Plan: | Fluitenberg, deelplan uitbreiding woningbouw 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20118010002-VG01 |
In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met Europese en nationale wetgeving en beleid ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. De gevolgen van natuurwet- en regelgeving voor dit bestemmingsplan zijn in beeld gebracht door adviesbureau Ecogroen Advies BV. In 2007 is een eerste verkenning uitgevoerd naar de natuurwaarden van de uitbreidingslocaties in Fluitenberg. De resultaten zijn vastgelegd in het rapport 'Verkenning van natuurwaarden op 20 mogelijke
uitbreidingslocaties in de gemeente Hoogeveen' (kenmerk: 06248) van 26 april 2007. In 2011 heeft een actualisatie plaatsgevonden van dit onderzoek. De resultaten van deze natuurtoets zijn opgenomen in het rapport 'Actualisatie quickscan natuurtoets woningbouwlocaties Fluitenberg' (kenmerk: 10-452/1) van 26 augustus 2011 (Bijlage 8 Natuurtoets woningbouwlocaties) en in het rapport 'Quickscan natuurtoets Fluitenbergseweg 34-44, Fluitenberg' (kenmerk: 09256) van 6 november 2009 (Bijlage 9 Natuurtoets Fluitenbergseweg 34-44). Naar aanleiding van het laatst genoemde onderzoek is een aanvullend vleermuis- en broedvogelonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de woningen aan de Fluitenbergseweg 34-44. De resultaten zijn opgenomen in de notitie 'Aanvullend vleermuis- en broedvogelonderzoek Fluitenbergseweg 34-44, Fluitenberg', (kenmerk 12-050) van 30 oktober 2012 (Bijlage 10 Vleermuis- en broedvogelonderzoek Fluitenbergseweg
34-44).
Gebiedsbescherming
Voor wat betreft de gebiedsbescherming geldt dat in en in de nabijheid van het plangebied geen sprake is van gebieden die zijn aangewezen als Natura 2000-gebied. Effecten van de uitbreidingslocaties op dergelijke gebieden zijn niet te verwachten en een vervolgtraject in het kader van de Natuurbeschermingswet en de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) (voorheen Nota Ruimte) is dan ook niet aan de orde. De locaties lagen voorheen in de ecologische verbindingszone (EVZ). De kaart met daarop de ecologische hoofdstructuur (EHS) en de EVZ van de provincie Drenthe is op 18 september 2012 geactualiseerd. Het plangebied, en dus alle drie de deellocaties in Fluitenberg, liggen nu niet meer in de EVZ of in de EHS. Ten zuiden van Fluitenberg is het gebied rond het Oude Diep heringericht tot natuurgebied 'Oude Kene', hiermee is invulling gegeven aan de ecologische verbindingszone en dit gebied is aangemerkt als EHS. Op basis van de ligging en de aard en omvang van de plannen is aantasting van wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS niet aan de orde. Mede omdat de planlocaties direct aansluiten op het dorp Fluitenberg.
Soortenbescherming
Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de Flora- en faunawet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn aangewezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. Het bevoegd gezag kan onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen verlenen.
Uit de natuurtoets komt naar voren dat de ecologische kwaliteiten van de locatie 'Vijfhoek' en 'Schuinedijk' beperkt zijn. Binnen deze locaties zijn geen juridisch zwaarder beschermde soorten van de Flora- en faunawet (tabel 2 of 3 soorten) of ´bedreigde´ of ´ernstig bedreigde´ soorten van Rode lijsten bekend. Op basis van de aanwezige biotopen wordt echter wel een vliegroute van vleermuizen vermoed langs de Schuinedijk. In de planvorming wordt de bestaande beplanting langs de Schuinedijk zoveel mogelijk gehandhaafd en waar mogelijk nog versterkt.
De bebouwing die aanwezig is op de locatie 'Fluitenbergseweg' zal op termijn worden vervangen door nieuwbouw. Uit het ecologisch onderzoek van 6 november 2009 en 30 oktober 2012 is gebleken dat in de te slopen bebouwing aan de Fluitenbergseweg 34-44 verblijfplaatsen en nestplaatsen van de in de Flora- en faunawet beschermde Laatvlieger, Gewone dwergvleermuis en Huismus zijn aangetroffen.
