direct naar inhoud van 4.3 Archeologie en monumenten
Plan: Buitengebied Emmen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009072-0710

4.3 Archeologie en monumenten

In het kader van een Culturele Alliantie tussen de gemeente Emmen en de provincie Drenthe heeft de gemeente Emmen een inventarisatie en een daarop gebaseerde beleidsadvieskaart Archeologie laten opstellen. In het kader van de beleidsadvieskaart Archeologie is door adviesbureau Arcadis uitgebreid onderzoek gedaan naar de specifieke Emmense archeologische waarden. De bevindingen zijn opgenomen in het Basisrapport archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart van Emmen (Arcadis). In Bijlage 2 is een samenvatting van dit rapport opgenomen.

De door Arcadis verzamelde data is in dit bestemmingsplan vertaald in de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie". Met de vertaling in categorieën is op eenvoudige wijze voor het gehele buitengebied van de gemeente Emmen in beeld gebracht of archeologische waarden in het geding zijn of kunnen zijn en zo ja, op welke manier daarmee dient te worden omgegaan.

In de dubbelbestemming worden de maatregelen aangegeven die bij bodemverstorende activiteiten aan de verschillende archeologische waarden gekoppeld zijn. Dit betreft het vaststellen van minimum ondergrenzen qua oppervlak en diepte van bodemverstorende ingrepen waarbij archeologisch onderzoek wordt verplicht. Activiteiten die daar binnen vallen zijn dus vrijgesteld van de verplichting tot archeologisch onderzoek. De gestelde ondergrenzen zijn afgestemd op de inhoudelijke afweging wanneer in de betreffende situatie de zorg voor het bodemarchief gewaarborgd wordt.

Er is een onderverdeling gemaakt in 4 categorieën "Waarde - Archeologie". Daarnaast zijn er nog de archeologische monumenten die een beschermde status hebben en waar het Rijk bevoegd gezag over is en de gebieden waarvoor geen eisen tot archeologisch onderzoek worden gesteld en die daardoor geen dubbelbestemming in een bestemmingsplan krijgen. Zie onderstaande tabel:

Categorie   Archeologische waarden   Oppervlakte   Diepte   Drainage  
Rijksmonument   Beschermd   0 m2   30 cm (+10 cm).   Verbod  
Waarde - Archeologie 1   Zeer hoge archeologische waarde   0 m2   30 cm (+10 cm).   Verbod  
Waarde - Archeologie 2   hoge archeologische verwachting (bufferzone AMK-terreinen)   100 m2   30 cm (+10 cm).   Verbod  
Waarde - Archeologie 3   Middelhoge of hoge verwachting   1000 m2   30 cm (+10 cm).   Verbod  
Waarde - Archeologie 4   Middelhoge of hoge verwachting   1000 m2   30 cm (+10 cm).   Toegestaan  
-   Lage verwachting   nvt   nvt   Toegestaan  
-   Geen verwachting   nvt   nvt   Toegestaan  

Tabel 5: Onderscheid dubbelbestemmingen "Waarde - Archeologie"

Rijksmonumenten
Omdat de Rijksmonumenten al uitputtend zijn beschermd via het wettelijke stelsel van de Monumentenwet (zie artikel 11 MW) zijn in dit bestemmingsplan geen aanvullende regels opgenomen. Een zone van 50 meter rondom het wettelijk beschermde gebied is bestempeld tot gebied met hoge archeologische verwachting (Waarde - Archeologie 2).

Waarde - archeologie 1 en 2: Archeologische monumenten (AMK-terreinen)
Dit zijn terreinen met als behoudenswaardig gekwalificeerde archeologische resten. Deze terreinen zijn door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de provincies samengesteld en op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) opgenomen. Emmen heeft in totaal 96 AMK terreinen (waaronder de 37 beschermde monumenten), overwegend gelegen op de Hondsrug. Het uitgangspunt is om de aanwezige archeologische resten zoveel mogelijk in de bodem te behouden.

