwinkelgebied.
Over winkels buiten het centrumgebied wordt aangegeven dat deze kunnen blijven bestaan, maar dat substantiële uitbreiding van de winkelfunctie niet meer wordt toegestaan. Buiten het centrum van Borne zou wonen de hoofdfunctie moeten zijn.
De nieuwe Wet geluidhinder is op 1 januari 2007 van kracht geworden. Deze wet zorgt ervoor dat gemeenten grotere beleidsvrijheid hebben dan voorheen. Dit gaat echter wel gepaard met een verhoogde motiveringsplicht. Om een duidelijk beoordelingskader voor geluid te hebben is de Nota geluidsbeleid opgesteld.
Deze nota is niet alleen bedoeld als werkbaar instrument voor de beleidsmaker, maar bijvoorbeeld ook voor de handhaver, de vergunningverlener of een bedrijf dat in de gemeente wil vestigen.
Volgens de Wet Milieubeheer dient iedere gemeente te beschikken over een actueel Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Een groot verschil met het voorgaande GRP wordt gevormd door de genoemde nieuwe zorgtaken die per 1 januari 2008 aan de gemeenten zijn opgedragen. Het gemeentelijk beleid omtrent deze twee nieuwe zorgplichten (voor grondwater en de inzameling van hemelwater) dient vóór 2013 in het GRP verankerd te zijn.
Het beleid voor het afvalwater kent twee pijlers: het verminderen van de vervuiling uit de overstorten en een goed beheer van alle voorzieningen.
Verminderen vervuiling uit overstorten
De basisinspanning is de landelijke norm voor rioleringen om de emissies vanuit overstorten op oppervlaktewater tot een aanvaardbaar niveau te brengen.
De kern Borne voldoet aan de vereisten van de basisinspanning na de aanleg van een ringleiding (in samenwerking met het waterschap). Het huidige waterbeleid is gericht op het creëren van een gezond en veerkrachtig watersysteem en een duurzame waterketen. Concreet houdt dit onder meer in dat hemelwater niet wordt vermengd met vuilwater, maar afzonderlijk wordt verwerkt.
Beheer en onderhoud
De reiniging van het rioolstelsel vindt plaats in een cyclus van 7 à 8 jaar en de inspectie van het stelsel in een cyclus van 15 jaar. Uit de inspectieresultaten blijkt dat het stelsel in een goede onderhoudstoestand verkeert. Toch is het voorgekomen dat er incidenteel gaten in wegen ontstaan als gevolg van instorting van riolering. Door de komende jaren de frequentie van rioolinspectie op te voeren naar een frequentie van eens per 10 jaar wordt een beter beeld verkregen van de kwaliteit van de riolering, zodat tijdig ingegrepen kan worden bij problemen.
Zorgplicht Hemelwater
Het beleid van de gemeente Borne is er op gericht dat hemelwater dat in het stedelijk gebied valt, niet tot wateroverlast mag leiden. Onder wateroverlast wordt verstaan: economische schade, (verkeers)onveiligheid, verminderde leefbaarheid en verminderde volksgezondheid. Wanneer water-op-straat niet tot wateroverlast leidt, is het binnen grenzen acceptabel.
Zorgplicht Grondwater
Gemeenten hebben een loketfunctie voor problemen met grondwater. De gemeente zorgt voor de afwikkeling en voert achter de schermen overleg met de verantwoordelijke instanties. Ook het waterschap en de provincie hebben verantwoordelijkheden ten aanzien van grondwater.
Ten behoeve van het gemeentelijke archeologiebeleid zijn in 2008 een archeologische verwachtings- en advieskaart en een archeologische beleidsadvieskaart opgesteld (RAAP-rapport 1713). De archeologische beleids- en waardenkaart is door de gemeenteraad vastgesteld op 30 juni 2009. In deze beleidsnota worden de kaders voor het archeologiebeleid van de gemeente Borne vorm gegeven. In het buitengebied van Borne bevindt zich een groot aantal elementen die archeologisch van belang zijn. Het betreft hier zowel bestaande waarden als te verwachten waarden. Deze dienen beschermd te worden zoals in de uitgangspunten genoemd staan in het archeologiebeleid van de gemeente Borne. De archeologische verwachtings- en advieskaart maakt voor het hele grondgebied van de gemeente inzichtelijk waar archeologische resten kunnen worden aangetroffen. Deze kaart is gebaseerd op de opbouw van het landschap, waarbij de landschappelijke eenheden met archeologische betekenis op de kaart zijn weergegeven. De gemeente heeft verder het hele grondgebied geïnventariseerd voor bekende vindplaatsen om inzicht te krijgen in de landschappelijke ligging van terreinen met archeologische resten. Op de kaart zijn, naast de landschappelijke eenheden, de volgende elementen opgenomen:
De beleidsadvieskaart is gebaseerd op de verwachtingskaart en laat zien waar welke archeologische verwachtingswaarde geldt, onderverdeeld in hoog voor archeologische resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd, hoog, middelmatig, laag en geen verwachting of verstoord. Tevens zijn op deze kaart de terreinen opgenomen waarvan de (zeer) hoge archeologische waarde is aangetoond of vrijwel zeker is.