Laatvlieger
Van Laatvlieger zijn een kraamkolonie en vier omliggende satelliet-(zomer)verblijfplaatsen aangetroffen. Op 19 juli 2011 zijn op deze locatie circa 75 uitvliegende Laatvliegers waargenomen (www.waarneming.nl). Op 28 juni 2012 werden tijdens het onderzoek minimaal 34 uitvliegende exemplaren waargenomen in dezelfde bebouwing.
Er zijn vier zomerverblijfplaatsen van 1 tot 5 exemplaren aangetroffen in de woningen. De bebouwing in het plangebied vormt mogelijk een belangrijk onderdeel van de populatie Laatvliegers in Fluitenberg en nabije omgeving. Dit wordt mede ondersteund door het feit dat in de nabijheid van de te slopen woningen geen vergelijkbare woningtypen aanwezig zijn. De bebouwing wordt naar verwachting ook als overwinteringslocatie gebruikt door de soort.
Gewone dwergvleermuis
Naast de verblijfplaatsen van Laatvlieger zijn een paarverblijfplaats en twee zomerverblijfplaatsen (van 2 tot 8 exemplaren) van Gewone dwergvleermuis vastgesteld in het plangebied. De bebouwing wordt naar verwachting ook als overwinteringslocatie gebruikt door de soort.
Broedvogels met jaarrond beschermde nesten
Er zijn tijdens het veldbezoek in maart 2012 circa 6 nestplaatsen van Huismus vastgesteld in de te slopen bebouwing. Nesten van andere jaarrond beschermde broedvogels waren op voorhand niet te verwachten en zijn ook niet aangetroffen in het plangebied gedurende het onderzoek.
Overige broedvogels
Door de aanwezigheid van groenstructuren in en in de directe omgeving het plangebied, is broedbiotoop aanwezig voor vogels van tuinen en struwelen zoals Zanglijster, Winterkoning, Merel, Roodborst, Zwartkop, Vink, Groenling, Houtduif, Turkse tortel, Kauw en Heggenmus.
Overige soorten
Andere strikt beschermde soorten zijn niet vastgesteld in het plangebied en worden op basis van het uitgevoerde onderzoek ook niet verwacht. Beperkte overwintering van laag beschermde (Ff-wet tabel 1) amfibieën onder beplanting en dergelijke is mogelijk wel te verwachten. Tevens zijn verspreid in het onderzoeksgebied vaste verblijfplaatsen van enkele algemeen voorkomende, laag beschermde (Ff-wet tabel 1) zoogdiersoorten als Egel en Huisspitsmuis te verwachten.
Wettelijk kader
De Laatvlieger, Gewone dwergvleermuis en de Huismus zijn beschermde soorten op grond van de Flora- en faunawet. Op grond van artikel 11 van de Flora- en Faunawet is het verboden om nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde inheemse diersoorten te beschadigen, te vernielen , uit te halen, weg te nemen of te verstoren.
Daarom zal indien de planning van de sloopwerkzaamheden op de locatie 'Fluitenbergseweg' bekend is, op grond van artikel 75 van de Flora- en faunawet een ontheffing worden aangevraagd. Een ontheffing wordt verleend indien er geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort.
De ontheffing zal worden aangevraagd op grond van 'dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale en economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten.
Instandhouding van de soort
Door de sloop van de 6 woningen op de locatie 'Fluitenbergseweg' zijn negatieve effecten op de soorten Laatvlieger, Gewone dwergvleermuis en de Huismus te verwachten.
Laatvlieger
Laatvlieger is een (vrij) algemene soort in Nederland en ook in de bebouwde kom van Fluitenberg en Hoogeveen. Omdat de locatie 'Fluitenbergseweg' voor Laatvlieger een belangrijke (kraam)functie heeft, is mogelijk op lokaal niveau wel de gunstige staat van instandhouding van Laatvlieger in het geding door de plannen. Om de gunstige staat van instandhouding duurzaam te kunnen garanderen, dienen daarom maatregelen te worden genomen, die voor vervangende verblijfsruimte voor de aanwezige individuen zorgen en waarbij de eindsituatie weer geschikt is voor de soort.
Gewone dwergvleermuis
Gewone dwergvleermuis is een (zeer) algemene soort in Nederland en ook in de bebouwde kom van Fluitenberg en Hoogeveen. Omdat het plangebied slechts een klein onderdeel vormt van de grotere populatie Gewone dwergvleermuizen in Fluitenberg en omgeving is de gunstige staat van instandhouding van de soort op lokaal niveau niet in het geding door de plannen.
