Plan: | Klazienaveen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0114.2009032-0701 |
De structuurvisie vormt het ruimtelijk raamwerk waarin de afstemming tussen functies, gebieden en plannen plaatsvindt. De belangrijkste uitgangspunten en ontwikkelingsprincipes voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen bestaan uit "kwaliteit voor kwantiteit" en "keuze voor een duurzame inrichting van de ruimte".
De structuurvisie, door de raad vastgesteld op 22 september 2009, schetst de ruimtelijke structuur aan de hand van een aantal hoofdthema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid.
Veiligheid
In de structuurvisie is opgenomen dat Bevi inrichtingen zich uitsluitend mogen vestigen op de industrieterreinen Bargermeer, A37 en Vierslagen. Buiten deze gebieden mag geen nieuwvestiging BEVI inrichtingen plaatsvinden. Met uitzondering van LPG-tankstations deze vormen een uitzondering in die zin dat hiervoor per locatie een beoordeling zal worden gemaakt in het kader van de daarvoor te voeren planologische procedure conform het BEVI. In paragraaf 3.4 Fysieke veiligheid wordt nader ingegaan op dit beleid.
De Raad van de gemeente Emmen heeft de Structuurvisie Werklocaties Emmen 2020 op 26 mei 2011 vastgesteld. In deze structuurvisie staat hoe de gemeente Emmen tot 2020 om wil gaan met de bedrijventerreinen en winkelcentra. Het vormt de sectorale/facetmatige uitwerking van de structuurvisie gemeente Emmen 2020 “Veelzijdigheid troef”.
De doelen van de Structuurvisie Werklocaties Emmen 2020 zijn onder meer het vergroten van de werkgelegenheid en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. De locaties worden aantrekkelijker gemaakt, waardoor nieuwe ondernemers aangetrokken. Ook wordt hiermee de regiofunctie van Emmen als winkelstad verder versterkt.
De uitgangspunten uit deze visie komen terug in bestemmingsplannen. Daarnaast krijgen deze uitgangspunten verder vorm in projecten voor het herstructureren en aanleggen van bedrijventerreinen en het verbeteren van winkelcentra en andere winkellocaties.
Centrum Klazienaveen (detailhandel)
Klazienaveen heeft het karakter van een sub-regionale winkelkern. De omvang van het primaire verzorgingsgebied is met 12.000 consumenten verreweg het grootst van alle dorpen en het centrum heeft naast de kernverzorgende functie ook een duidelijk recreatieve winkelfunctie. Het beleid is gericht op het versterken van deze bredere functie.
De structuurvisie geeft ook een reactie op het masterplan Centrum Klazienaveen (zie ook paragraaf 2.2.1.3). Onderzoeksbureau Seinpost signaleert in het licht van de structuurvisie een groot overschot in de niet-dagelijkse sector. Bij het realiseren van nieuwe winkelruimte, is daarom het streven om deze zoveel mogelijk door bestaande winkels buiten het centrum te laten invullen en de vrijkomende ruimten aan het winkelareaal te onttrekken.
De structuurvisie constateert dat het masterplan voorziet in 3.500 m2 aan nieuw verkoopvloeroppervlak . Daartegenover is het streven om 3.250 m2 aan het winkelareaal te onttrekken. Bij de toevoeging van nieuw verkoopvloeroppervlak is de inzet om direct andere functies, zoals kleinschalige bedrijvigheid, in de vrijkomende ruimten te vestigen. De koppeling van beide ontwikkelingen is essentieel om overbewinkeling te voorkomen.
Perifere detailhandel
De structuurvisie stelt gemeentelijke kaders voor de perifere detailhandel. De locatie Nijbracht in Emmen is aangemerkt als dé locatie voor grootschalige winkels in volumineuze artikelen en voor doelgerichte aankopen. Omdat nabijheid tot consumenten voor de tuin en doe-het-zelf branches ook van groot belang is en vanwege de uitgestrektheid van de gemeente en de spreiding van de bevolking over verschillende dorpen, is enige mate van spreiding over de gemeente is voor tuincentra en doe-het-zelf zaken het uitgangspunt.
