direct naar inhoud van 4.1 Ruimtelijke structuur
Plan: Hollandscheveld 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20118024001-OH01

4.1 Ruimtelijke structuur

4.1.1 Algemeen

Het bestemmingsplan is een belangrijk instrument om ruimtelijke ontwikkelingen te sturen en functionele kwaliteiten te stimuleren of juist af te remmen. Het zal voor de komende tien jaar een juridische basis vormen voor de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het gebied. Het is daarom van belang de uitgangspunten voor dit bestemmingsplan nader te beschrijven.

4.1.2 Wonen

Het beleid voor het plangebied komt kort geformuleerd neer op het behoud en versterking van de kwaliteit van het woonmilieu. Die kwaliteit komt ook tot uiting in de stedenbouwkundige en architectonische kenmerken en dit wordt onder meer bereikt door:

  • het toekomstige woonmilieu, de ruimtelijke kwaliteit en de landschappelijke inpassing als vaste uitgangspunten bij nieuwbouwplannen te laten zijn; de toekomstige stedenbouwkundige structuur dient aan te sluiten op de ruimtelijke kenmerken, zoals verkaveling, karakter bestaande bebouwing en aanwezige beplantingen;
  • het grotendeels handhaven van de huidige bouwmassa, waardoor de aanwezige structuur van de bebouwing aanwezig blijft;
  • speciale aandacht voor het behoud en de versterking van de groenstructuur;
  • het weren uit de woonstraten van het verkeer met een bestemming elders;
  • het realiseren van nieuwe woningen op mogelijk vrijkomende terrein(en), passend in de schaal en het architectonisch karakter van het dorp;
  • het bevorderen van optimale ontwikkelingsmogelijkheden voor het woongenot van de bestaande woningen door passende regelingen;
  • het bevorderen van de instandhouding van de voorzieningen voor de leefbaarheid van het dorp;
  • het bouwen van levensloopbestendige woningen die voor vele doelgroepen in verschillende levensfasen geschikt zijn, waardoor gedifferentieerde wijken ontstaan;
  • het bouwen of verbouwen van woningen met een optimale energie- en waterbesparing, door het toepassen van een combinatie van maatregelen uit het nationale pakket Duurzaam Bouwen;
  • de verkeersveiligheid, sociale veiligheid en inbraakpreventie belangrijke aspecten te laten zijn bij het bouwen van woningen.

Binnen de begrenzing van het onderhavige plangebied staan in totaal circa 1.300 woningen met ongeveer 3.500 bewoners. In Hollandscheveld is het eigen woningbezit ongeveer 70% tegenover 30% huurwoningen. Een groot gedeelte van deze woningen is vanaf het eind van de zestiger jaren aan de zuidzijde van Het Hoekje en van het Rechtuit gebouwd, met vooral ten noorden van de Riegheidestraat veel rijenwoningen bestaande bestaande uit minimaal vier woningen en maximaal tien woningen aaneengebouwd. In het overige gedeelte zijn overwegend vrijstaande en halfvrijstaande woningen gebouwd.

Het omringende landschap

Het dorp ligt voornamelijk op de grens van een kleinschalig veenontginningslandschap dat vanaf het begin van de zeventiende eeuw ten oosten van Hoogeveen is ontstaan. De eerste bebouwing is ontstaan als verspreide lintbebouwing langs wegen en kanalen (wijken). Later ontwikkelde zich geconcentreerde bebouwing bij de kruispunten van kanalen (nu in de meeste gevallen wegkruisingen).

De ruimtelijke opbouw van het kleinschalig veenontginningslandschap bestaat uit een rechthoekig patroon van wegen en waterlopen, bebouwing en beplanting dat zijn oorsprong vindt in de vervening. De wijken liggen hier dicht op elkaar en de percelen zijn opgedeeld in kleine eenheden. In dit gebied werden na de vervening kleine percelen in gebruik genomen door veenarbeiders die zich hier vestigden. Tevens werd als gevolg van de slechte bodemkwaliteit een groot gedeelte van het gebied ingeplant met bos. Met de komst van de kunstmest werd het mogelijk landbouw te bedrijven en werden ten behoeve hiervan grote delen van het bosgebied gerooid.

