Plan: | Nieuwlande 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20098021001-VG02 |
Bij ieder besluit dat de kwaliteit van de lucht kan beïnvloeden moet worden gekeken naar de verwachte luchtkwaliteit (zie bijlage 4 Luchtkwaliteit). Bij bestemmingsplannen is het van belang te bezien hoe de luchtkwaliteit zich gedraagt gedurende de planperiode. Hierbij worden de volgende stoffen beoordeeld: benzeen, kool(stof)monoxide (CO), lood, stikstofdioxide (NO2), zwaveldioxide (SO2) en zwevende deeltjes als PM10 (ook wel fijn stof genoemd).
In de (directe) omgeving van het plangebied zijn geen industriële bronnen aanwezig die een negatief effect hebben op de luchtkwaliteit. Dit houdt in dat de verkeersbewegingen bepalend zijn voor de luchtkwaliteit in het gebied. Aangezien in dit plan het verkeer de bron is van verontreinigende stoffen, zijn alleen stikstofdioxide en fijn stof gemodelleerd. De overige in de Wet milieubeheer aangewezen stoffen spelen in dit plangebied geen rol.
Op basis van de verkeersgegevens heeft Ingenieursbureau Spreen een berekening gemaakt van de luchtkwaliteit voor het referentiejaar 2009 en de prognosejaren 2010 en 2020. Daarvoor zijn maatgevende berekeningspunten langs de rand van wegen (5 meter uit het hart van de weg) gebruikt. Uit het rapport van 21 januari 2009 met nummer 080185.03L blijkt dat gedurende de planperiode geen overschrijding van de grenswaarden voor luchtkwaliteit plaatsvindt.