direct naar inhoud van 4.15 Duurzaam
Plan: Meppel - Nieuwveense Landen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0119.NieuwveenseLanden-BPC1

4.15 Duurzaam

Vanwege het belang van een duurzame wijkontwikkeling zijn begin 2009 duurzame ambities en uitgangspunten voor de wijkontwikkeling vastgelegd in de uitgave "Nieuwveense Landen; aangenaam duurzaam".

In het stedenbouwkundig plan is een afweging gemaakt tussen de aspecten die in het Nationaal Pakket Duurzame Stedenbouw zijn genoemd. De gekozen planopzet zorgt er voor dat aspecten als water, natuur, verkeer, leefbaarheid, bouwen en energie zo goed mogelijk tot hun recht (kunnen) komen.

In de inleiding van "Nieuwveense Landen; aangenaam duurzaam" is onder meer het volgende verwoord:

"Niet alleen financieel, maar ook ecologisch: we leven een kwart boven het duurzaam gebruik van onze ecologische bronnen. Het besef dat we het anders moeten aanpakken, hebben we in onze samenleving bereikt, zo ook in de gemeente Meppel. De gemeente Meppel heeft dan ook besloten voor de ontwikkeling van het uitbreidingsplan Nieuwveense Landen een duurzame ambitie te formuleren en door te voeren. Deze duurzaamheidsambitie voor Nieuwveense Landen en de wijze waarop we deze ambitie kunnen realiseren is in dit rapport beschreven."

De nadruk van de notitie ligt dus op de ambitie voor duurzaamheid en de wijze waarop dit een plaats kan krijgen in de gebiedsontwikkeling. Ook worden daarbij uitgangspunten beschreven die ervoor kunnen zorgen dat de ambities worden gehaald. Het gaat hierbij dus niet alleen om aspecten met betrekking tot energie en milieu, maar ook om duurzaam waterbeheer, milieuvriendelijke opzet en ontsluiting van de wijk. De keuze om minder slecht te zijn voor het milieu is daarbij onvoldoende. Er wordt voor gekozen bij te dragen aan een betere leefomgeving in zijn geheel.

Onderstaand enige van belang zijnde citaten uit de notitie 'Nieuwveense Landen; aangenaam duurzaam'.

Duurzaamheid

"Wij sluiten aan bij de definitie uit 1987 door de Commissie Brundtland (officieel: Wereld Commissie voor Milieu en Ontwikkeling) voor duurzame ontwikkeling."

"Een duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien."

Voor duurzaam bouwen is door SenterNovem de volgende definitie opgesteld:
"Het op een dusdanige manier bouwen dat hier aan de huidige behoefte wordt voldaan zonder dat de mogelijkheden voor andere volkeren en toekomstige generaties worden verminderd."

Eco-effectiviteit

Cradle to Cradle (C2C) wordt inmiddels door velen omarmd. De minister van Economische Zaken wil van Nederland een C2C-economie maken, blijkt uit in de 'Industriebrief': "Cradle to Cradle biedt de overheid, bedrijven, kennisinstellingen en burgers de mogelijkheid gezamenlijk een concrete invulling te geven aan duurzame ontwikkeling." En de minister van VROM laat bij diverse gelegenheden en in verscheidene toespraken blijken C2C in de benadering, maar wel als een erg belangrijke bijdrage aan het denken over mogelijke oplossingen.

Cradle to Cradle (Van wieg tot wieg) is de door Braungart en McDonough beschreven basisgedachte dat we er voor moeten zorgen dat alles wat we doen weer terug komt in de biologische of technische kringlopen. Vandaar de meerdere malen gebruikte kreet 'Afval is voedsel'. Afval dient weer als basis voor een ander proces, of weer een andere kringloop.

