Plan: | Emmen Kapelstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0114.2010027-0003 |
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), dat in oktober 2004 van kracht werd, verplicht het bevoegd gezag de externe veiligheid mee te wegen in het beleid. Het Bevi stelt grenzen aan het risico dat bedrijven mogen veroorzaken voor hun omgeving (het 'plaatsgebonden risico'). Zo moet er tussen risicovolle bedrijven en risicogevoelige objecten (bijvoorbeeld woningen, scholen) een bepaalde afstand blijven, om mensen in de omgeving te beschermen. Daarnaast gaat het besluit in op de kans op een ramp waarbij een groep mensen betrokken is (het 'groepsrisico'). Voor het groepsrisico geldt dat onderbouwing van het risico plaats dient te vinden als er besluiten genomen moeten worden die vermeld zijn in de artikelen 4 en 5 van het BEVI. Voor het vaststellen van het besluit dient het bestuur van de Hulpverleningsdienst Drenthe in de gelegenheid gesteld te worden advies uit te brengen over het groepsrisico en de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval. Het Bevi dient te worden toegepast voorafgaande aan de vaststelling van een bestemmingsplan. Beoordeeld dient te worden of voor burgers het minimum beschermingsniveau gehandhaafd wordt. Een nadere concretisering van het besluit is opgenomen in de (ministeriële) "Regeling externe veiligheid inrichtingen" (Revi) Hierin zijn onder andere de LPG-afstanden (Plaatsgebonden Risicocontouren) opgenomen.
Naast het BEVI is er ook de "Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen, 2006." Deze Nota geeft de beleidsuitgangspunten weer voor het op te stellen Basisnet welk wettelijke verankerd wordt om veiligheidszones om weg, vaarwegen en spoor uit te zetten. De nota sluit aan op het BEVI waarin het beleid over de afweging van de veiligheidsbelangen die een rol spelen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen in relatie tot de omgeving uiteengezet wordt.
Vanuit de brandweer is richting gegeven aan het beoogde veiligheidsniveau van (de gebouwen in) het plangebied van het bestemmingsplan Emmen Kapelstraat . Hierbij is getoetst aan bestaande regelgeving en normen voor (externe) veiligheid, bereikbaarheid, bluswatervoorziening, repressieve dekking en alarmsystemen welke onderdeel zijn van de veiligheidsketen.
Het plangebied is geïnventariseerd op de zogenoemde Bevi-bedrijven (vergunde situatie en feitelijke situatie). Hieruit blijkt dat in het plangebied geen BEVI bedrijven gesitueerd zijn.
Er voert geen routering gevaarlijke stoffen danwel waterweg hiervoor bedoeld in de nabijheid van het plan waardoor een belemmering zou kunnen ontstaan.
Wel voert ten oosten van het plan een spoortraceé waarover gevaarlijke stoffen vervoerd worden. Het plangebied ligt buiten de PR 10-6 van het spoor, maar binnen de risicocontour van het invloedsgebied. Ten opzichte van de "oude" situatie (kantoorpand) zal de toename van bevolkingdichtheid in de avonduren toenemen. Deze is echter dusdanig laag, dat geen sprake is van een significante toe- of afname waardoor verantwoording van het groepsrisico opnieuw aan de orde zou zijn.
Er zijn geen buisleidingen waardoor gevaarlijke stoffen vervoerd worden in de nabijheid van het plangebied aanwezig waarvan hinder t.a.v. de ontwikkeling ondervonden wordt.
Er zijn geen hoogspanningslijnen in de nabijheid van het plangebied aanwezig waarvan hinder t.a.v. de ontwikkeling ondervonden wordt.
Op gebied van Fysieke veiligheid zijn er voor de toekomstige ontwikkeling aan de Kapelstraat geen belemmeringen te verwachten.
Zodra plannen ontwikkeld worden dient de brandweer in een vroeg stadium bij de plannen betrokken te worden om op basis van het beoogde veiligheidsniveau een advies te kunnen uitbrengen. De "Handreiking toetsing Ruimtelijke Ontwikkelings- en bestemmingsplannen, eisen m.b.t. veiligheid" opgesteld door brandweer Emmen is hierbij een hulpmiddel dat bij het toetsen van nieuwe ruimtelijke plannen gehanteerd dient te worden. Voor het gebied Emmen, Kapelstraat 65 geldt dat voor de inrichting van het gebied zijn de volgende zaken van belang zijn:
Er zijn geen BEVI inrichtingen in de directe nabijheid die een beperkende werking op het voornemen hebben.
Er voert geen routering gevaarlijke stoffen danwel waterweg hiervoor bedoeld in de nabijheid van het plan waardoor een belemmering zou kunnen ontstaan.Wel voert ten oosten van het plan een spoortraceé waarover gevaarlijke stoffen vervoerd worden. Het plangebied ligt buiten de PR 10-6 van het spoor, maar binnen de risicocontour van het invloedsgebied. Ten opzichte van de "oude" situatie (kantoorpand) zal de toename van bevolkingdichtheid in de avonduren toenemen. Deze is echter dusdanig laag, dat geen sprake is van een significante toe- of afname waardoor verantwoording van het groepsrisico opnieuw aan de orde zou zijn.
Er zijn geen buisleidingen waardoor gevaarlijke stoffen vervoerd worden in de nabijheid van het plangebied aanwezig waarvan hinder t.a.v. de ontwikkeling ondervonden wordt.
Er zijn geen hoogspanningslijnen in de nabijheid van het plangebied aanwezig waarvan hinder t.a.v. de ontwikkeling ondervonden wordt.
Qua bereikbaarheid is het in hoofdzaak dat een object / gebied van 2 kanten bereikbaar dient te zijn.In het onderhavige plan wordt hieraan voldaan.
Bluswatervoorziening dient in principe zo geregeld te worden dat binnen 40 meter van de toegang van een object een toereikende openbare bluswatervoorziening met in principe een capaciteit van 60 m³/h aanwezig is.Momenteel is een voorziening, brandkraan, ter hoogte van de Kapelstraat 65 aanwezig, opdat hieraan wordt voldaan. Deze voorziening dient in stand te worden gehouden.
Op 18 maart 2008 heeft het college het basisbrandweerzorg niveau vastgesteld. Besloten is dat een eerste brandweerenheid in 80% van de gevallen binnen 15 minuten na alarmering op het hulpverleningsadres aanwezig dient te zijn.In de uitwerking van het collegebesluit is tevens aangegeven dat indien bij toekomstige situaties de landelijk geldende normtijden worden overschreden er in overleg met de brandweer besproken dient te worden welke compenserende maatregelen getroffen dienen te worden. Gezien de ligging van het object is de verwachting dat binnen 15 minuten het eerste uitrukvoertuig ter plaatse zal zijn. Tevens wordt aan de landelijke normtijden voldaan.
Ten aanzien van de dekking van het Waarschuwingsalarmeringsstelsel dienen de richtlijnen van het "Handleiding voorbereiding sirenelocaties", versie 3 d.d. 20 februari 2006, aangehouden te worden.