De ruimtelijke opbouw van het gebied bestaat uit een complex van bossen (Schoonhoven) in de kern, daaromheen bevindt zich een landschap van kleine bosjes, houtwallen, graslanden en akkers. Langs alle wegen komt tweezijdige wegbeplanting voor, afgewisseld met beplantingssingels. De verspreid liggende bebouwing in één bouwlaag met kap ligt steeds in kleine clusters bij elkaar langs of aan de (vroegere) wijken, waarbij de nokrichting overwegend evenwijdig aan de wijk ligt.

De kleinschaligheid van het gebied, samen met de verspreid staande oorspronkelijke bebouwing worden als waardevol beschouwd. Waardevol is tevens de goed herkenbare ontstaansgeschiedenis van het gebied.

Een klein gedeelte van Hollandscheveld grenst in het zuidwesten aan een grootschalig veenontginningslandschap. Ten zuiden van het Hollandscheveldse Opgaande is er sprake van een landschap dat wordt gekenmerkt door een fijnmazig oost-west georiënteerde parcelering, ontstaan uit de vroegste verveningsperiode. De sloten die deze parcelering gestalte geven, zijn goed herkenbaar in het landschap, met name op die plaatsen waar de randen worden begeleid door bomen. Het gebied wordt voornamelijk gebruikt voor veeteelt en weide en vertegenwoordigt een van de weinige veenweidegebieden in de provincie Drenthe.

Het grootschalige veenontginningsgebied is, op een enkele boerderij en woonhuis na, vrij van bebouwing gebleven. De weinige bebouwing die er voorkomt, bestaat uit agrarische bedrijven of een enkele woning. De bebouwing staat vaak alleen en is onopvallend aanwezig. De bouwhoogte bestaat uit één bouwlaag en is afgedekt met een zadeldak.

Bebouwingslint Hollandscheveldse Opgaande

Op een aantal plaatsen in het ontginningslandschap hebben zich bebouwingslinten ontwikkeld. Het gaat hierbij om linten die de hoofdlijnen van de ontginning aangeven, waarbij vanuit deze linten het gebied grotendeels is ontgonnen.

Alle linten hebben hetzelfde profiel: een weg met aan weerszijden zware boombeplanting met op enige afstand bebouwing. Deze bebouwing ligt in een variërende rooilijn en met een variërende afstand tussen de bebouwing en heeft de nokrichting overwegend haaks op de weg. Het overheersende beeld in de linten is dat van eenvoudige woonhuizen, afgewisseld met enkele bijzondere bebouwingsvormen. Deze laatste bebouwing wijkt het meest af met betrekking tot de ligging en de rijkere detaillering.

De oorspronkelijke bebouwingsstructuur is in de loop van de tijd aangevuld met nieuwbouw, met behoud van een aantal herkenbare openingen, waarbij de doorzichten naar het open landschap zijn blijven bestaan. De waarde van de bebouwing in dit gebied zit in de afleesbaarheid van de ontstaansgeschiedenis.

Riegshoogtendijk en Rechtuit/Zuideropgaande

De eerste bebouwing is ontstaan als verspreide lintbebouwing langs wegen en kanalen. Later ontwikkelde zich geconcentreerde bebouwing bij de kruispunten van kanalen (nu wegkruisingen). Het dorp kent door zijn oorsprong een orthogonale structuur dat duidelijk herkenbaar aanwezig is. De bebouwing laat diverse bouwperioden zien, doordat open plekken in de loop van de tijd zijn opgevuld met nieuwbouw.

De bebouwing staat in één rooilijn op korte afstand van en met de nokrichting overwegend haaks op de weg. De bebouwing heeft een sobere uitstraling en is voornamelijk opgebouwd uit één bouwlaag met een kap. De bebouwing is gebaseerd op een eenvoudige rechthoekige plattegrond en is in de meeste gevallen afgedekt met een zadeldak.

De waarde van dit gebied wordt vooral bepaald door de korrelgrootte van de bebouwing en de herkenbaarheid van de verschillende bouwperioden.

Het Hoekje en omgeving (centrumgebied Hollandscheveld)

Na Hoogeveen is Hollandscheveld de grootste plaats binnen de gemeente. In de loop van de zestiger jaren van de vorige eeuw, na de demping van de wijken en kanalen, is het dorp erg snel gegroeid, waarbij het centrum van het dorp is uitgegroeid tot een gebied met voornamelijk winkelvoorzieningen; het is een verstedelijkt dorpscentrum.

