Plan: | Meppel - Centrumschil |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0119.Centrumschil-BPC2 |
In opdracht van de gemeente Meppel is een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart gemaakt. Met de archeologische beleidsadvieskaart heeft de gemeente Meppel een instrument in handen op basis waarvan zij op een verantwoorde manier met haar bodemarchief kan omgaan. De gemeente kan daarmee, indien wenselijk, gemotiveerd van de landelijke en provinciale richtlijnen afwijken en een eigen visie op het archeologisch landschap ontwikkelen.
Op basis van de landschappelijke ondergrond en de bekende archeologische waarden in en in de omgeving van Meppel is een vlakdekkende verwachtingskaart opgesteld. Op hoofdlijnen worden drie verwachtingszones onderscheiden: lage verwachting, middelhoge verwachting en hoge verwachting. Deze verwachtingswaarden geven op hoofdlijnen de verwachte dichtheid aan archeologische waarden weer (trefkans).
Uit onderstaande afbeelding kan het volgende worden afgeleid.
Voor het oostelijke deel van het plangebied (zachtgroen) geldt een lage verwachtingswaarde. Het betreft de zogenaamde "natte laagten". Hier geldt dat voorafgaand aan planontwikkeling in deze gebieden voor projecten met een planomvang van meer dan 10 hectare die tevens dieper reiken dan 0,30 m een extensief verkennend booronderzoek uitgevoerd dient te worden om de verwachtingskaart te toetsen en zo nodig bij te stellen. Rekening houdend met het feit dat het bestemmingsplan consoliderend van aard is, zal geen regeling ter bescherming van de archeologische waarden in deze gebieden worden opgenomen.
Voor de zuidelijke en zuidwestelijke, alsmede de noordelijke rand van het plangebied geldt een middelhoge verwachtingswaarde (donkergroen). Concreet gaat het hier om de beekdalen van de Reest en de Wold Aa. In zones met een middelhoge verwachting (veenbedekte zones, stuwwal, beekdalen en zandgronden) wordt een vrijstellingsgrens van 1000 m2 gehanteerd. Voor projecten waarvan de bodemverstoring een oppervlak van minder dan 1000 m2 beslaat hoeft geen onderzoek te worden uitgevoerd.
Afbeelding 10: Archeologische beleidskaart.
De beleidsadvieskaart kent ook gebieden met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Bij projecten groter dan 500 m2 die tevens dieper reiken dan 0,30 m onder maaiveld moet in deze gebieden nader archeologisch onderzoek worden gedaan. Daarbij dient wel te worden opgemerkt dat het gaat om het totaal aan te verstoren bodemoppervlak binnen een plangebied of bouwblok van een samenhangend project dat niet opgedeeld kan worden in deeluitwerkingen.
In het gebied dat grenst aan het historische centrum van Meppel geldt dat de waarden aanwezig worden geacht. Het gaat globaal om het gebied ten westen van de Kleine en Grote Oever, rond de Woldstraat en rond het noordelijke deel van het Zuideinde. Voor dit deel van het plangebied is het beleid gericht op het in situ behouden, bodemingrepen dienen zo veel mogelijk te worden voorkomen.
Gemeenten hebben als richtlijn de 100 m2 uit de Monumentenwet 1988 en de gangbare vrijstellingen op basis van het provinciaal beleid van de afgelopen jaren; zij zijn vrij om daar beredeneerd van af te wijken. De verschillende hierboven genoemde ondergrenzen zijn gekozen om de informatiewaarde van het bodemarchief op een verantwoorde manier veilig te stellen. Voor de AMK-terreinen en de historische kern van Meppel is een ondergrens van 50 m2 gekozen. Voor oude dorpskernen geldt immers dat deze eigenlijk als vindplaats beschouwd moeten worden.
In de oude kern van Meppel bevinden zich de archeologische waarden niet alleen ondergronds, maar biedt de huidige bebouwing mogelijk ook informatie over de bewoningsgeschiedenis. Het is daarom aan te bevelen bij ontwikkelingsplannen in de oude kern, waar relevant, tevens een inpandig bouwhistorisch onderzoek uit te laten voeren. De resultaten van dit onderzoek kunnen worden gebruikt in het karterend/waarderend archeologisch onderzoek dat eventueel daarna plaatsvindt.