Voor Waarde - Archeologie 1 is een minimumoppervlak voor bodemverstoringen opgenomen van 0 m² en een diepte van 30 cm onder maaiveld. Dit betreft alle AMK-terreinen met uitzondering van de historische kernen.

Onder Waarde - Archeologie 2 vallen terreinen met hoge archeologische verwachting. Dit betreft in dit bestemmingsplan de buffers van 50 meter rondom de AMK-terreinen. Gelet op de omvang van eventuele aanwezige sporen en structuren, hebben beperkte bodemingrepen een aanvaardbare invloed op het bodemarchief. Het plan hanteert hier een vrijstellingsgrens van 100 m2 en 30 cm diepte.

Bij terreinen met een agrarische bestemming geldt een vrijstelling van de onderzoeksplicht voor niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het oplossen van een verdichte bodemstructuur (niet-kerend woelen) tot maximaal 10 centimeter onder de bouwvoor, de zogenaamde woellaag. Algemeen aanvaard is een bouwvoordiepte van 30 cm (30 cm +10 cm principe).

Waarde - archeologie 3 en 4: Gebieden met hoge of middelhoge archeologische waarden
Dit zijn gebieden waar op basis van de geologische en bodemkundige opbouw en reeds aangetroffen archeologische resten een (middel)hoge kans op het aantreffen van (intacte) archeologische vindplaatsen bestaat. Deze zones worden gekenmerkt door een - al dan niet verscholen onder het huidige maaiveld - redelijk gaaf landschap met dekzandruggen en dekzandkoppen. Van concrete vindplaatsen is hier echter vooralsnog geen sprake. In hoofdzaak geldt een grote trefkans op nederzettingen, grafvelden, losse boerderijen, wegen, dijken, linies, kleine jachtkampen en losse vondsten uit alle perioden. In Emmen zijn dit globaal het gedeelte op de Hondsrug, de beekdalen en de delen van het veengebied dat niet tot in de ondergrond zijn ontgonnen.

Voor deze categorieën is een minimumoppervlak voor bodemverstoringen opgenomen van 1000 m² en een diepte van 30 cm onder maaiveld. Bij terreinen met een agrarische bestemming geldt een vrijstelling van de onderzoeksplicht voor niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het oplossen van een verdichte bodemstructuur (niet-kerend woelen) tot maximaal 10 centimeter onder de bouwvoor, de zogenaamde woellaag. Algemeen aanvaard is een bouwvoordiepte van 30 cm (30 cm +10 cm principe). Voor het normaal agrarische gebruik van de gronden geldt geen enkele vergunning of onderzoeksverplichting.

Waarde - Archeologie 3 is apart opgenomen omdat dit terreinen zijn waar naast bovenstaande bepalingen een drainageverbod geldt. Hiervoor is gekozen vanwege de aanwezigheid van essen/plaggendekken, zoals aangegeven op de bodemkaart.

Gebieden met lage archeologische waarde/verwachting
Het gaat om gebieden waar de kans op het aantreffen van archeologische sporen klein wordt geacht. Dit kan zijn vanwege de bodemkundige opbouw, een lage dichtheid van archeologische resten/sporen of vanwege bodemverstorende activiteiten naderhand zoals ontginningen. Het betreft met name de ontgonnen veengebieden die in het verleden laag waren gelegen en een hoge grondwaterstand kenden. Er is hier geen sprake van concreet aanwijsbare vindplaatsen en de kans op het aantreffen van sporen en vondsten is klein. Deze gebieden zijn vrijgesteld voor archeologisch onderzoek.

Gebieden met geen archeologische verwachting
Dit betreft gebieden waar de kans op het aantreffen van archeologische sporen zeer klein wordt geacht. Dit kan zijn vanwege de bodemkundige opbouw of vanwege bodemverstorende activiteiten naderhand zoals ontgrondingen, saneringen, zware funderingen etc. In dit geval is de verstoring met zekerheid bekend door bijvoorbeeld reeds uitgevoerd archeologisch onderzoek. Deze gebieden zijn daarom niet in bestemmingsplannen weergegeven.