Bedrijventerrein Pollux
Pollux is een kleinschalig ingericht bedrijventerrein van zo'n 35 ha aan de noordzijde van Klazienaveen en ligt in de directe nabijheid van de op- en afritten van de autosnelweg A37. Een gedeelte van het bedrijventerrein Pollux is geschikt voor de combinatie van wonen en werken en kleinschalige bedrijvigheid met een lokaal karakter. Een deel is ook in gebruik voor PDV. Een ander deel van de bedrijvigheid op het bedrijventerrein Pollux is specifiek gericht op de tuinbouw in de gebieden Erica en Klazienaveen. Door de ligging aan de A37 zijn op het terrein ook een aantal logistieke bedrijven gevestigd en zijn er speciaal op trucks ingerichte servicepunten van enkele oliemaatschappijen.
Als overgang tussen de werkas en Klazienaveen is dit enerzijds een MKB terrein aan A37 met accent op mobiliteit en beweging en anderzijds een terrein met een lokale functie. De inzet op woonwerkeenheden op dit terrein speelt zowel in op de groei van MKB bedrijvigheid als ook op de gestegen vraag naar woonwerkeenheden.
Verbeterpunten zijn de entrees van het terrein. Nu is de overgang van woonwijk in bedrijventerrein niet altijd even duidelijk doordat de woonwerkeenheden aansluiten op de woonwijk. De beeldkwaliteit in de zichtzone aan de N862 zal verbeterd worden. Hier is een aantal bedrijven met de achterzijde naar de N862 gericht.
Het oostelijke deel van het terrein heeft een zeer matige beeldkwaliteit door de situering ten opzichte van de A37. Hier is versterking van de groenstructuur nodig om de beeldkwaliteit te verbeteren.
Op het terrein wordt in de toekomst een horecalocatie toegevoegd. Dit kan zich ontwikkelen tot ondersteunende faciliteit voor het bedrijventerrein. De belangrijkste doelgroepen zijn modern gemengd, hoogwaardige bedrijven en kantoren. Op het terrein is per 1 januari 2010 6,45 ha beschikbaar voor uitgifte. Na realisatie van Pollux IV (wonen en woon-werk combinaties met veel groen) komt nog een beperkte extra ruimte (een paar ha) beschikbaar voor woon-werk combinaties. .
Norit en het bedrijventerrein aan de Energieweg
Het terrein van Norit NV is geheel in private handen en krijgt in de structuurvisie verder geen specifieke aandacht. Wel wordt opgemerkt dat de beeldkwaliteit van de bebouwing aan de doorgaande weg beter kan en dat Norit er belang bij heeft om de representativiteit te verbeteren.
Op het bedrijventerrein aan de Energieweg (bedrijventerrein "Klazienaveen") worden twee delen privaat herontwikkeld en is er nog een beperkte hoeveelheid terrein uitgeefbaar (minder dan 2 ha). Wel behoeft ook dit bedrijventerrein volgens de structuurvisie een kwaliteitsimpuls. De algehele beeldkwaliteit is laag en de openbare ruimte heeft onvoldoende kwaliteit. Dit terrein zal geleidelijk meer worden gericht op kleinschalig MKB, voor bedrijven met maximaal milieucategorie 3. Dat vergt revitalisering door verbetering van wegen en ten aanzien van de bebouwing en de private terreinen. Na revitalisering van De Vierslagen volgt in principe de aanpak van dit terrein. Daarbij is het uitgangspunt dat de gebruikers actief participeren, in lijn met de Bahco aanpak.
In het kader van het Uitvoeringsprogramma Structuurvisie is een Ruimtelijke Waardenkaart ontwikkeld. De Ruimtelijke Waardenkaart omvat een drietal kaarten:
I. ruimtelijke aspecten, zoals; macroreliëf/steilrand beekloop/beekdal escomplex brinkdorp lintdorp/veendorp/nederzetting op zandopduiking kanaal monumentale kanaal-en laanbeplanting overige beplanting |
II. visuele aspecten,zoals; robuuste ruimte hoogveenontginning essentiële zichtlijn veenrestant |
III. elementen, zoals; woontoren Emmerhout molen monumentale kerk bos sluis bijzondere brug industrieel erfgoed ja-knikkers hunebed voormalig tempelcomplex schans(aanwezig -en afwezig) archeologische vindplaats veendijk veenpad markengrens smalspoor |
Op 7 juli 2005 heeft de gemeenteraad de beleidsnotitie "Bouwen in de Linten" vastgesteld. De beleidsnotitie geeft het onderzoek weer naar de ruimtelijke kaders en criteria die bij de beoordeling van verzoeken tot incidentele woningbouw in de linten moeten worden gehanteerd. In de beleidsnotitie is een balans gezocht tussen het incidenteel toevoegen van woningen enerzijds en het behoud van de waarde en karakteristiek van het landschap anderzijds.
