Plan: | Oost / Oranjebuurt 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20098013001-VG02 |
In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met Europees en Nationaal beleid en wetgeving ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming. De gevolgen van natuurwet- en regelgeving voor dit bestemmingsplan zijn in beeld gebracht in het rapport 'Natuurtoets bestemmingsplanactualisatie Oost-Oranjebuurt, Hoogeveen' (rapportnr. 08-376/05) van 13 april 2010 (bijlage 3).
Gebiedsbescherming
Voor wat betreft de gebiedsbescherming geldt dat in en in de nabijheid van het plangebied geen sprake is van gebieden die zijn aangewezen als Speciale Beschermingszone (SBZ) in de zin van de Europese Vogel- of Habitatrichtlijn. Ook liggen er geen onderdelen van de EHS binnen de invloedssfeer van het bestemmingsplangebied. Er zijn geen waardevolle ecologische structuren aanwezig zoals vermeld op de POP II-kaart 7, die onderdeel uitmaakt van het Provinciaal Omgevingsplan (POPII). Deze kaart is inmiddels vervallen, omdat POPII is vervangen door de Provinciale Omgevingsvisie (vastgesteld 2 juni 2010)..
Soortenbescherming
Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de Flora- en faunawet wet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn of worden aanwezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust- verblijfplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. Het bevoegd gezag kan onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen verlenen.
Uit de natuurtoets komt naar voren dat de ecologische kwaliteiten van het plangebied beperkt zijn. Binnen het bestemmingsplangebied zijn - met uitzondering van broedvogels en zoogdieren - geen juridisch zwaarder beschermde soorten van Flora en faunawet Tabel 2/3 of 'bedreigde' of 'ernstig bedreigde' soorten van Rode lijsten bekend. Op basis van de aanwezige biotopen kunnen echter wel vleermuizen verwacht worden in bomen of bebouwing. Mogelijk is ook een vaste verblijfplaats van de middelhoog beschermde Steenmarter (Flora- en faunawet Tabel 2) aanwezig.
Bij ruimtelijke ingrepen en activiteiten in het bestemmingsplangebied dient altijd rekening gehouden te worden met de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten uit de Flora- en faunawet. Voor elk voornemen waarvan niet met zekerheid is uit te sluiten dat er effecten op beschermde soorten optreden is een toetsing aan de Flora- en faunawet noodzakelijk. Omdat sprake is van een grotendeels conserverend bestemmingsplan wordt het bestemmingsplan op het punt van vigerende natuurwet- en regelgeving uitvoerbaar geacht. Van de drie locaties waar bestemmingsplanwijzigingen zijn voorzien, is in de voormalige bibliotheek aanvullend onderzoek naar vleermuizen en jaarrond beschermde broedvogels noodzakelijk. Aanvullend onderzoek naar vleermuizen en broedvogels is bij het kerkgebouw aan de Bentinckslaan alleen nodig wanneer de aanwezige spouwmuren geïsoleerd worden. Op het terrein van de autohandel aan de Grote Kerkstraat is geen aanvullend onderzoek noodzakelijk.