In paragraaf 5.5.3 wordt nader ingegaan op de archeologische waarden in het plangebied.
Borne heeft een aantrekkelijke omgeving met veel afwisseling. De essen, bossen en beken bieden veel belevingsmogelijkheden voor uiteenlopende recreanten. Deze mogelijkheden moeten in de komende jaren verder versterkt, uitgebreid en gedifferentieerd worden. De kenmerkende 'groene vingers' van Borne zorgen reeds voor aantrekkelijke recreatiemogelijkheden in het buitengebied.
In juli 2002 is de beleidsnota recreatie en toerisme “Borne, knooppunt van kunst, cultuur en natuur” vastgesteld door de gemeenteraad. Hierin zijn de ambities weergegeven ten aanzien van recreatie en toerisme in de gemeente Borne. In september 2006 is vervolgens de beleidsnota “Verblijfsrecreatie in Borne” vastgesteld door de gemeenteraad. Deze beleidsnota is opgesteld om de stroom van bezoekers van buitenaf te vergroten door versterking en uitbreiding van het toeristisch-recreatief aanbod met als doel het optimaliseren van de leefbaarheid in de gemeente Borne, waarbij de economische betekenis van toerisme en recreatie een belangrijke factor is. Hiertoe worden de groene waarden, alsmede het profiel van kleinschaligheid behouden, de samenhang van het aanbod wordt versterkt en authenticiteit wordt nagestreefd. Een kader voor verblijfsrecreatie in Borne is temeer nodig omdat het landelijk gebied in de komende jaren een enorme verandering door zal maken. De veranderingen in de landbouwsector – waaronder schaalvergroting maar ook opheffing van agrarische bedrijven – leidt tot veranderingen in het landschap en de zoektocht naar andere economische dragers in het landelijk gebied. Toerisme en recreatie kan één van deze nieuwe economische dragers zijn. Eén van de actiepunten binnen het beleids- en actieplan is het vergroten van het aantal overnachtingen en het aantal overnachtingsmogelijkheden binnen de gemeente Borne. Plattelandsappartementen en plattelandskamers zijn ontwikkelingen die in de beleidsnota als wenselijk worden aangemerkt.
De gemeente Borne heeft haar groenbeleid voor de bebouwde kommen in de gemeente uitgewerkt in het groenbeleidsplan 2008-2018. De gemeente wil nadrukkelijk streven naar behoud en verbetering van haar groenstructuren en de kwaliteit van de groene ruimte. Ze wil deze zo goed mogelijk verankeren in de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. De verbeterpunten zijn middels streefbeelden vastgelegd. In het beleidsplan is met name de kwaliteit van afwikkeling van de dorpsranden en de opwaardering van de groenvoorzieningen op buurtniveau genoemd.
De meeste oude wegen naar Borne worden geflankeerd door monumentale bomenrijen. Deze lanen geven een duidelijke structuur aan het stedelijk gebied en worden geflankeerd door monumentale bomenrijen.
Binnen het plangebied zijn de Europastraat, Grotestraat, Stationsstraat, Bleek, Azelosestraat, Bornerbroeksestraat, Bekenhorst, Von Bonninghausenstraat en Prins Bernhardlaan aangegeven als groenstructuur op dorpsniveau. Deze straten zijn beeldbepalende, groene straten en functioneren als identiteitsdrager. Sommige van deze straten verdienen echter aandacht, gezien de beperkte kwaliteit die het nu heeft.
Figuur 3.3) Uitsnede groenstructuurkaart
Binnen het plangebied is daarnaast voornamelijk kleinschalig groen aanwezig. Daarnaast zijn er enkele gebieden aangegeven als 'groengebied op buurtniveau'. Op dergelijke locaties stofferen de groenelementen de straten, pleintjes en erven in de wijk. Deze plekken hebben soms een verblijfsfunctie, maar vaker verhogen ze de oriëntatie en de belevingswaarde van de buurt.
De welstandsnota van Borne bevat de basisvoorwaarden, waaraan bouwaanvragen op welstandsaspecten getoetst zullen worden. Er worden criteria benoemd die ertoe moeten bijdragen dat de toekomstige bebouwing past in de omgeving. De gemeentelijke welstandsnota richt zich op de lokale karakteristieken in bestaande stedelijke gebieden en het buitengebied.
De welstandsnota, als onderdeel van het welstandsbeleid van de gemeente Borne richt zich op de relatief kleine bouwopgaven van één of enkele gebouwen, uitbreidingen van bestaande bebouwing en veel voorkomende kleine bouwwerken in bestaand stedelijk- en buitengebied (beheergebieden). Voor grootschalige ontwikkelingen of voor herontwikkelingen in bijvoorbeeld dorpscentra, vormen andere documenten, zoals beeldkwaliteitsplannen, het toetsingskader voor welstand.
Voorliggend bestemmingsplan is conserverend van aard. Het bestemmingsplan is niet in strijd met het gemeentelijke beleid. Het plan faciliteert en waarborgt belangrijke waarden op het gebied van archeologie, langzaam vervoer en cultuurhistorie en is daarmee in lijn met het gemeentelijk beleid.