Plan: | Barger-Compascuum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0114.2009065-0701 |
Figuur 4-6: Barger-Compascuum en omgeving 1912
Figuur 4-7: Barger-Compascuum en omgeving 1929
Landschap in historisch perspectief
Al ver voordat het gebied werd bewoond en het veen werd ontgonnen was de omgeving van Barger-Compascuum in gebruik als weidegronden. Ten tijde dat het veen tussen de Hannoveraanse dorpen Rutenbrock en Lindloh nog een aaneengesloten geheel was, hadden de bewoners van Ober- en Niederlangen en van Altharen het recht om het stuk van het veenoppervlak tot aan de Runde door hun vee te laten beweiden. Dit was hen geschonken door de bisschop van Munster. Door dit recht om samen te weiden (jus compascui) ontstond de naam Compascuum. Barger-Compascuum betekent samengevat; gemeenschappelijke weide van (Noord- en Zuid) Barge. Barge betekent; bij de berg.
De rechten om het vee samen te weiden resulteerde aan de Runde vaak in felle (grens)twisten. De kaart van de archeologische reconstructie geeft ook aan dat al voor 1850 het gebied langs De Runde ten noordwesten van het huidige centrum werd beweid.
Figuur 4-8: Archeologische reconstructie Barger-Compascuum en omgeving
Rond 1860 streken de eerste, met name uit Duitsland afkomstige, katholieke boekweitboeren zich langs de Runde. Zij vestigden zich langs zowel ten oosten als ten westen van de Runde aan de randen van de veenmoskussens. Het gebied rondom Barger-Compascuum werd zo een groot boekweitcultuurgebied op het veen. De boekweitboeren huurden hun akkers van markegenoten van Noord- en Zuid-Barge.
Figuur 4-9: Veenmoskussens Boekweitcultuur Barger-Compascuum
Figuur 4-10: Barger-Compascuum en omgeving 1935
Figuur 4-11: Barger-Compascuum en omgeving 1954
Oorspronkelijk behoorde het gehele gebied rondom Barger-Compascuum tot de marke van Noord- en Zuid-Barge. Echter na 1860 kwam het gebied ten westen van de Runde in andere handen dan het gebied ten oosten van De Runde. Ten westen van de Runde en ten zuiden van Emmer-Erfscheidingsveen lag het Smeulveen, 972ha groot, en dit werd in 1874 in zijn geheel gekocht door de Groningse industriële familie Scholten.
Het Barger-Compascuum, gelegen ten oosten van de Runde en ten zuiden van het Emmer-Compascuum was 1700ha groot. In 1860 werd dit in zijn geheel van de Barger boeren gekocht door Mr. C. Hiddingh, advocaat te Assen. Hiddingh handelde mede op last van H.F. Gosselaar, Lucas Oldenhuis Tonckens (burgemeester van Emmen) en A.W. van Holthe tot Echten. Na problemen over weiderechten werd in 1864 ca. 450ha van het compascuum aan de Duitsers afgestaan. In 1866 gingen de eigenaren over tot deling van hun bezit. In 1891 werd het waterschap Barger-Compascuum gevormd, 1320ha groot. De concessie voor vervening was toen nog niet aangevraagd.
Begin van de 20e eeuw werd de nederzetting ingesloten door de vervening. Daarna veranderde het kleinschalige landbouwlandschap in een grootschalige veenkolonie met lintbebouwing langs het Verlengde Oosterdiep. De nederzettingstructuur van de boekweitboeren is met de vervening vrijwel geheel verdwenen.
De hoogveenontginningen bij Barger-Compascuum
Het gebied rondom Barger-Compascuum is volgens twee verschillende systemen verveend. Het gebied ten westen van Barger-Compascuum c.q. Verlengde Oosterdiep is ontgonnen volgens het modern enkel kanaal systeem met de wijken eenzijdig op het kanaal. Dit ontginningstype heet modern enkel kanaal door het verschil in schaal met de oudere veenkoloniën. De plaatsen zijn namelijk ca. 200m breed in plaats van 180m bij de oudere ontginningen. Karakteristiek voor dit systeem is dat er geen verschil bestaat tussen kanaal, hoofdwijk en zijwijken. De wijken monden rechtstreeks uit in het kanaal. Hierdoor zijn er nogal wat bruggen nodig, namelijk voor iedere veenplaats één (zie ook de topografische kaart 1929).
Het gebied ten westen van de Runde, het Rundeveen met de weg Berkenrode is na 1935 gedeeltelijk verveend. In 1954 was een groot deel van dit gebied nog in vervening. In 1966 is hier het huidige Veenpark gesticht.