Het doel van de beleidsnotitie "Bouwen in de Linten" is het verkrijgen van een helder ruimtelijk kader voor het toetsen van nieuwe aanvragen voor het bouwen van woningen binnen lintbebouwingen in de gemeente Emmen.
In de beleidsnotitie zijn ruimtelijke criteria verwoord. Bij de ruimtelijke ontwikkeling van de linten dient een afweging te worden gemaakt tussen enerzijds het belang van de kernen, en anderzijds het belang van het landschap. De ruimtelijke criteria zijn ook vertaald in kaarten.
In de eerste plaats is bepaald wat de begrenzingen van de kernen zijn en wat de linten binnen en buiten de kernen zijn. Vervolgens zijn de karakteristieken van de verschillende typen lintbebouwingen (Kanaaldorpen van de Veenkoloniën, Wegdorpen van de Veenkoloniën, Randveenontginningen en Streekdorpen) beschreven. In onderstaande figuur worden met de gele kleur 'wegdorpen van de Veenkoloniën' aangegeven en met de blauwe kleur 'kanaaldorpen van de Veenkoloniën'.
Figuur: Uitsnede van kaart 1 "Lintbebouwing gemeente Emmen".
Als vervolgstap is voor de linten buiten de kernen bepaald welke delen onlosmakelijk met het landschap zijn verbonden en welke delen met de kern zijn verbonden. De linten kunnen worden onderverdeeld in "landschapsgerelateerde linten" en in "dorpsgerelateerde linten". Onderstaande figuur is een uitsnede van kaart 2 "Lintbebouwing gemeente Emmen", waarbij middels de groene kleur de "landschapsgerelateerde linten" worden aangegeven en middels de gele kleur de "dorpsgerelateerde linten".
Figuur: Uitsnede van kaart 2: benadering lintbebouwing
In de beleidsnota is aandacht besteed aan de relatie tussen de beleidsnotitie "Bouwen in de Linten" en de actualisering van de bestemmingsplannen. De resultaten van de beleidsnotitie "Bouwen in de linten" dienen te worden overgenomen in de te actualiseren bestemmingsplannen, met dien verstande, dat in de te actualiseren bestemmingsplannen de resultaten van de beleidsnota niet automatisch één op één worden overgenomen. Voordat de uitkomsten van de notitie worden meegenomen in de te actualiseren bestemmingsplannen moet worden gekeken of de huidige situatie aanleiding geeft voor het aanpassen van de uitkomsten van de notitie bouwen in de linten.
De gemeente Emmen ondersteunt, net als bijna alle andere wegbeheerders van Nederland, de uitgangspunten van "Duurzaam Veilig". Dit is met het ondertekenen van een landelijk convenant bekrachtigd. Duurzaam Veilig is een systeem-benadering met als doel om een optimale afstemming te bereiken tussen de functie van de weg, de vormgeving en het gebruik ervan door de weggebruiker. Hiermee wordt beoogd onbedoeld gebruik van de weg, conflicten met hoge snelheids- en richtingsverschillen en onzeker gedrag te voorkomen.
Verder is in 2010 de Parkeernota vastgesteld. Hierin zijn de uitgangspunten van het parkeerbeleid en de parkeernormen opgenomen. Voor toekomstige (nieuwbouw)ontwikkelingen zijn parkeernormen vastgesteld conform de landelijke richtlijnen van het CROW. Verder wordt uitgegaan dat initiatiefnemers en ontwikkelaars zelf voor voldoende parkeerruimte zorgen.
In juni 2007 is de kadernota Kampeerbeleid gemeente Emmen vastgesteld. Deze kadernota geeft aan hoe de gemeente Emmen aan zijn eigen kampeerbeleid invulling geeft na intrekking van de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR). De kadernota vormt de basis voor het formuleren van voorwaarden en regels binnen relevante bestemmingsplannen en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).
Als uitwerking op de kadernota Kampeerbeleid heeft de gemeente Emmen het facetbestemmingsplan "Kleinschalig kamperen gemeente Emmen" opgesteld. In dit facetbestemmingsplan zijn bepalingen opgenomen ten gunste van kleinschalig kamperen. In dit bestemmingsplan is geen camping gevestigd waar kleinschalig wordt gekampeerd. Wel kan een camping gerealiseerd worden via een in het bestemmingsplan opgenomen ontheffingsmogelijkheid. De bepaling uit het facetbestemmingsplan zijn één op één opgenomen in dit bestemmingsplan.
