Plan: | Barger-Compascuum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0114.2009065-0701 |
Nota Ruimte (2006)
De Nota Ruimte is in februari 2006 formeel in werking getreden. In deze strategische nota is de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland weergegeven en zijn de belangrijkste bijbehorende doelstellingen opgenomen. Het beleid gaat uit van een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid en een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen rijk en decentrale overheden. Het geeft invulling aan het motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet'. Hiermee sluit het beleid aan bij de eigenlijke uitgangspunten van het ruimtelijk beleid, die onder meer tot uiting komen in het decentrale planningsstelsel, met een centrale rol voor de gemeentelijke bestemmingsplannen.
AMvB Ruimte (2009)
Als gevolg van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening werkt het rijk aan de vernieuwing van haar beleidsinstrumentarium. Daarbij worden bestaande rijksbelangen juridisch gewaarborgd in een Algemene Maatregel van Bestuur, het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. In het besluit zijn onder andere de regelingen met betrekking tot de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), Rijksbufferzones, Nationale Landschappen, de Waddenzee en militaire terreinen opgenomen. Uitgangspunt is daarbij dat het huidige beleid zoveel mogelijk 'beleidsneutraal' wordt voortgezet. Voor een aantal regelingen geldt dat de provincies en gemeentes verplicht zijn dit beleid nader uit te werken. Naar verwachting treedt het besluit begin 2011 in werking.
2.2.2 Volkshuisvestingsbeleid
Nota Ruimte geven, bescherming bieden (2006)
Het volkshuisvestingsbeleid heeft het Rijk recent neergelegd in de Nota Ruimte geven, bescherming bieden (Visie op de woningmarkt, VROM, 2006). Belangrijk voor de toekomst is:
Ook geeft het Ministerie beleidsuitgangspunten aangaande vraag en aanbod weer. Naast de noodzaak voor meer bouwcapaciteit, wordt ingezet op flexibilisering van het aanbod, met onder meer de noodzaak om op termijn een overmaat aan plancapaciteit aan te bieden, teneinde tegenvallers op de ene locatie op te vangen op een andere locatie.