direct naar inhoud van 5.3 Water
Plan: Fluitenberg, deelplan uitbreiding woningbouw 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20118010002-VG01

5.3 Water

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het verplicht de Watertoets uit te voeren. De Watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten (Bijlage 6 Watertoets Schuinedijk) en (Bijlage 7 Watertoets Vijfhoek).

Beleidskader
In het waterbeheer zijn drie grote beleidsthema's:
1. Voor het dagelijkse waterbeheer is dat het Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR). Doel daarvan is gedurende een heel groot deel van het jaar die wateromstandigheden te realiseren die het beste passen bij de functie zoals de provincies die hebben vastgesteld.
2. Om in extreem natte en extreem droge omstandigheden de schade als gevolg van wateroverlast of watertekort te beperken, kennen we WB21. Hierin zit de trits vasthouden-bergen-afvoeren als voorkeursvolgorde en afwegingskader en het principe van niet afwentelen. Het stedelijk gebied dient dus waterneutraal te zijn. Mocht dit door de enige goede redenen - de veiligheid is ernstig in het geding, de kosten zijn te hoog, er spelen nijpende ruimtevraagstukken - niet kunnen, dan komen het waterschap en de gemeente passende afspraken overeen. Doel is het watersysteem zo in te richten dat het in extreme omstandigheden en in de toekomst goed functioneert.
3. Voor het bereiken van de goede ecologische toestand van het water zijn er de Europese richtlijnen voor ecologie en waterkwaliteit. Dit thema bestaat uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Vogel- en Habitatrichtlijnen (vertaald in Flora- en Faunawet en Natuurbeschermingswet). Doel daarvan is dat alle Europese wateren, zowel oppervlaktewater als grondwater, zich in 2015 in een goede ecologische en goede chemische toestand bevinden. Met goede argumenten is uitstel mogelijk tot uiterlijk 2027. Voor de Natura 2000-gebieden is geen uitstel mogelijk.

Deze drie thema's hangen zo met elkaar samen dat het niet mogelijk is ze afzonderlijk van elkaar te realiseren. Daarom wordt ervoor gezorgd dat het watersysteem tijdig op orde is, duurzaam is ingericht, voldoet aan de landelijke normen voor het voorkomen van wateroverlast, bijdraagt aan het bereiken van grond- en oppervlaktewaterpeilen in relatie tot de functies van die wateren en gebieden, wordt verdroging tegengegaan en wordt rekening gehouden met de eisen vanuit de KRW.

Om aan deze punten te voldoen is in december 2009 de Waterwet in werking getreden. Deze Waterwet vervangt acht bestaande wetten voor het waterbeheer in Nederland. Deze wet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. Ook verbetert deze wet de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Hierdoor zijn waterschappen, gemeenten en provincies beter in staat wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de waterwet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, natuur, landbouw, industrie en recreatie. Op basis van deze functies worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water. De instrumenten vanuit de Waterwet zijn Waterplannen (rijk en provincie), waterbeheerplannen (waterbeheerder) en vergunningen.

Planbeschrijving
Het plangebied Fluitenberg bestaat uit 3 delen, gelegen aan de randen van de kern Fluitenberg. Daarmee ligt het plan in het beheersgebied van Waterschap Reest en Wieden. Het plangebied bestrijkt een totale oppervlakte van ongeveer 3,7 ha. Binnen of in de nabijheid van het plangebied bevindt zich een aantal schouwsloten en hoofdwatergangen van het waterschap. Op de grondwatertrappenkaart van het waterschap valt het plan 'Fluitenberg' in een gebied met grondwatertrap VI. De maximale grondwaterstand ligt daarmee in theorie tussen de 40 en 80 cm onder het maaiveld. Binnen het nog onbebouwde gebied en andere delen van de kern Fluitenberg zijn geen gevallen van grondwateroverlast bekend. In het gebied kunnen door aanwezige
leemlaagjes schijngrondwaterstanden voorkomen.

Riolering
Het plangebied zal worden uitgerust met een vuilwaterriool. Voor regenwater zijn voor de verschillende locaties verschillende oplossingen. Op de locatie Schuinedijk zal regenwater van het westelijk deel via een infiltratieriool worden geïnfiltreerd of afgevoerd naar de watergang ten westen van het terrein. Regenwater van de oostelijke helft wordt via goten verzameld in een greppel/wadi. Regenwater van de oostelijke helft van de locatie Schuinedijk wordt gedeeltelijk via een infiltratieriool en een greppelsysteem naar de watergang aan de westzijde van de locatie Schuinedijk afgevoerd. Op de percelen is gekozen voor het bergen/infilteren van 20 mm per m2 verhard oppervlak op eigen terrein. Overtollig regenwater van particuliere percelen kan bovengronds worden aangeboden via de oprit of een overstortputje op de erfgrens.

Op de locatie 'Vijfhoek' zal geen regenwaterriool worden aangelegd. Hemelwater van de wegen zal via eenzelfde greppelstructuur worden afgevoerd naar de watergang aan de Schuinedijk. Ook hier wordt op de percelen op dezelfde manier en hoeveelheid van bergen/infiltreren toegepast als op de locatie Schuinedijk.

Voor de locatie Fluitenbergseweg kunnen nog geen uitgangspunten worden genoemd.

