direct naar inhoud van 5.2 Bodem
Plan: Nieuwlande 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20098021001-VG02

5.2 Bodem

Het betreffende gebied betreft het kern van het dorp Nieuwlande. Binnen het gebied is een variatie van gebruiken aanwezig, waaronder landbouw, bouwgrond, wonen, wegen, etc. Het gebied was van oorsprong hoogveengebied wat in de afgelopen eeuw is afgegraven.

Binnen het plangebied waren destijds watergangen ten behoeve van de ontwatering van het veen aanwezig. In de loop van de tijd zijn veel van deze watergangen gedempt. Vermoedelijk werd hier grond uit de directe omgeving voor gebruikt, maar daarover bestaat geen zekerheid. Gedempte watergangen krijgen daarom standaard een aanduiding potentieel ernstig verontreinigd. Gemeente Hoogeveen heeft de ervaring dat de gedempte watergangen in Hoogeveen zelf voornamelijk gedempt zijn met grond uit de directe omgeving en voornamelijk geen ernstige verontreinigingen bevat. Alleen een milieuhygiënisch bodemonderzoek kan hierin duidelijkheid verschaffen.

In een dossieronderzoek is een inventarisatie gemaakt van alle potentiële bodemverontreinigende activiteiten (=PBVA). Hierbij zijn de volgende archieven geraadpleegd :

  • Kamer van koophandelregister;
  • Ondergrondse tankenbestand (op basis van actie tankslag I en II);
  • Archief van Stichting Bodem Sanering in gebruik zijnde Bedrijfsterreinen;
  • Hinderwetarchief;
  • Archief van de vigerende Wet Milieubeheer vergunningen.

In verband met de aanwezigheid van dempingen van watergangen, (voormalige) erfverhardingen, stortplaatsen en dergelijke is een luchtfoto onderzoek uitgevoerd.

Een onderscheid in potentie (urgentie of ernst) is aan te brengen op basis van de activiteiten en/of gebruikte producten. Als voorbeeld kan worden gegeven dat een benzineservicestation sneller tot een bodemverontreiniging leidt dan een autodetailhandel zonder reparatie. De activiteiten zijn landelijk in vier categorieën ingedeeld: Potentieel Urgent (PU), Potentieel Ernstig (PE), Potentieel Verontreinigd (PV) en potentieel Niet Verontreinigd (NV).

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20098021001-VG02_0008.jpg"

Grafisch zijn de posities van de locaties in bovenstaande afbeelding opgenomen. Zoals voorgaand al opgemerkt zijn de potentieel verontreinigde locaties afkomstig uit historische gegevens en bestaan vooral uit gedempte sloten. Hoewel er geen aanleiding is (ernstige) verontreiniging aan te treffen, kan alleen een analyse van bodemmonsters daarover uitsluitsel geven.

Enkele percelen binnen het gebied zijn in het verleden milieuhygiënisch onderzocht. Deze onderzochte locaties zijn eveneens in de afbeelding opgenomen. Het gaat hier om onderzoeken die bij de gemeente bekend zijn (bodemarchief gemeente). De meeste onderzoeken zijn niet meer als actueel te beschouwen, aangezien wettelijk is bepaald dat gegevens slechts gedurende 5 jaar mogen worden gebruikt.

Op basis van de huidige situatie, gebruik en historische informatie, kan geconcludeerd worden dat er potentieel bodemverontreinigingen te verwachten zijn, die een belemmering kunnen gaan vormen voor een eventuele herontwikkeling van (een deel van) het gebied. Alvorens (een deel van) het gebied ontwikkeld gaat worden, dient hier bodemonderzoek plaats te vinden ter plaatse van alle geconstateerde potentiële bodemverontreinigende activiteiten.

Gezien het feit dat de herziening van dit bestemmingsplan conserverend van aard is, is onderzoek naar de bodemkwaliteit in dit geval achterwege gebleven.