Omdat de bewustwording toeneemt over afval en de schadelijke effecten op het milieu, zien steeds meer mensen, organisaties, bedrijven en overheden de mogelijkheden van de Cradle-to-Cradle benadering. Waarom zouden we materialen na gebruik weggooien als deze als grondstoffen kunnen dienen voor andere producten? En vooral nu duidelijk wordt dat we de natuurlijke voorraden en grondstoffen aan het uitputten zijn, zullen we hier op een duurzame manier mee om moeten gaan.

Bij elk ontwerp moeten we ons ten doel stellen:

  • De toe te passen materialen moeten veilig zijn voor mens, dier en plant.
  • De toe te passen materialen moeten na gebruik opnieuw gebruikt kunnen worden in een technische of biologische kringloop.
  • Na gebruik moeten materialen eenvoudig uit elkaar kunnen worden gehaald.

Als het gaat om de keuzes die we moeten maken bij het spanningsveld tussen ecologie, economie en het 'sociale' (de schrijvers gebruiken 'equity', ons aandeel, ook te beschouwen als comfort, welzijn) kiezen we voor het gebruik van het begrip 'eco-effectief'.

Eco-effectief geeft aan dat we als uitgangspunt gebruiken dat we helemaal géén schadelijke invloed meer accepteren, maar gaan voor 100% duurzaam en 100% kwaliteit. Dit vraagt in veel gevallen innovatie en dus buiten de ingesleten, geijkte kaders denken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0119.NieuwveenseLanden-BPC1_0013.png"

Eco-effectieve gebiedsontwikkeling

Essentieel voor een bij Cradle to Cradle passende infrastructuur is de ontwikkeling van een integraal stedenbouwkundig plan gebaseerd op de C2C-uitgangspunten en filosofie. Deze dient voldoende flexibiliteit te leveren voor een invulling die op interactieve wijze zal plaatsvinden. In stedenbouw en architectuur betekent C2C dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij ontwerpuitgangspunten zoals die in natuurlijke ecosystemen worden gevonden. Vanaf het begin van de ontwerpfase wordt expliciet gekeken naar de meerwaarde die natuurlijke materialen, (energie)bronnen en ecosystemen kunnen hebben voor de vastgoedontwikkeling.

Duurzaam bouwen in gebiedsontwikkeling

Duurzaam bouwen is dus meer dan aandacht voor het milieu. De hierboven gebruikte definitie kan positief geformuleerd en uiteengerafeld worden in:

"Een vorm van bouwen waarbij in alle stadia van het planproces kansen en mogelijkheden benut worden om een hoge ruimtelijk-architectonische kwaliteit tot stand te brengen, dit in combinatie met een lage belasting van het milieu, en die beide in de tijd te handhaven, zodat ook toekomstige gebruikers daarvan profiteren."

Duurzaam bouwen omvat naast het op duurzame wijze ontwikkelen, ook het bouwen, inrichten en beheren van een plangebied, zoals in de Nota van Uitgangspunten aangegeven. Deze nota gaf aan dat duurzaamheid een uitgangspunt is geworden.

Het ambitieniveau is hoog en haalbaar. Uitgegaan wordt van toepassingen die zich in de praktijk hebben bewezen en waarvoor een maatschappelijk draagvlak kan bestaan.

De gefaseerde aanleg van de wijk biedt toekomstige mogelijkheden voor een groeiend ambitieniveau. De ontwikkelingen in de techniek, nieuwe materialen of nieuwe toepassingsmogelijkheden, bieden kansen om (delen) van Nieuwveense Landen te ontwikkelen als voorbeeld voor andere ontwikkelingen.

De ambities

De navolgende ambities zijn vastgelegd:

De waterambitie

Afvalwater en regenwater wordt zoveel mogelijk hergebruikt. Gestreefd wordt naar een gesloten waterkringloop (kwaliteit). Water dat niet direct wordt hergebruikt wordt zo lang mogelijk vastgehouden in het gebied. Er is in ieder geval sprake van een gesloten waterbalans (kwantiteit).

De energie-ambitie

In 2030 is Nieuwveense Landen een energie leverende wijk.