De winkelpanden bestaan uit tot winkel verbouwde (oorspronkelijke) woonhuizen of nieuwgebouwde winkelpanden met brede gevels. De verscheidenheid aan bouwstijlen en volumes is groot. De bebouwing staat aan een straat met een breed profiel, met aan beide zijden een bomenrij. Tussen de bebouwing en de bomenrij bevindt zich een brede voetgangersstrook. De bebouwing staat in de rooilijn, die op de grens van het openbaar gebied ligt en waarvan de nokrichting overwegend haaks op de weg staat. De bouwhoogte varieert van een bouwlaag met een kap tot twee bouwlagen met of zonder kap.

De onderlinge afstand tussen de bebouwing is meestal klein. In de vormgeving is vooral bij de verbouwde woonhuizen onderscheid tussen de verschillende verdiepingen gemaakt. Door de luifels/reclamebalken wordt dit onderscheid nog eens benadrukt. De verschillende bebouwingstypen, de grote etalageramen in de voorgevel en de reclame-uitingen op en bij de bebouwing geven een gedifferentieerd straatbeeld.

De bebouwing zelf is niet zo waardevol, maar het totale straatbeeld wel. Het straatprofiel als ruimtelijke drager met aan beide zijden een bomenrij, is belangrijk voor de samenhang in het ruimtelijk beeld. Het behoud en het eventueel versterken van dat beeld zijn belangrijk voor dit gebied.

De structuur van het gebied wordt bepaald door de brede maten en de lange doorzichten, die samenhangen met het veenkoloniale karakter. Niet alleen Het Hoekje/Rechtuit maar ook de Hendrik Raakweg/Zuideropgaande zijn lange koloniale lijnen die breed van maat zijn en doorlopen tot aan de horizon. Het dorpscentrum wordt dan ook niet bepaald door intieme beslotenheid, maar door ruimte die bijna landschappelijk van maat is. Deze ruimte is één van de meest wezenlijke kenmerken van Hollandscheveld.

Ten noorden van het kruispunt Het Hoekje/Zuideropgaande ligt een natuurlijke hoogte van het dorp met de monumentale N.H. Kerk. Achter de kerk staan hoge waardevolle bomen 'De Brink' met ten westen daarvan een onlangs gerealiseerd zogenaamd atriumgebouw met twee vleugels van elk drie woonlagen met in totaal 36 woonzorgwoningen. De ene vleugel is daarbij georiënteerd op de groene ruimte en de andere zijde op de Basisschool Oostenbrink.

Beide gebieden zijn verbonden door middel van een onderdoorgang met ten zuiden daarvan vier appartementen voor kleine huishoudens.

Het parkeerterrein aan de kant van de Hendrik Raakweg vormt samen met de groene ruimte 'De Brink' één samenhangend geheel dat multifunctioneel gebruikt kan worden en dat op deze manier een afgeleide is van het veenkoloniale karakter van het omringende landschap.

De woongebieden

Deze gebieden kunnen het best worden omschreven als planmatige uitbreidingen. De buurten zijn ruim van opzet met veel openbare ruimte en groen dat veelal geclusterd is. De uitbreidingen hebben als gezamenlijk kenmerk dat ze losstaan van de bestaande nederzettingsstructuur.

Hollandscheveld heeft een rechthoekige wegenstructuur gebaseerd op het stelsel van ondertussen gedempte wijken, die gekenmerkt wordt door langgerekte lijnen in het oude gedeelte van het dorp en korte rechte stukken in het nieuwere gedeelte en haaks hierop staande dwarsverbindingen.

Hierna kwam een periode dat het hoofduitgangspunt van de stedenbouwkundige opzet bestaat uit een hoofdontsluitingsweg (Riegheidestraat, Sellerstraat en Dokter Broekhoffstraat), waarop haaks, overeenkomstig de bestaande kavelvormen doodlopende weggetjes zijn aangesloten. Deze ontsluitingsmogelijkheid is afgeleid van één van de eerste ontginningssystemen rond Hollandscheveld.

