Plan: | Nijrees Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0141.BP00041-0401 |
Bescherming in het kader van de natuur wet- en regelgeving is op te delen in gebieds- en soortenbescherming. Bij gebiedsbescherming heeft men te maken met de Natuurbeschermingswet en de Ecologische Hoofdstructuur. Soortenbescherming komt voort uit de Flora- en faunawet.
Natuurgebieden of andere gebieden die belangrijk zijn voor flora en fauna kunnen op basis van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn (Natura2000) worden aangemerkt als speciale beschermingszones (SBZ?s).
Op 1 oktober 2005 is de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 in werking getreden. Vanaf dat moment heeft Nederland de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn in nationale wetgeving verankerd. Nederland zal aan de hand van een vergunningenstelsel de zorgvuldige afweging waarborgen rond projecten die gevolgen kunnen hebben voor Natura 2000-gebieden. Deze vergunningen worden verleend door de provincies of door de Minister van LNV.
Wat betreft de soortbescherming is de Flora- en Faunawet van toepassing. Hierin wordt onder andere de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden. Als hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden gevraagd.
In het kader van de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling is een quickscan natuurtoets uitgevoerd door het bureau EcoGRoen Advies B.V. uit Zwolle. Deze quickscan is opgenomen in Bijlage 4 van deze toelichting.
Op basis van deze quickscan wordt geconcludeerd dat de ligging en aard van de ruimtelijke ingrepen geen negatieve effecten heeft op de in de omgeving aanwezige Habitatrichtlijngebieden, Vogelrichtlijngebieden, Beschermde natuurmonumenten, gebieden die vallen onder de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) of natuur buiten de EHS.
De aanwezige bebouwing in het plangebied is inmiddels geamoveerd. Indien in acht genomen wordt dat de aanwezige bebouwing reeds is geamoveerd kan op basis van de quickscan Natuurtoets worden geconcludeerd dat er van een negatief effect van de woningbouwontwikkeling in het gebied op de flora en fauna geen sprake is. Het aanvragen van een ontheffing op de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet wordt niet noodzakelijk geacht.