Figuur 4-12: Ontginningstructuur Barger-Compascuum rond 1955
Het gebied ten oosten van Barger-Compascuum is verveend volgens het bloksysteem met wijken. Ook dit is een systeem van de jonge veenkoloniën. Karakteristiek voor dit systeem is dat hoofdwijken op het kanaal uitmonden. Loodrecht op deze hoofdwijk werden wederom hoofdwijken aangelegd. Bij Barger-Compascuum zijn dit Hoofdwijk III en de, van latere datum, Limietwijk. Hoofdwijk III sloot in het zuiden eveneens aan op de Verlengde Hoogeveensche Vaart. Hoofdwijk III en de Limietwijk lopen dus evenwijdig aan het Verlengde Oosterdiep. Loodrecht op deze wijken werden de zijwijkjes aangelegd en werd het veen ontgonnen.
Figuur 4-13: Barger-Compascuum en omgeving 1964
Figuur 4-14: Barger-Compascuum en omgeving 1975
De bodemkaart laat zien welke gebieden slechts gedeeltelijk of niet zijn verveend (code: Avo; veen in ontginning en aVs; veenmosveen).
Figuur 4-15: Bodemkaart Barger-Compascuum en omgeving
Dorpsstructuur historisch
De structuur van het dorp is onder invloed van de hoogveenontginningen sterk veranderd. Oorspronkelijk lag het centrum, te weten de RK kerk, begraafplaats en school op de kruising van de (vermoedelijk oude veenweg) de Postweg en de, inmiddels verdwenen, weg naar Emmer-Compascuum. Dit centrum lag in een gebied waar boekweitboeren waren gevestigd langs de huidige weg Berkenrode, de verdwenen zuidelijke voortzetting van deze weg richting Zwartemeer, de verdwenen weg naar Emmer-Compascuum en de Limietweg.
Begin van de 20e eeuw werd de nederzetting ingesloten door de vervening en veranderde het oorspronkelijke landbouwdorp in een veenkoloniaal dorp met lintbebouwing langs het Verlengde Oosterdiep. Er werd een nieuwe kerk en school gebouwd bij de kruising Postweg – Verlengde Oosterdiep. Bij de kruising vestigden zich ook andere voorzieningen zoals winkels.
Met de vervening verdween niet alleen de oude weg naar Emmer-Compascuum en de weg Runddiep maar ook de daaraan gevestigde bebouwing van de boekweitboeren. Op dit moment zijn langs de weg Berkenrode slechts twee boerderijtjes een restant uit de boekweittijd.
Op de plaats van het oude centrum werd in de periode 1965 – 1975 het museumdorp 't Oale Compas ingericht. Zo is een groepje oude woningtypen, een school. kerk en een molen gebouwd. In de jaren daarna is dit museumdorp verder uitgebreid tot het huidige Veenpark.
Na 1935 is het dorp vanuit de kruising Postweg – Verlengde Oosterdiep verder uitgebreid. Eerst aan de westkant van het Verlengde Oosterdiep. Na 1954, maar vooral na 1964, breidde het dorp zich aan de oostzijde van het kanaal uit.
Groenstructuur historisch
Voor de vervening bestond de groenstructuur uit bomen c.q. bos rondom de oude kerk, begraafplaats en de school. Daarnaast werd het beeld bepaald door privégroen bestaande uit houtwalletjes, bomenrijen en bosjes bij de boerderijen van de boekweitboeren.
Na 1954 zijn bomen langs het Verlengde Oosterdiep geplant. Eerst langs gedeeltes van de westkant van het kanaal (in de kanaalberm) en na 1964 ook, ter hoogte van de bebouwing, aan de oostzijde van het kanaal (in de kanaalberm).
In de periode 1954 – 1964 langs een gedeelte van de Postweg bomenrijen aan beide zijden van de weg aangeplant, en wel het gedeelte tussen de Lange Runde en de begraafplaats. Na 1975 zijn deze rijen weer verdwenen.
In de periode 1954 – 9164 is aan de zuidoostzijde van het dorp een sportterrein aangelegd. In de periode daarna is dit terrein uitgebreid met een grote waterpartij.
Figuur 4-16: Barger-Compascuum en omgeving 1985
Figuur 4-17: Barger-Compascuum en omgeving 2005
Groenstructuur thans
Hoofdgroenstructuur
De stedenbouwkundige hoofdstructuurlijnen zijn het Verlengde Oosterdiep en haaks daarop de Postweg. De kruising van beide is een centraal punt.
Figuur 4-18: Huidige groenstructuur Barger-Compascuum
De groenstructuur langs de Postweg ondersteunt niet de stedenbouwkundige hoofdstructuur. Het beeld wordt hier bij het Veenpark bepaald door de dichte opgaande beplanting van het park. Vanaf de begraafplaats tot de kruising met het Verlengde Oosterdiep staat slechts één solitaire berk en wordt het beeld bepaald door privégroen. Na de kruising wordt het beeld bepaald door de beplanting om het sportterrein en de visvijver.