Voor de nieuwste uitbreidingsgebieden in zuid en oost is gekozen voor een hoofdontsluitingsweg waarbij door middel van een lusvormige ontsluiting vanaf de hoofdontsluiting de buurten zijn ontsloten zijn (Gentiaan en De Boeten). De woningen zijn voornamelijk in rijen en (half)vrijstaande woningen gekoppeld in stroken gebouwd.

Het beleid binnen deze gebieden is gericht op handhaving, met name de rooilijnen in de voorste bebouwingsgrens en het incidenteel wijzigen van de bebouwing.

Monumenten

Het gemeentelijk beleid voorziet in de bescherming van het nog aanwezige historische cultuurgoed. Hierbij wordt verwezen naar de rijksmonumentenlijst, de provinciale monumentenlijst, de gemeentelijke nota "Hoogeveens Monumentaal" en naar de notitie van sectorale monumentenzorg naar integraal omgevingsbeleid.

Om karakteristieke kenmerken en cultuurhistorische waarden te kunnen beschermen en versterken zijn de provinciale monumenten en gemeentelijke monumenten in het bestemmingsplan extra beschermd. De gebieden met een cultuurhistorische betekenis worden voorzien van een dubbelbestemming "Waarde - Cultuurhistorie". Dit betekent dat in beginsel een pand niet gesloopt mag worden. Handhaving is het uitgangspunt. Mocht dit toch het geval zijn, na bijvoorbeeld een calamiteit als brand, dan is in geval van sloop en herbouw van het pand,een vergunning nodig. De oorspronkelijke hoofdvorm moet weer in ere hersteld worden. Dit om de bouwmassa en uitstraling in dit gebied te garanderen. Voor verbouwingen aan de panden geldt het regime van de Welstandsnota.

In Hollandscheveld is een aantal cultuurhistorisch waardevolle panden aanwezig. Er zijn enkele rijksmonumenten (van landelijk belang) en gemeentelijke monumenten (panden).

De provincie Drenthe heeft haar monumentenbeleid anders vorm gegeven en is een actief (tevens afdwingbaar) beschermingsbeleid gaan voeren met vergunningverlening. Dit betekent dat bij verbouw van de nieuw aangewezen provinciale monumenten een monumentenvergunning nodig zal zijn.

De gemeentelijke monumentale panden in het plangebied, krijgen in het bestemmingsplan een beschermende regeling met een aanduiding "Waarde - Cultuurhistorie.

De rijksmonumenten hebben een bescherming op basis van de Monumentenwet en de Monumentenverordening Gemeente Hoogeveen.

4.1.3 Bedrijven en detailhandel

Uitgangspunt van het beleid van de gemeente ten aanzien van bedrijfsactiviteiten is dat sterk milieuhinderlijke en/of grootschalige bedrijven niet in de dorpen thuishoren doch slechts kunnen worden toegestaan op een industrieterrein.

Voor het dorp Hollandscheveld is het beleid van de gemeente erop gericht de bedrijvigheid te beperken tot:

  • ambachtelijke bedrijven waarbij wordt gedacht aan kleinschalige bedrijven in de ambachtelijke sfeer;
  • kleinschalige bedrijven die verplaatst moeten worden uit bijvoorbeeld het buitengebied;
  • door middel van het verlenen van een afwijking kunnen er binnen de bestemming bedrijven kleinschalige milieuvriendelijke bedrijven worden gevestigd, die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de toegestane bedrijven.

Het bedrijventerrein in Hollandscheveld ligt aan de noordwestzijde van het dorp ten westen van de Riegshoogtendijk. Het terrein wordt omringd door een watergang, waarbij aan de noordzijde nog een groenstrook aanwezig is. Deze strook dient er vooral voor om het zicht vanaf de Riegshoogtendijk op de achterkanten van de percelen, die veelal voor opslagdoeleinden gebruikt worden, af te schermen.

Het bedrijventerrein is aan de oostzijde van de Riegshoogtendijk gescheiden door een groenstrook met een bomenrij, om de woonwijk aan de oostzijde af te schermen van het bedrijventerrein. Er is daarom alleen aan de zuidzijde en de noordzijde van het bedrijventerrein een ontsluiting gemaakt, waarbij de bedrijven gelegen aan de Riegshoogtendijk bereikbaar zijn door middel van een parallelweg.

Het bedrijventerrein ligt aan de rand van het dorp en is vanaf de hoofdstructuur van het dorp onopvallend aanwezig. Vanuit het buitengebied is er direct zicht op het gebied.

