Plan: | Pesse, deelplan uitbreiding woningbouw 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20118014002-VG01 |
Het ontwikkelde verkaveling- en inrichtingsplan tonen een ruimtelijk beeld dat gedomineerd wordt door een duidelijke en ruime groenstructuur, openheid in het gebied, kleinschalige woonclusters en een duidelijke relatie tussen wonen en landschap.
In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan de ontsluitingsstructuur, parkeren, groenstructuur en water, bebouwingsstructuur, woningcategorieën, beeldkwaliteit en duurzaamheid.
Het totale stedenbouwkundige ontwerp voorziet in de bouw van 83 woningen. Vanwege de situatie op de huidige woningmarkt en de demografische ontwikkelingen zal het plan gefaseerd worden uitgevoerd. In het bestemmingsplan is het noordelijke plandeel verder uitgewerkt. Dit deel voorziet in de bouw van 56 woningen.
Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de woonwagenlocatie in de noordwest hoek van het gebied. Door de fasering en de flexibiliteit in het plan kan goed worden ingespeeld op de marktomstandigheden. De ontwikkeling en uitgifte wordt bepaald door de daadwerkelijke behoefte. Hiermee wordt bereikt dat er een fasering in de planvorming wordt aangebracht, zoals ook in de woonvisie is opgenomen.
Het zuidelijke plandeel met de bestemming 'agrarisch' kan in een later stadium worden ontwikkeld, wanneer hier daadwerkelijk behoefte aan is.
Afbeelding 5: Verkaveling
De bebouwingsstructuur volgt voor een groot gedeelte de aanwezige en nieuwe groenstructuur welke de dragers van de buurt vormen. Kleine clusters van bebouwing met groene ruimtes benadrukken het dorpse karakter.
Aan de randen van het plangebied zal de bebouwing bestaan uit bescheiden bouwvolumes met een lage gootlijn. Hierdoor ontstaat een goede overgang tussen de nieuwe bebouwing en het landelijke gebied en zal vooral vanuit de omgeving gezien de bebouwing niet domineren. Dit zal mede worden versterkt door de woningen met de voorkant naar buiten te richten. Rommelige achterkanten met schuttingen en allerlei bouwwerken worden zodoende in het overgangsgebied voorkomen.
De bebouwing langs de Oostering volgt de aanwezige open bebouwingsstructuur. Centraal in het plangebied is een variatie in open en gesloten bebouwingsstructuren geprojecteerd. Hieraan gekoppeld zijn hoge en lage gootlijnen mogelijk. Het geheel zorgt voor een gevarieerd bebouwingsbeeld wat past bij het dorpse karakter. Het plangebied is zodanig ingericht dat het in fases als een afgerond geheel kan worden gerealiseerd zonder afbreuk te doen aan de structuur.
Afbeelding 6: Bebouwingsstructuur
Het plangebied wordt ontsloten vanaf de Oostering, in het verlengde van de Veldbrake. Deze (hoofd)ontsluiting komt uit op een centraal in het gebied gelegen groot groen plein (brink) dat omsloten is door wegen. Vanaf dit plein worden via lussen de verschillende woonclusters ontsloten. De centraal in het gebied geprojecteerde noord-zuid as wordt door het plein geknipt in twee delen waardoor 'doorgaand verkeer' zoveel mogelijk wordt voorkomen. Het wegenpatroon bestaat uit bochtige wegen met korte rechtstanden.
Centraal in het gebied is een voetpad van noord naar zuid opgenomen. Langs het noordelijke deel van de (hoofd)ontsluiting ligt het voetpad langs de weg en verder is het opgenomen in de brede groenstroken. Dit voetpad sluit aan op de bestaande voetpaden in het dorp en zorgt zo voor veilige verbindingen naar de verschillende voorzieningen. Vanuit het gebied worden verbindingen gecreëerd voor langzaamverkeer naar het fietspad langs de oostzijde van het plangebied en in zuidelijke richting via een te herstellen oude verbinding richting de Hoogeveenseweg waardoor het “ommetje rond het dorp” wordt uitgebreid.
Afbeelding 7: Ontsluitingsstructuur
Gezien het kleinschalige en dorpse karakter van het gebied hebben alle straten in principe hetzelfde profiel en worden uitgevoerd in een bestratingmateriaal (klinkerbestrating).