Om dit duurzaam te kunnen garanderen, dienen wel maatregelen te worden genomen waarmee wordt gezorgd voor (tijdelijke) vervangende verblijfsruimte voor de aanwezige individuen en dient de eindsituatie weer geschikt te zijn voor de soort.
Vliegroutes en foerageergebieden vleermuizen
Van veel vleermuissoorten is bekend dat zij gedurende lange tijd gebruik kunnen maken van dezelfde structuren voor de oriëntatie en daarlangs van hun verblijfplaats naar de foerageergebieden trekken. Vanwege dit traditiegetrouwe gedrag van vleermuizen vormen bepaalde lijnvormige structuren (bv. rijen woningen, watergangen en singels) een belangrijk onderdeel van een vliegroute. Wanneer alternatieve structuren ontbreken zijn dergelijke structuren 'onmisbaar' en zodoende beschermd. De bestaande bebouwing op de locatie Fluitenbergseweg zal op termijn worden verwijderd. Omdat in de nieuwe situatie genoeg geschikte vervangende elementen (woningen) aanwezig zijn, is hier echter geen sprake van onmisbare lijnvormige structuren. Het plan geeft daarom geen aanleiding schade te veronderstellen aan de migratiemogelijkheden van vleermuizen.
Foerageergebied van vleermuizen geniet binnen de Flora- en faunawetgeving geen juridische bescherming, tenzij het onmisbaar is voor het voortbestaan van een populatie. Dit is in deze situatie niet het geval, omdat het plangebied gezien de geringe omvang en de terreingesteldheid niet onmisbaar is en in zowel de huidige als toekomstige situatie geschikt is als foerageergebied voor vleermuizen.
Huismus
Huismus is een algemene soort in Nederland en ook in de bebouwde kom van Fluitenberg. Omdat het plangebied slechts een klein onderdeel vormt van de grotere populatie Huismussen in Fluitenberg en omgeving, is de gunstige staat van instandhouding van de soort op lokaal niveau niet in het geding door de plannen. Om dit duurzaam te kunnen garanderen dienen wel maatregelen te worden genomen waarmee wordt gezorgd voor (tijdelijke) vervangende verblijfsruimte voor de aanwezige individuen en dient de eindsituatie weer geschikt te zijn voor de soort.
Maatregelen
Om de negatieve effecten op de Laatvlieger, de Gewone dwergvleermuis en de Huismus tot een minimum te beperken, zullen de maatregelen benoemd in het Activiteitenplan (Bijlage 11
Activiteitenplan) worden uitgevoerd. De voorgestelde maatregelen zijn gebaseerd op de door Dienst regelingen uitgegeven soortenstandaard voor de Gewone dwergvleermuis en de Huismus en recent verleende ontheffingen van de Flora- en faunawet voor de Laatvlieger, waarbij de maatregelen zijn toegespitst op de specifieke situatie in Fluitenberg.
Kort samengevat zal bij de planning van de sloopwerkzaamheden op de locatie 'Fluitenbergseweg' rekening worden gehouden met de seizoensactiviteiten van de Laatvlieger, de Gewone dwergvleermuis en de Huismus. Hiermee wordt verstoring van deze soorten in de meest kwetsbare perioden voorkomen.
Ruim voorafgaand (minimaal 1 kraamseizoen (mei-augustus)) aan de sloopwerkzaamheden dient de nieuwbouw op de locaties 'Vijfhoek' en 'Schuinedijk' gerealiseerd te zijn. In deze nieuwbouw zijn permanente voorzieningen aangebracht voor de Laatvlieger en de Gewone dwergvleermuis. Omdat voor Laatvlieger nog geen voorzieningen bekend zijn die bewezen effectief zijn, worden de condities(temperatuurverloop, oriëntatie, constructie etc.) van de huidige kraamverblijfplaats aan de Fluitenbergseweg overgenomen in de nieuwbouw. Er worden minimaal 32 plekken in de nieuwbouw geschikt gemaakt voor zowel de Laatvlieger als de Gewone dwergvleermuis. In de nieuwbouw op de locatie 'Schuinedijk' worden tevens 12 nestlocaties voor de Huismus gerealiseerd.
De maatregelen zijn in overeenstemming met de initiatiefnemer opgenomen in het Activiteitenplan. De uitvoering van de maatregelen vindt plaats in overleg met de initiatiefnemer, uitvoerder en een (vleermuis)deskundige van een ecologisch adviesbureau.