Verder is het gebruikelijk dat bij bouwactiviteiten de kwaliteit van de bodem wordt onderzocht. In een beperkt aantal gevallen is onderzoek voorhanden. In vervolgonderzoek zal de beschikbare informatie worden meegewogen of eventuele verontreinigingen voldoende in beeld zijn gebracht en of een sanering dient te worden uitgevoerd. Te allen tijde dient verontreinigde bodem op een verantwoorde wijze te worden afgevoerd.

MFC

Voor het gebied ter plaatse van de ontwikkeling van het MFC is in 2010 een bodemonderzoek uitgevoerd door Outline Consultancy. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in het rapport 'Verkennend en nader bodemonderzoek Akkerweg/Brugstraat te Nieuwlande'(rapportnr B10K0013) van 21 mei 2010 Bijlage 7 Bodemonderzoek

.

In het grondwater zijn zware metalen (barium, kobalt, lood, koper, nikkel), benzeen en dichloorpropanen in licht verhoogde concentraties aangetroffen. Het slib in de meest zuidelijke watergang in het onderzochte gebied is geclassificeerd als 'niet toepasbaar'. Indien de watergang gedempt wordt, dient het slib afgevoerd te worden naar een erkende verwerker. Het slib uit de andere sloot kan op de wal worden verspreid alvorens de sloot te dempen.

Op het perceel achter de Brugstraat 2 en 6 en Akkerweg 26 is een matig verhoogde concentratie zink en een licht verhoogd gehalte aan koper, lood en PAK vastgesteld.

In het nader onderzoek is de omvang en de ernst van de verontreiniging met zink, koper, lood en PAK bepaald. Het betreft een geval van ernstige bodemverontreiniging.

Uit het verkennend onderzoek is ook gebleken dat in de gedempte watergang (diepte van

0.5 – 1 m – mv) een sterk verhoogd gehalte aan nikkel, een matig verhoogd gehalte zink en een licht verhoogd gehalte aan cadmium is aangetroffen. In het nader onderzoek is de grootte van deze verontreiniging bepaald. Lokaal is ook een spot met een sterke verontreiniging aan minerale olie aangetroffen. Ook hier is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Gezien de blootstellingsrisico's bij het huidige gebruik is er in dit geval geen noodzaak tot spoedige sanering.

Uit bovenstaande gegevens blijkt dat de locatie ter hoogte van Brugstraat 2 en de gedempte watergang zonder nadere maatregelen niet zondermeer geschikt is voor het toekomstige beoogde gebruik. Er dienen saneringsmaatregelen getroffen te worden. De provincie Drenthe is in deze het bevoegd gezag.

Verder is het gebruikelijk dat bij bouwactiviteiten de kwaliteit van de bodem wordt onderzocht. In een beperkt aantal gevallen is onderzoek voorhanden. In vervolgonderzoek zal de beschikbare informatie worden meegewogen of eventuele verontreinigingen voldoende in beeld zijn gebracht en of een sanering dient te worden uitgevoerd. Te allen tijde dient verontreinigde bodem op een verantwoorde wijze te worden afgevoerd.

Diffuse bodemkwaliteit

De kern van Nieuwlande maakt deel uit van het bodembeheerplan van de gemeente Hoogeveen. Volgens deze kaart zijn in het gebied geen tot hoogstens licht verhoogde achtergrondwaarden voor zware metalen en PAK te verwachten.

Grondverzet

Bij grondverzet dient men te streven naar een gesloten grondbalans. In situaties, waar grond vrij gaat komen, wordt sterk aanbevolen om de kwaliteit van de vrijkomende bodem analytisch vast te stellen. Uiteraard dient het onderzoek representatief te zijn voor de hele vrijkomende partij.

Voor het toepassen van grond gelden de spelregels voor grondverzet die zijn vastgesteld in het Besluit bodemkwaliteit. Informatie over het toepassen van grond kunnen worden verkregen bij het Ingenieursbureau van de gemeente Hoogeveen en VROM/SenterNovem.