Postweg ter hoogte Veenpark Postweg bij grasveld richting kerk
Postweg richting Limietweg
De oostzijde van het Verlengde Oosterdiep is beplant met een rij eiken. Echter, de opslag is zodanig groot dat het zicht op het kanaal vrijwel geheel is verdwenen. Het beeld van een bomenrij waar onder door kan worden gekeken is hiermee verworden tot het zicht op een dichte singelwand. Aan de bebouwingszijde van de Verlengde Oosterdiep OZ zijn tussen de parkeerhavens c.q. opritten hagen en sierstruiken aangeplant. Bovendien staan ter hoogte van de supermarkt enkele eiken.
Verlengde Oosterdiep ten noorden (linker foto) en ten zuiden (rechter foto) van de kruising Postweg
De beplanting langs de westzijde van het Verlengde Oosterdiep is gefragmenteerd. Ten noorden van de kruising staat achtereenvolgens een solitaire linde, een rij els en een gefragmenteerde rij lindes. Deze laatste rij eindigt bij de wijk richting Veenpark. Het beeld wordt ook hier mede bepaald door opslag. Ten zuiden van de kruising staat achtereenvolgens een solitaire eik, geen beplanting en dan en rij van Amerikaanse eik en beuk met opslag.
De kruising Postweg – Verlengde Oosterdiep is verbreed met een dam met daarop bloembakken, een informatiebord en afvalcontainers. Het verkeer domineert echter het beeld waardoor de dam met bloembakken een weinig aantrekkelijke verblijfsruimte is.
Impressie groenstructuur dam
Nevengroenstructuur
De nevengroenstructuur betreft de monumentale beukenlaan van de RK kerk naar de begraafplaats, het grasveld tussen het dorpshuis en de begraafplaats en de beukenhagen om de begraafplaats.
Beukenlaan van de kerk naar de begraafplaats
Daarnaast bestaat de nevenstructuur uit het groen in de vier woonbuurten. De groenstructuur is per buurt verschillend van opzet. Dit is mede te verklaren uit de verschillende heersende 'groenmodes' ten tijde van de bouw van deze buurtjes.
Het oudste, noordwestelijke, buurtje heeft een heldere groene rand. Langs de noordelijke rand van het buurtje staat een rij lindes. Onder de lindes door is zicht op het landschap. De westelijke rand van dit buurtje bestaat gedeeltelijk uit bomenrij van hartvormige els in gras. Het totaalbeeld wordt hier bovendien bepaald door de dichte bosrand van het veenpark. Tussen de kerk met voorzieningen en het buurtje zijn, parallel aan de beukenlaan, stroken met sierheesters aangeplant. In het midden van het buurtje is een speelplek ingericht.
Rij lindes met wijk als rand NW buurtje Speelveldje in noordwestelijke (NW) buurtje
Het zuidwestelijke buurtje heeft vanaf de Verlengde Oosterdiep WZ een 'entree' bestaande uit een rij smalbladige es in gras. In het buurtje wordt het beeld bepaald door boomgroepen (o.a. smalbladige es, veldesdoorn) in gras rondom de school.
Boomgroepen in gras in het zuidwestelijke buurtje
In het zuidoostelijke buurtje staan boomhazelaars in sierheester langs het noord – zuid gerichte deel van de weg. Het oost – west gerichte gedeelte van de weg is ingericht met een groenstrook bestaande uit bomen (o.a. berk) in gras.
Recent aangeplante rij in zuidoostelijk buurtje
Het noordoostelijke buurtje is in verschillende fases na 1964 gebouwd. Op dit moment wordt in het meest oostelijke deel vrijstaande woningen gebouwd.
Het buurtje bestaat uit rijtjeswoningen in het midden van de buurt en een rand van vrijstaande en enkele twee – onder - één kap woningen. De achterkanten van deze vrijstaande en twee–onder–één-kap-woningen staan richting landschap.
De rijtjes woningen hebben geen eigen parkeerplaats en in de buurt zijn dan ook meerdere parkeerhavens aangelegd. Vanaf deze parkeerhavens lopen voetpaden naar de huizen. De groenstructuur is rond deze parkeerhavens en voetpaden richting huizen gesitueerd. Het betreft groenstroken met bomen (o.a. veldesdoorn, smalbladige es, lindes) in gras al dan niet gedeeltelijk omzoomd met sierheesters. Vooral de groenstroken richting huizen levert een beeld op dat lijkt op een hofje. De noordelijke en noordoostelijke rand van de wijk wordt gedeeltelijk omzoomd door een strook bosplantsoen. Hierdoor wordt het zicht op de achterkanten van de woningen vanuit het landschap gedeeltelijk ontnomen. Omdat de bouw van het meest recente buurtje nog niet is voltooid is hier nog zicht op het landschap.
