direct naar inhoud van 5.3 Water
Plan: Oost / Oranjebuurt 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20098013001-VG02

5.3 Water

Beleidskader

In het waterbeheer zijn drie grote beleidsthema's:

  • 1. Voor het dagelijkse waterbeheer is dat het Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR). Doel daarvan is gedurende een heel groot deel van het jaar die wateromstandigheden te realiseren die het beste passen bij de functie zoals de provincies die hebben vastgesteld.
  • 2. Om in extreem natte en extreem droge omstandigheden de schade als gevolg van wateroverlast of watertekort te beperken, kennen we WB21. Hierin zit de trits vasthouden-bergen-afvoeren als voorkeursvolgorde en afwegingskader en het principe van niet afwentelen. Het stedelijk gebied dient dus waterneutraal te zijn. Mocht dit door enige goede reden – de veiligheid is ernstig in het geding, de kosten zijn te hoog, er spelen nijpende ruimtevraagstukken – niet kunnen, dan komen het waterschap en de gemeente passende afspraken overeen. Doel is het watersysteem zo in te richten dat het in extreme omstandigheden en in de toekomst goed functioneert.
  • 3. Voor het bereiken van de goede ecologische toestand van het water zijn er de Europese richtlijnen voor ecologie en waterkwaliteit. Dit thema bestaat uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Vogel- en Habitatrichtlijnen (vertaald in Flora- en Faunawet en Natuurbeschermingswet). Doel daarvan is dat alle Europese wateren, zowel oppervlaktewater als grondwater, zich in 2015 in een goede ecologische en goede chemische toestand bevinden. Met goede argumenten is uitstel mogelijk tot uiterlijk 2027. Voor de Natura 2000-gebieden is geen uitstel mogelijk.

Deze drie thema's hangen zo met elkaar samen dat het niet mogelijk is ze afzonderlijk van elkaar te realiseren. Dat doen we dus ook niet en we zorgen er voor dat het watersysteem tijdig op orde is, duurzaam is ingericht, voldoet aan de landelijke normen voor het voorkomen van wateroverlast, bijdraagt aan het bereiken van grond- en oppervlaktewaterpeilen in relatie tot de functies van die wateren en gebieden, we gaan verdroging tegen en houden rekening met de eisen vanuit de KRW.

Om aan deze punten te voldoen is in december 2009 de Waterwet in werking getreden. Deze wet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. Ook verbetert deze wet de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Hierdoor zijn waterschappen, gemeenten en provincies beter in staat wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de waterwet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, natuur, landbouw, industrie en recreatie. Op basis van deze functies worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water. De instrumenten vanuit de Waterwet zijn Waterplannen (rijk en provincie), waterbeheerplannen (waterbeheerder) en vergunningen.

Planbeschrijving

De wijk 'Oost/Oranjebuurt' bevindt zich in het centrum van de gemeente Hoogeveen en ligt daarmee in het beheersgebied van Waterschap Reest en Wieden en in het stroomgebied van de Hoogeveense Vaart. Het plangebied bestrijkt een totale oppervlakte van ca. 48 ha. In het plangebied bevindt zich een schouwsloot van het waterschap, het betreft de watergang langs de Kanaalweg. Op de grondwatertrappenkaart van het waterschap valt Oost/Oranjebuurt in een gebied met grondwatertrappen VI en VII. Bekend is dat er binnen 0- 3,0 m-mv een slecht doorlatende laag voorkomt. Binnen het gebied zijn geen gevallen van grondwateroverlast bekend. Het betreft hier een plan met een conserverend karakter.

Riolering

Binnen het plangebied is een gemengd rioolstelsel aanwezig. Bij nieuwbouw, die past binnen de kaders van dit bestemmingsplan, zal rekening worden gehouden met de mogelijkheden tot afkoppelen. Omdat binnen dit plan geen rioolvernieuwing zal plaatsvinden, zal het afgekoppelde regenwater eerst op het gemengde stelsel worden geloosd. Mocht in de toekomst een gescheiden stelsel worden aangelegd, dan is de voorziening reeds aanwezig om het terrein relatief gemakkelijk en snel af te kunnen koppelen. Om de kwaliteit van het grond- en oppervlakte water te waarborgen zal bij nieuwbouwprojecten geen gebruik gemaakt worden van milieubezwaarlijke bouwmaterialen, die de kwaliteit van het water en de waterbodem negatief kunnen beïnvloeden. Uitlogende materialen zoals zink, lood en dakmastiek behoren tot deze categorie.

Waterkwantiteit

Bij een toename van verhard oppervlak zoals daken en verharding, zal meer regenwater worden afgevoerd in plaats van infiltreren. Waterschap Reest en Wieden hanteert daarom de regel dat, indien er een toename van verhard oppervlak is, er gecompenseerd moet worden. Deze compensatie geschiedt, door 10% van het toegenomen verhard oppervlak als nieuw oppervlaktewater aan te leggen binnen hetzelfde gebied. Ook kan gedacht worden aan de aanleg van waterbergende verharding of sedumdaken. Hierdoor zal regenwater vertraagd worden afgevoerd. In het geval van bestemmingsplan Oost/Oranjebuurt is geen sprake van een toename van het verhard oppervlak, omdat het hier een conserverend plan betreft. Bij nieuwbouw, die past binnen de kaders van dit bestemmingsplan, zal rekening gehouden worden met deze compensatieregeling. De uitwerking van deze nieuwbouw geldt onder de voorwaarde dat de bestaande waterhuishoudkundige situatie niet verslechterd en wordt verbeterd om te voldoen aan de maatstaven van het huidige moderne waterbeheer. Bij een bestemmingsplanwijziging ten behoeve van een ontwikkellocatie dient het plan opnieuw te worden voorgelegd aan Waterschap Reest en Wieden.

Invloed op de waterhuishouding

Het plan bevindt zich niet in een beekdal of risicogebied en in het verleden is geen grondwateroverlast of wateroverlast als gevolg van overstromingen geconstateerd. Het plan ligt niet in een zone van hydrologische beïnvloeding. Kleine wijzigingen in de grondwaterstand binnen het peilbeheer van het waterschap hebben geen invloed op de omliggende functies van het plan. Grotere verschillen in de grondwaterstand kunnen wel invloed op de omliggende functies hebben. Hoge grondwaterstanden maken traditioneel bouwen onmogelijk. Het grondgebruik kan verslechteren en er bestaat een verhoogde kans op wateroverlast.

Proces

De initiatiefnemer heeft het waterschap tijdig ingelicht over de planvorming. Hierdoor heeft het waterschap de initiatiefnemer goed op de hoogte kunnen stellen van de waterhuishoudkundige aspecten binnen het plan. Indien tijdens de uitvoering waterhuishoudkundige aspecten aan bod komen, wordt het Waterschap daarover ingelicht.

Wateradvies Waterschap Reest en Wieden

De bestemming en grootte van het plan hebben een geringe invloed op de waterhuishouding. De procedure voor de standaard watertoets is gevolgd. Afwijkingen met betrekking tot het beleid zijn door de initiatiefnemer voldoende onderbouwd. Waterschap Reest en Wieden komt tot het volgende advies d.d. 30 juni 2011 (bijlage 2):
De procedure in het kader van de watertoets is goed doorlopen conform de Handreiking Watertoets III. Waterschap Reest en Wieden geeft een positief wateradvies.