Belang van de ingreep
In de Structuurvisie 2015-2030, die op 23 december 2004 is vastgesteld, is besloten om geen nieuwe uitbreidingswijk voor Hoogeveen aan te leggen, maar om in Hoogeveen inbreidingslocaties op te vullen, verouderde woonwijken te herontwikkelen en om kleinschalige nieuwbouw in de dorpen te realiseren. Het project Woningbouw Dorpen, opgenomen in het uitvoeringsprogramma van de Structuurvisie, speelt in op deze insteek.
De Woonvisie 2011 - 2020 "Focus op een aantrekkelijke stad" is op 1 december 2011 door de gemeenteraad vastgesteld. Hierin is het woonbeleid van de gemeente Hoogeveen opgenomen. De groeiambitie wordt niet concreet vastgesteld, maar biedt ruimte om in te spelen op de daadwerkelijke woningbehoefte (alleen richtinggevend). De in het bestemmingsplan mogelijk te maken woningbouw valt binnen de kaders van deze vigerende beleidsvisies.
In 'Beslisdocument fase 1 Fluitenberg' worden vijf kansrijke locaties genoemd en zijn drie voorkeurslocaties aangewezen, waaronder de locatie 'Fluitenbergseweg'. Deze drie locaties zijn op 15 mei 2008 vastgesteld door de gemeenteraad. In eerste instantie waren alleen de locaties 'Vijfhoek' en 'Schuinedijk' in beeld. Op verzoek van de bewoners, die deelnamen aan de werkgroep 'Woningbouw Dorpen' is de locatie 'Fluitenbergseweg' er als derde inbreidingslocatie aan toegevoegd. Dit is een goede locatie, omdat de huidige woningen van woningstichting Actium op deze locatie sterk zijn verouderd. De woningen voldoen niet meer aan de huidige kwaliteitseisen die aan woningbouw worden gesteld. Deze woningen zijn klein, slecht geïsoleerd en bieden een kwalitatief laag leefklimaat. Achter deze woningen van Actium heeft de gemeente Hoogeveen nog een lege grondkavel liggen. Zodoende kunnen maximaal 12 woningen op deze locatie gerealiseerd worden, zonder een grote verstorende impact te hebben op het dorp en gaat het niet ten koste van het omliggende landschap.
Conclusie
Het plan wordt op basis van de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet uitvoerbaar geacht. Woningbouw aan de Fluitenbergseweg is locatiespecifiek. Het betreft vervangende nieuwbouw van bestaande woningbouw, die sterk verouderd is en niet meer voldoet aan de kwaliteitseisen voor een goed woon- en leefklimaat. Voorafgaan aan de sloopwerkzaamheden op de locatie 'Fluitenbergseweg' wordt voor voldoende alternatief gezorgd, dat kwantitatief en kwalitatief overeenkomt met de huidige rust- en verblijfplaatsen voor Laatvlieger, Gewone dwergvleermuis en Huismus.
Met inachtneming van de voorgestelde maatregelen en de begeleiding van de werkzaamheden door een deskundig ecoloog zal de verstoring tot een minimum worden beperkt, omdat er buiten de kwetsbare perioden van de genoemde soorten wordt gewerkt. Hierdoor komt de gunstige staat van instandhouding van deze soorten niet in gevaar.
De voorgestelde maatregelen zijn in lijn met de soortenstandaards voor de Gewone dwergvleermuis en de Huismus, die zijn opgesteld door Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) en met eerder verleende ontheffingen voor de Laatvlieger.
Het bestemmingsplan heeft een planperiode van 10 jaar en een ontheffing heeft slechts een geldigheidsduur van 3 jaar. Aangezien de sloopwerkzaamheden pas aanvangen als er (voldoende) nieuwbouw op de locatie 'Schuinedijk' en 'Vijfhoek' is gerealiseerd, wordt niet aanbevolen om nu al een ontheffing aan te vragen bij het ministerie van EL&I. Dienst Regelingen van het ministerie van EL&I geeft op basis van het reeds opgestelde Activiteitenplan geen voorlopige beoordeling of een ontheffing kan worden verleend.
Echter, gezien bovenstaande kan er met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vanuit worden gegaan dat er zicht is op het verkrijgen van een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet voor de werkzaamheden die woningbouw op de locatie 'Fluitenbergseweg' mogelijk moeten maken.