1.1 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand: NL.IMRO.0119.DeWetering2-BPB1', met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
1.2 plan
het bestemmingsplan ‘Meppel – Buitengebied, herziening de Wetering 2' van de gemeente Meppel;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aan-huis-verbonden beroep
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief,
juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee
gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de
daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden
uitgeoefend.
1.6 agrarisch grondgebruik
Het bedrijfsmatig, dan wel hobbymatig voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
1.7 archeologisch deskundige
de gemeentelijke (beleids)archeoloog of een andere door het college van
Burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de
archeologie.
1.8 archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingvergunning beschikt.
1.9 archeologische waarde
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de
beschavingsgeschiedenis.
1.10 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde.
1.11 bed & breakfast
recreatief nachtverblijf in de vorm van logies en ontbijt, dat door de bewoner in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de ruimte die gebruikt wordt door bed & breakfast niet gebruikt wordt voor zelfstandige bewoning en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.12 bestaand
bij bouwwerken: bestaand ten tijde van de ter inzage legging van het bestemmingsplan als ontwerp.
bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het desbetreffende gebruiksverbod.
1.13 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.14 bijgebouw
een niet voor zelfstandige bewoning bestemd gebouw dat:
- als afzonderlijke ruimte of gebouw is gebouwd aan of bij een hoofdgebouw;
- en niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw;
- en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.15 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en
het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten,
vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.16 bouwgrens
de grens van een bouwvlak die niet door bebouwing mag worden overschreden, met uitzondering van overschrijdingen die op grond van deze planregels zijn toegestaan.
1.17 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolgde de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.18 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.19 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.20 bouwwerk, geen gebouw zijnde
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde.
1.21 cultuurgrond
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden (gronden voor houtteelt daaronder begrepen) met uitzondering van bosgronden.
1.22 cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid.
1.23 dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of overkapping.
1.24 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen (geen motorbrandstoffen zijnde) aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.25 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbiedt.
1.26 erf- en terreinafscheiding
een bouwwerk, dat geen gebouw is en dat dient als scheiding tussen 2 of meer erven of terreinen zoals muren, schuttingen en hekwerken of bouwwerken van vergelijkbare aard en vergelijkbare omvang.
1.27 erker
een kleine grondgebonden uitbouw van maximaal één bouwlaag aan een voor- of zijgevel van een hoofdgebouw die in overwegende mate (minimaal 70%) een transparante uitstraling heeft.
1.28 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte aan 1 of meer zijden met wanden omsloten ruimte vormt.
1.29 hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de
geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen
op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.30 horecabedrijf
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter
plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, en
ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van
een erotisch getinte vermaaksfunctie.
1.31 huishouden/huishouding:
één of meer personen die een huishouding voert, waarbij, indien er sprake is van meerdere personen, continuïteit in de samenstelling van de bewoners is en onderlinge verbondenheid tussen de bewoners.
1.32 kampeermiddel
een tentwagen, kampeerauto of een caravan;
een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.33 kampeerterrein
een terrein met daarbij behorende voorzieningen, ter beschikking gesteld voor het houden van recreatief nachtverblijf of voor het plaatsen, dan wel het geplaatst houden van kampeermiddelen.
1.34 kleinschalig kamperen
een kampeerterrein voor ten hoogste vijftien kampeermiddelen.
1.35 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.36 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen
voorzieningen ten behoeve van activiteiten als wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken.
1.37 kleinschalige natuurontwikkeling
de aanleg van rietlanden, moerasjes en plasdraszones, en de realisatie van natuurvriendelijke oevers.
1.38 landschappelijke waarden
waarden in verband met de verschijningsvorm van een gebied en de aanwezigheid van waarneembare structuren en/of elementen in dat gebied.
1.39 natuurwaarden
de aan een gebied toegekende waarde die in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied aanwezig is.
1.40 neventak/nevenfunctie
onderdelen van een agrarisch bedrijf, waarvan de gezamenlijke productieomvang een ondergeschikt (minder dan de helft) deel uitmaakt van de totale productieomvang van het bedrijf, met dien verstande dat de productieomvang van de neventakken/-activiteiten afzonderlijk in geen geval meer dan 70% van de minimale omvang van een zelfstandig volwaardig bedrijf in de desbetreffende bedrijfstak mag bedragen.
1.41 nutsvoorzieningen
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water-, en
elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut,
waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten.
1.42 opslag
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
1.43 overkapping
een bouwwerk dat een dak heeft, maar geen wanden.
1.44 peil
- voor een bouwwerk op een bouwperceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst:
- de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdingang;
- voor een bouwwerk op een bouwperceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- wanneer in of op het water wordt gebouwd:
- het waterpeil ter plaatse.
1.45 permanente bewoning
gebruik als hoofd – woonverblijf, waaronder wordt verstaan:
a) gebruik als woning door een zelfde persoon, (deel van) gezin of samenwoning op een wijze die ingevolge het bepaalde in een wettelijk voorschrift verplicht tot inschrijving in het persoonsregister van de gemeente;
b) het buiten het zomerseizoen (1 mei tot 1 oktober) in een kalenderjaar meer dan 70 maal ter plaatse nachtverblijf houden en door betrokkene(n) niet aannemelijk is of kan worden gemaakt dat elders daadwerkelijk over een hoofdwoonverblijf wordt beschikt.
1.46 prostitutie
het zich beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding.
1.47 recreatiewoning
een gebouw, uitsluitend bestemd om, overwegend in het zomerseizoen, te dienen als recreatief woonverblijf voor een persoon, gezin of andere groep van personen, die daar geen hoofdwoonverblijf hebben.
1.48 restaurant
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
1.49 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.50 Staat van Bedrijfsactiviteiten
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als bijlage bij deze voorschriften onderdeel van de voorschriften uitmaakt.
1.51 stacaravan
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
1.52 standplaats
een kavel voor het plaatsen van kampeermiddelen, waarop al dan niet voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven of andere instellingen kunnen worden aangesloten.
1.53 uitbouw
een gebouw dat:
- als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw;
- in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.54 verkoop streekeigen producten
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf of in de regio zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf of in de regio zijn verwerkt of bewerkt.
1.55 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw
betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de
ligging, de situatie ter plaatse en/of de indeling van het gebouw als voorgevel
moet worden aangemerkt.
1.56 voorgevelrooilijn
de naar de weg toegekeerde bouwgrens van het hoofdgebouw.
1.57 voorkeursgrenswaarde
de maximale waarde voor geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en het bijbehorende Besluit geluidhinder.
1.58 weg
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande:
- wegen of paden;
- bruggen, dammen, duikers, tunnels die in deze wegen of paden liggen;
- bermen, bermsloten en wegkanten;
d. parkeerterreinen.
1.59 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.