Plan: | Meppel - Centrumschil |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0119.Centrumschil-BPC2 |
In de Wet geluidhinder zijn geluidhindernormen voor toelaatbare equivalente geluidniveaus opgenomen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in geluid afkomstig van wegen, spoorwegen en industrie. De geluidhindernormen gelden voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen gelegen binnen de geluidzone van een (spoor)weg of gezoneerd industrieterrein. Een geluidzone is een aandachtsgebied aan weerszijden van een (spoor)weg en rondom een industrieterrein waarbinnen de geluidhindernormen van de Wet geluidhinder van toepassing zijn.
Voor het nu voorliggende plangebied worden het geluid als gevolg van het wegverkeer, de spoorweg en de industrie hieronder beschreven.
In het algemeen geldt dat in een bestemmingsplan alleen aandacht aan geluid besteed moet worden voor zover de uitvoering van de Wet geluidhinder dat vereist (artikel 3.3.1 Bro).
Zoals in deze toelichting is aangegeven is het bestemmingsplan een conserverend bestemmingsplan. Het voorliggende bestemmingsplan staat in beginsel geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen toe en ook worden geen nieuwe wegen geprojecteerd. Dat heeft tot gevolg dat bij de vaststelling van het bestemmingsplan de bestaande geluidsgevoelige bestemmingen, die gesitueerd zijn in de zone van bestaande wegen niet getoetst behoeven te worden (artikel 76, derde lid Wgh). Een uitzondering hierop vormt een akoestisch relevante wijziging van een bestaande weg (reconstructie). Hiervan is echter ook geen sprake. Het aangeven van de zones of het aangeven van de as van de weg als bedoeld in artikel 3.3.1 Bro is dan ook niet nodig.
Uit de regeling van artikel 3.3.1 Bro vloeit bijvoorbeeld wel voort dat voor zover geluidgevoelige bestemmingen (zoals Wonen) binnen een zone liggen deze bestemmingen gedetailleerd bestemd moeten worden. De bestemming Wonen en overige bestemmingen binnen de denkbeeldige zones worden dan ook gedetailleerd bestemd.
Binnen het plangebied bevinden zich enkele locaties waarvoor in het verleden reeds ruimtelijke procedures zijn gevoerd en waarvoor toentertijd ook akoestisch onderzoek is verricht. Deze kunnen dan ook worden opgevat als bestaande situaties waarvoor akoestisch onderzoek niet vereist is. Het gaat veelal om de in paragraaf 1.3 genoemde situaties die met vrijstellings- en wijzigingsprocedures mogelijk zijn gemaakt.
Een uitzondering vormt een zestal woningen op een voormalige bedrijfsbestemming ter plaatse van de Wolddijk / Commissaris de Vos van Steenwijklaan in het noordoostelijke deel van het plangebied. Deze woningen bestonden reeds ten tijde van het opstellen van het vigerende plan. De bedrijfsbestemming is ter plaatse niet geëffectueerd. In dit bestemmingsplan worden de woningen wederom als zodanig bestemd. Daarom is een akoestisch onderzoek uitgevoerd1. Uit de berekeningen blijkt dat de geluidbelasting vanwege het wegverkeer op de Commissaris de Vos van Steenwijklaan maximaal 60 dB bedraagt nabij de woningen. Hoewel de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden, wordt de maximale grenswaarde van 63 dB voor nieuw te bouwen woningen niet overschreden. Voor de woningen zal een hogere waarde worden vastgesteld. Gelet op de lage verkeersintensiteit op de Wolddijk is deze weg in het onderzoek buiten beschouwing gelaten.
Voor de functiewijziging van het pand Koekoekstraat 6-8 is onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelasting (zie bijlage 5). De geluidbelasting als gevolg van het wegverkeer leidt niet tot een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde.
Het aan de westzijde van het plangebied grenzende industrieterrein (Oevers A, B en C, Oude Vaart en Steenwijkerstraatweg) is gezoneerd op grond van de Wet geluidhinder. De geluidszone Oevers is bij Koninklijk besluit van 15 juni 1993 vastgesteld. Bij besluit van 31 augustus 1998 is voor een groot aantal woningen rondom het gezoneerde industrieterrein Oevers, in het kader van een geluidsaneringsoperatie, maximaal toelaatbare geluidsbelastingen (MTG's) vastgesteld.
De cumulatieve geluidsbelasting van de bedrijven op het gezoneerde industrieterrein mag buiten de zone niet meer dan 50 dB(A) bedragen. De individuele milieuvergunningen van de bedrijven op het industrieterrein worden getoetst aan de bijdrage die het betreffende bedrijf levert aan de geluidszone. Op deze manier wordt gewaarborgd dat de totale geluidsbelasting buiten de zone niet meer dan 50 dB(A) zal bedragen.
Voor de functiewijziging van het pand Koekoekstraat 6-8 is onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelasting (zie bijlage 5).
Voor het pand dient een hogere waarde voor industrielawaai van 55 dB(A) vastgesteld te worden. Deze waarde is iets ruimer dan de vigerende fysieke geluidbelasting. Dit om de mogelijkheid van wijzigingen/uitbreidingen bij bestaande bedrijven op het industrieterrein te behouden.
Tevens sluit deze ruimere waarde aan bij de vastgestelde Maximaal toelaatbare geluidbelastingen (MTG's) in de directe omgeving van het pand. Zo is reeds in het verleden een MTG vastgesteld voor het aangrenzende pand Molenstraat 34 van 55 dB(A).
Gezien de omgevingskenmerken wordt een geluidbelasting van 55 dB(A) als een aanvaardbaar woon- en leefklimaat beschouwd.
In onderstaande afbeelding is te zien dat deze 50 dB(A) contour zich over het westelijke deel van het plangebied uitstrekt. In dit gedeelte is woningbouw vanuit geluidoogpunt dus niet zonder meer mogelijk. Om in de toekomst woningen (of andere geluidgevoelige bestemmingen) te realiseren in de geluidzone moet een hogere grenswaarde worden verleend in het kader van een aparte ruimtelijke procedure. Dit bestemmingsplan staat immers geen nieuwe woningen toe. De eventueel benodigde toekomstige hogere waarden mogen op grond van de Wet geluidhinder maximaal 55 dB(A) bedragen. Het aanvragen van een hogere grenswaarde moet onderbouwd worden door middel van een akoestisch onderzoek.
Afbeelding 9: Geluidzone industrielawaai.
Indien (op basis van een aparte ruimtelijke procedure) woningbouw plaatsvindt buiten de zonegrens van het bedrijventerrein is ten aanzien van het aspect industrielawaai geen knelpunt te verwachten.
Het plangebied wordt aan de oostzijde begrensd door de spoorlijn Zwolle-Leeuwarden/Groningen. De voorkeursgrenswaarde als gevolg van spoorweglawaai bedraagt 55 dB, de maximale ontheffingswaarde bedraagt 68 dB. Voor de cluster van 6 woningen op een voormalige bedrijfsbestemming ter plaatse van de Wolddijk / Commissaris de Vos van Steenwijklaan in het noordoostelijke deel van het plangebied is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (zie ook paragraaf 4.1.1). Uit de berekeningen blijkt dat de geluidbelasting vanwege het spoor Meppel - Leeuwarden op de gevels van de woningen maximaal 65 dB bedraagt. De maximale grenswaarde van 68 dB wordt niet overschreden.