De natuur- en groenambitie

De landelijke natuur van buiten het gebied is sterk verweven met de meer stedelijke natuur en groen in de wijk.

De ambitie voor de openbare ruimte

De openbare ruimte heeft een hoge kwaliteit in beleving maar ook in de gekozen materialen.

De verkeer-, vervoer- en infrastructuurambitie

De aangelegde infrastructuur zorgt voor een zo gering mogelijke milieubelasting.

Voor verplaatsingen worden aantrekkelijke duurzame alternatieven geboden.

De materialenambitie

Materiaalkeuzes zijn afgewogen gemaakt met deskundigen op het vlak van duurzaamheid met inachtneming van de laatste ontwikkelingen.

De sociale ambitie

Sociale kwaliteit en leefbaarheid staan centraal, zodanig dat iedere bewoner zich thuis voelt en zich medeverantwoordelijk voelt voor het leefbaar houden van de wijk.

Duurzaamheidsaspecten in bestemmingsplannen

Duurzaamheidsaspecten kunnen in een bestemmingsplan worden opgenomen voor zo ver deze ruimtelijk relevant zijn.

Het reserveren van ruimte voor bestemmingen voor het opwekken van duurzame energie, voorzieningen voor de gescheiden inzameling van afvalstoffen en voor het opvangen van hemelwater ten behoeve van het grijswatercircuit evenals openbaar vervoer of langzaamverkeervoorzieningen zijn in een bestemmingsplan mogelijk. Deze aspecten hebben namelijk invloed op de inrichting van de ruimte.

Het opnemen van duurzaamheidseisen op gebouwniveau in een bestemmingsplan is niet mogelijk. Eisen met betrekking tot bijvoorbeeld de energieprestatie en de energievoorzeining van gebouwen en andere DUBO-eisen (duurzaam bouwen) hebben geen ruimtelijke component. Daarom kunnen ze niet in een bestemmingsplan worden opgenomen, waardoor de kosten ook niet in een exploitatieplan kunnen worden opgenomen. De kosten van de laatste soort duurzaamheidseisen vallen dan ook niet onder 6.13 Wro juncto art. 6.2.3 en 6.2.4 Bro.

Borging van duurzaamheid in dit bestemmingsplan

In dit plan is er voor gekozen om bepaalde aspecten van duurzaamheid te borgen middels:

  • 1. de bestemming(sregels): naar beste kunnen wordt in de regels ingespeeld op de ambitie duurzaamheid en bij de bestemming van gronden wordt rekening houden met ruimtebehoefte voor de diverse voorzieningen;
  • 2. de toelichting van het bestemmingsplan: In de toelichting wordt uitgebreid ingegaan op de ambities Duurzaam Bouwen en het Totaaloverzicht Duurzaamheid wordt in de toelichting opgenomen. Voor zo ver relevant worden bepaalde stukken nog als bijlage bij de Toelichting opgenomen.

Crisis- en Herstelwet

In het kader van artikel 2.4 van de Crisis- en herstelwet is de Minister van Infrastructuur en Milieu gevraagd het Icoonproject Nieuwveense Landen aan te wijzen als innovatief experiment. Het verzoek ziet op de toepassing van hoofdstuk 5 van het Bouwbesluit en beoogt een aanpassing van het Bouwbesluit voor het project Nieuwveense Landen zodat de voorgestelde minimumnormen voor alle bouwers en ontwikkelaars gelden en de gewenste standaard gegarandeerd wordt.

Borging van duurzaam bouwen

Conclusie lijkt te zijn dat het niet mogelijk is om in het bestemmingsplan (het bindende deel) bepalingen met betrekking tot duurzaam bouwen op te nemen. Het Bouwbesluit bevat een uitputtende regeling met betrekking tot prestatie-eisen (aanscherping EPC per 1-1-2011 naar 0,6). De ruimte voor milieubewust bouwen moet worden gevonden binnen het Bouwbesluit.