Boomweides en langzaam verkeerroutes in het noordoostelijke buurtje
Recreatief groen
Het dorp kent een relatief groot oppervlak recreatief groen. In de eerste plaats betreft het (dichte) singelbeplanting rondom het sportterrein en recreatiepark met waterpartij aan de zuidoostkant van het dorp. Zeer recent is ten noorden van dit park, tussen het nieuwbouwbuurtje en de Limietweg, nog een park(je) aangelegd met waterpartijen, bosplantsoen en laanstructuren met o.a. eik en rode esdoorn. Tegelijkertijd met de groei van deze beplanting zal de westkant van het dorp verdichten.
In het dorp bestaat het recreatief groen uit een tweetal speelveldjes. Eén in het noordwestelijke buurtje en één in het noordoostelijke buurtje.
Voetpad in recreatiepark bij visvijver Impressie visvijver
Impressie recent aangelegde waterpartij
Het Veenpark
Het Veenpark heeft een eigen groenstructuur die los staat van het dorp. Deze groenstructuur bestaat uit drie delen. Het eerste gedeelte betreft het hoogveengebied Berkenrode. Dit natuurgebied is onderdeel van de (P)EHS en is door POP II gecategoriseerd als Zone V. Het is een aardkundig waardevol gebied met waardevolle gradiënten. De groenstructuur van dit gebied bestaat uit bos(stroken), natte en droge heide, vennen, waterpartijen en een strook bloemrijk grasland aan de zuidkant van het terrein.
Figuur 4-19: Groenstructuur Veenpark
Het tweede gedeelte betreft de Runde, een beekloop die onderdeel is van de PEHS en van zuid naar noord door het veenpark loopt. Ten zuiden van het Veenpark is recentelijk in het kader van het project Runde het gebied langs de Runde heringericht als bergingsgebied.
De derde groenstructuur betreft het gedeelte van het park bij het veenmuseum en veendorp. Het gebied tussen de Runde en Berkenrode is onderdeel van de PEHS, terwijl het veendorp niet tot de PEHS behoort. De groenstructuur bestaat uit waterpartijen, gras- en speelvelden en bos(plantsoen). Het dichte bosplantsoen zorgt ervoor dat er van buitenaf geen zicht is op het museumdorp. Het hekwerk om het park maakt eveneens duidelijk dat hier geen sprake is van vrije toegang. Zeker ter hoogte van de bebouwing domineert het dichte bosplantsoen van het veenpark het beeld.
Wijk in Veenpark Veenhuisje als restant boekweitcultuur
Nota van uitgangspunten
Een uitgangspunt ten aanzien van de hoofdgroenstructuur is dat het een doorgaande structuur is. Ten tweede dienen boomgroottes te worden gekoppeld aan de belangrijkheid van de structuur. In het geval van een hoofdstructuur houdt dit het gebruik van bomen van de 1e grootte in en dan bij voorkeur het gebruik van cultuurhistorisch materiaal als de eik.
Door de dichte opgaande opslag langs het Verlengde Oosterdiep is het kanaal vrijwel een onzichtbare entiteit geworden dat los staat van het dorp. Weer zichtbaar maken van de historische structuurlijn door het verwijderen van de opslag, zowel de oost- als de westzijde van het kanaal, verdient dan ook de aanbeveling. Daarnaast kent de westzijde van het kanaal kent geen doorgaande structuur. Gegeven de belangrijkheid van deze hoofdstructuur verdient de aanplant van een bomenrij (1e grootte) de aanbeveling.
Het centrum van het dorp bij de kruising Verlengde Oosterdiep en Postweg wordt gedomineerd door het verkeer en is mede door de matig groene aankleding een weinig aantrekkelijke verblijfsplek. Dit wordt nog versterkt door het feit dat juist bij het centrum de westzijde vrijwel onbeplant is.
Herinrichting van de dam verdient de voorkeur.
Het park rondom de visvijver is een afgesloten wereld door de dichte begroeiing om het park. Bovendien zijn de paden gedeeltelijk omgeven door dichte begroeiing waardoor een onveilig gevoel bij bezoekers kan ontstaan. Door doorzichten te creëren kan zicht op de vijver ontstaan en wordt het gebied minder afgesloten.
Ieder buurtje heeft een eigen karakter en de verschillende groenstructuren van de deelbuurtjes zijn helder en moeten worden gehandhaafd.