De bebouwing staat op korte afstand van elkaar, met de nokrichting haaks op de weg. Op de terreinen komen, bijna als twee-eenheid, de bedrijfsbebouwing en de woonbebouwing samen op een kavel voor. Opvallend is dat de vormgeving van de woning en het bedrijfsgebouw niet altijd op elkaar zijn afgestemd. De woonbebouwing bestaat uit één of twee bouwlagen met of zonder een kap. De bedrijfsbebouwing (loodsen) bestaat uit één bouwvolume met of zonder een kap.

Het woongedeelte is naar de weg gekeerd en het bedrijfsgedeelte bevindt zich achter het woongedeelte.

4.1.4 Verkeer en vervoer

Vervoerswijze en tracékeuze zullen (nog) meer dan tot nu toe moeten stoelen op de visie, dat het kostbare en kwetsbare woonmilieu van de gemeente Hoogeveen in het algemeen en die van het dorp Hollandscheveld in het bijzonder, zowel moet worden beschermd, als hoogwaardig ontsloten. Het particuliere autoverkeer zal ontmoedigd moeten worden, ten gunste van het langzaam verkeer en het openbaar vervoer.

Concreet houdt dit in, dat de verkeersruimten niet worden uitgebreid, maar dat de bestaande infrastructuur beter moet worden benut. Binnen het grootste deel van het plangebied vinden verkeersbewegingen plaats voor het bestemmingsverkeer. De wegen voor het doorgaande verkeer en dus met een grotere stroomfunctie zijn in dit plan het Hollandscheveldse Opgaande, Het Hoekje, het Rechtuit in oost-westrichting, de Riegshoogtendijk en het Zuideropgaande in noord-zuidrichting. Alle wegen zijn echter gecategoriseerd als erftoegangswegen.

Door middel van beheersmaatregelen zullen dan ook binnen deze gebieden doorgaande verkeersbewegingen en een hoge snelheid ontmoedigd moeten worden. De wijze van bestemmen belet deze ontwikkeling niet.

4.1.5 Groen en spelen

Het beleid is er op gericht het groen dat in het dorp aanwezig is te behouden en waar nodig te versterken en uit te breiden. Daarom zijn de belangrijkste boom- en groenstructuren langs de Riegshoogtendijk, het Zuideropgaande en de groene ruimte met zijn zware bomen in het centrum van het dorp met zijn belangrijke boomstructuur bestemd tot groenvoorzieningen. Verder is een aantal groene ruimtes binnen het plangebied, waaronder de aaneengesloten groene ruimten in zuid en het buurtpark in oost, en de groensingels aan de randen van het plangebied met deze bestemming in het plan opgenomen. Ook het bosgebied tussen het Prins Claushof en de Riegheidestraat met een passende bestemming in het plan geregeld.

Het dorp kent één omheinde speeltuin die gelegen is aan de Brummelstraat. Verder is er nog een zevental openbare speelplekken die gelegen zijn aan de Sellerstraat, aan de Dokter Broekhoffstraat, aan de Juffrouw Kiestraatweg, aan de Kreuzestraat, aan de Struikheidestraat, aan de Gentiaan, aan De Bolster en aan De Poste. Een trapveld is gelegen ten oosten van de rijenwoningen aan de Dokter Broekhoffstraat en in het nieuwe buurtpark in oost.

4.1.6 Agrarische gronden

Het beleid voor deze gronden binnen het plangebied is er op gericht, dat de archeologische waarden worden beschermd en dat de landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden behouden blijven.

Er liggen binnen het plan twee agrarische bedrijven, te weten aan het 1e Zandwijkje een groot agrarisch perceel met een voormalig tuincentrum en aan het Hollandscheveldse Opgaande een agrarisch bedrijf.

4.1.7 Water

Alleen in de nieuwste uitbreiding in oost zijn de nog bestaande wijken, het 1e Zandwijkje in noord-zuidrichting, de Dwarswijk in oost-westrichting en een klein gedeelte van de waterschapslossing ten noorden van de Juffrouw Kiestraweg met de bestemming water opgenomen. Naast een bijdrage aan een aantrekkelijk woonmilieu zijn zij ook een tastbaar overblijfsel van de lokale ontstaansgeschiedenis.