Waterkwantiteit
Problemen met water moeten niet worden afgewenteld. De bedoeling is om bij uitbreiding de veerkracht van het watersysteem in Fluitenberg te vergroten.
Bij een toename van verhard oppervlak zoals daken en verharding, zal meer regenwater worden afgevoerd in plaats van infiltreren. Waterschap Reest en Wieden hanteert daarom een compensatieregel. Deze compensatie geschiedt, door nieuw oppervlaktewater aan te leggen binnen hetzelfde gebied. Binnen dit oppervlak moet minstens 25 mm x het nieuw te realiseren verhard oppervlak geborgen worden. In dit plan wordt de straatverharding bij bijvoorbeeld locatie Schuinedijk uitgebreid met maximaal ca. 2211 m2. Dit betekent voor de compensatieregel de onderstaande rekensom:

De straat verharding heeft een totaal oppervlakte van 2211 m2.

0.025 m x 2211 m2 = 55 m3 te bergen hoeveelheid water.

De wegen, het infiltratieriool en de bestaande greppelstructuur voeren het water vertraagd af richting de watergangen in Fluitenberg. De gevraagde hoeveelheid berging zit in het infiltratieriool en de greppel. Daarbij voorziet het regenwater de watergang ten oosten van locatie Schuinedijk van voldoende vulling. Deze staat in de huidige situatie vaak (te) droog.

In bovenstaande berekening is voor locatie Schuinedijk het water van de particuliere percelen niet meegerekend. Hier wordt rekening gehouden met een berging van 20 mm op het eigen perceel, zoals eerder genoemd. Een zelfde rekenvoorbeeld geldt voor de Vijfhoek.

Vanwege het duurzame karakter van de nieuwbouwwijk past hergebruik van regenwater in dit plaatje. Regenwater kan ook worden opgevangen in een tank (onder bijvoorbeeld de oprit of voortuin). Regenwater leent zich bij uitstek voor toiletspoeling en wasmachine. Dergelijke systemen zijn relatief goedkoop, passen in de duurzame gedachte en besparen kostbaar drinkwater. Overtollig water kan via kratten infiltreren of alsnog oppervlakkig worden aangeboden.
Bij de aanleg van een sedumdak met een degelijke dikte (vanaf 7 à 10 cm) rekent het waterschap het dakoppervlak niet mee als verhard oppervlak. Hiervoor hoeft dan ook niet gecompenseerd te worden.

Een combinatie van oplossingen is natuurlijk ook mogelijk.

Bij nieuwbouw, die past binnen de kaders van dit bestemmingsplan, zal rekening gehouden worden met bovenstaande compensatieregeling. Bij een bestemmingsplanwijziging voor bijvoorbeeld bouwwerkzaamheden zal het gewijzigde plan opnieuw wederom ter toetsing worden voorgelegd aan Waterschap Reest en Wieden.

Waterkwaliteit
Water in en om het woon- en leefgebied moet van goede kwaliteit zijn. Om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater te waarborgen zal bij nieuwbouwprojecten geen gebruik gemaakt worden van milieubezwaarlijke bouwmaterialen, die de kwaliteit van het water en de waterbodem negatief kunnen beïnvloeden. Uitlogende materialen zoals zink, lood en dakmastiek behoren tot deze categorie.

Door het toepassen van variatie in oevermodellen bij watergangen, greppels en wadi's kunnen karakteristieke wateren worden ontwikkeld die uitstekend passen binnen het lokale sfeerbeeld. Dit komt de waterkwaliteit en ecologie in het gebied ten goede.

Beheer en onderhoud
Omdat in het plangebied watergangen van het waterschap aanwezig zijn moet rekening gehouden worden met de benodigde ruimte voor onderhoud en beheer. Bij onderhoud vanaf de kant geldt een obstakelvrije zone van 5 meter vanaf de boveninsteek van de watergang.
Voor werkzaamheden in, aan of rondom deze watergangen moet op grond van de Waterwet een verguning aangevraagd worden bij het waterschap.

Invloed op de waterhuishouding
Het plan bevindt zich niet in een beekdal of risicogebied en is er geen grote wateroverlast als gevolg van overstromingen geconstateerd.
Het plan ligt niet in een zone van hydrologische beïnvloeding. Kleine wijzigingen in de grondwaterstand binnen het peilbeheer van het waterschap hebben geen directe invloed op de omliggende functies van het plan. Grotere verschillen in de grondwaterstand kunnen eventueel wel invloed op de omliggende functies hebben.


afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20118010002-VG01_0011.png"

Afbeelding 12:Bestaande waterhuishouding rond de locatie Vijfhoek.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20118010002-VG01_0012.png"

Afbeelding 13:Bestaande waterhuishouding rond locatie Schuinedijk.


Proces
De initiatiefnemer heeft het waterschap tijdig ingelicht over de planvorming. Hierdoor heeft het waterschap de initiatiefnemer goed op de hoogte kunnen stellen van de waterhuishoudkundige aspecten binnen het plan. Indien tijdens de uitvoering waterhuishoudkundige aspecten aan bod komen, wordt het waterschap daarover ingelicht.

Wateradvies Waterschap Reest en Wieden
De bestemming en grootte van het plan hebben een geringe invloed op de waterhuishouding. De procedure voor de standaard watertoets is gevolgd. Afwijkingen met betrekking tot het beleid zijn door de initiatiefnemer voldoende onderbouwd. Waterschap Reest en Wieden komt met het advies dat met de bovenstaande waterparagraaf de wateraspecten van waterschap Reest en Wieden voldoende zijn belicht. Het waterschap geeft voor dit plan dan ook een positief wateradvies.