Uitgangspunt is dat bij iedere vrijstaande en dubbele woning 2 parkeerplaatsen op eigen erf aanwezig zijn. Voor de rijenwoningen worden 1,8 parkeerplaatsen per woning in het openbare gebied aangelegd. Hiervoor is de parkeernota Hoogeveen (vastgesteld op 21 juni 2011) als uitgangspunt genomen.
Dragers van de groenstructuur zijn de aanwezige waardevolle bomenrijen, gedeeltelijk aangevuld met struweel aan de randen van het plangebied. Deze structuurbepalende elementen vormen de begrenzing van een karakteristieke ruimte behorend bij het esdorpenlandschap. Door toevoegen van groenelementen binnen het gebied wordt de grote ruimte verdeeld in kleinere eenheden, passend bij de voormalige kleinschaligheid van het landschap.
De noord-zuid as bestaat uit een in breedte variërende groenstrook met bomen. Deze groenstrook is een vervolg op de groenstructuur in het dorp langs de Veldbrake en zorgt zodoende voor een geleding van de woonbuurten onderling. Het centrale groene plein (brink) is oost-west georiënteerd en heeft zodoende een duidelijke relatie met het open landschap aan de zuidoost zijde van het plangebied. De grote groene vlek aan de zuidzijde van het plangebied heeft een dubbele functie. Dit lager gelegen plandeel wordt ingericht als waterberging en dient ter vervanging van de ijsbaan.
Afbeelding 8: Groenstructuur
Passend bij het esdorpenlandschap wordt het plangebied omsloten door greppels. De oevers van deze greppels worden naar de binnenkant van het gebied verruimd en het talud wordt flauwer gelegd onder een helling van 1: 4 en een bodemdiepte van minimaal 1 meter. Hierdoor wordt een duidelijke begrenzing gecreëerd tussen het landelijk gebied en het woongebied.
Centraal, noord-zuid door het gebied, wordt nog een bergingsgreppel aangebracht ten behoeve van de afvoer van water naar de ijsbaan. In het zuidelijke lager gelegen deel van het plangebied wordt waterberging in combinatie met een ijsbaan gerealiseerd. Om het water in de berginggreppels langer vast te houden worden de duikerverbindingen tussen de verschillende compartimenten ruim boven de slootbodem aangebracht.
Het water dat niet direct in de bodem kan infiltreren wordt benut voor het vullen van de greppels en de ijsbaan waaruit het dan weer geleidelijk wordt afgevoerd naar het landelijk systeem. In de winter staat de ijsbaan permanent onder water zodat hier in geval van vorst kan worden geschaatst. Dit kan omdat in winterse omstandigheden sprake is van geringe afvoer uit stedelijk gebied. In de winterperiode zal een verdeelwerk het water van het greppelsysteem direct naar de waterschapssloot sturen en niet meer door de ijsbaan.
Indien nog geen vorst wordt verwacht kan de ijsbaan zo nodig voor 1x100 jaar niveaus worden gebruikt. Het watersysteem bestaat dus uit een goed herkenbaar infiltratie- en afvoersysteem van greppels en ijsbaan. Het bergend vermogen van het systeem is ruim voldoende om in extreme situaties het overtollige water op te vangen. De waterschapssloot langs de westzijde van het gebied wordt niet in de berging betrokken.
De wegen zullen in de lengte- en dwarsrichting het water zoveel mogelijk oppervlakkig afvoeren naar de bergingsgreppels. Om in de lengterichting af te kunnen voeren zal het wegprofiel desnoods in een hol v-profiel worden gebracht. Het verhard oppervlak zal tot een minimum beperkt blijven. Voor een optimale grondwateraanvulling zal een zo gering mogelijk percentage waterdichte verharding worden toegepast.
Omdat het regenwater in principe op eigen perceel moet worden verwerkt zal per woning/gebouw een infiltratievoorziening op eigen terrein worden aangebracht ter grootte van circa 1,5 á 2 m3. De infiltratievoorziening kan via een infiltratiekolk vullen of overlopen naar de straat. Het huishoudelijk afvalwater wordt apart van het regenwater ingezameld en afgevoerd naar de rioolwaterzuivering.
Afbeelding 9: Waterstructuur