In juni 2007 is de kadernota Kampeerbeleid gemeente Emmen vastgesteld. Deze kadernota geeft aan hoe de gemeente Emmen aan zijn eigen kampeerbeleid invulling geeft na intrekking van de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR). De kadernota vormt de basis voor het formuleren van voorwaarden en regels binnen relevante bestemmingsplannen en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).
Als uitwerking op de kadernota Kampeerbeleid heeft de gemeente Emmen het facetbestemmingsplan "Kleinschalig kamperen gemeente Emmen" opgesteld. In dit facetbestemmingsplan zijn bepalingen opgenomen ten gunste van kleinschalig kamperen. In dit bestemmingsplan is geen camping gevestigd waar kleinschalig wordt gekampeerd. Wel kan een camping gerealiseerd worden via een in het bestemmingsplan opgenomen ontheffingsmogelijkheid. De bepaling uit het facetbestemmingsplan zijn één op één opgenomen in dit bestemmingsplan.
De gemeente Emmen heeft in december 2009 nieuw beleid opgesteld ten aanzien van Bed & Breakfast accommodaties. Dit beleid is gericht op de volgende punten:
De gemeente Emmen kan nu op basis van deze nota aanvragen om ontheffing ingevolge artikel 4.1.1, lid1 onder i van het Besluit ruimtelijke ordening te toetsen. Verder zal deze beleidsnota richtinggevend worden toegepast voor de adviezen aan de raad betreffende aanvragen om wijziging van het bestemmingsplan of projectbesluiten.
Algemeen
Het gemeentelijk woonbeleid is vastgelegd in het 'Woonplan Emmen - Actualisatie 2005' dat in mei 2007 door de raad is vastgesteld. Het inzetten op een bevolkingsgroei tot 120.000 inwoners in 2020 plus de realisatie van de bijbehorende woningvoorraad zijn belangrijke uitgangspunten. Het Woonplan bevat richtinggevende woningbouwkaders voor de verschillende kernen in de gemeente. De kern Emmen heeft de grootste bouwopgave voor zowel uitbreiding, inbreiding als herstructurering. Senioren zijn een belangrijke en groeiende doelgroep, die zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen omgeving moet kunnen wonen. Naast nieuwbouw en geschikt maken van bestaande woningen draagt de ontwikkeling van zorgsteunpunten op strategische plekken in wijken en dorpen bij aan de realisatie van deze doelstelling.
Dit gemeentelijk woonbeleid wordt in 2012 herzien. De ontwikkelingen op de woningmarkt en de verwachte toekomstige bevolkingsontwikkeling (krimp en vergrijzing) maken dat bijstelling van het beleid, inclusief de richtinggevende woningbouwkaders, nodig is. Er komt een groter accent te liggen op behoud en versterking van de kwaliteit van bestaande wijken en dorpen (inbreiding en herstructurering).
Woningbouwprogramma
Het huidige woningbouwprogramma biedt ruimte voor uitbreiding van de woningvoorraad met 1.261 woningen in Klazienaveen in de periode 2005-2020. In de periode 2005-2009 zijn 295 woningen gebouwd. Met de nieuwe woonvisie komt er ook een nieuw gemeentelijk woningbouwprogramma. Dit betekent dat ook kritisch gekeken wordt naar de opgave voor Klazienaveen.
Een van de doelstellingen van de Woningwet is het transparanter en meer toetsbaar maken van het welstandstoezicht. Het welstandstoezicht kan alleen nog worden uitgeoefend op grond van vooraf door de gemeenteraad vastgestelde criteria.
Op 16 december 2010 heeft de gemeenteraad de welstandsnota "Koers op kwaliteit" vastgesteld. Vrijwel alle bouwplannen die bij de gemeente binnenkomen worden getoetst aan ‘redelijke eisen van welstand’. Dit betekent dat gekeken wordt of een bouwplan qua uitstraling wel past bij de omgeving. Een zogenaamde Welstandscommissie toetst of bouwplannen hieraan voldoen. Maar wat die ‘redelijke eisen’ zijn, is van te voren vaak niet duidelijk. Daarom is er een Welstandsnota gemaakt.
Iedereen woont graag in een omgeving die netjes is, oftewel een omgeving met ruimtelijke kwaliteit. Het bestemmingsplan en de welstandsnota zorgen samen voor het behoud van deze kwaliteit. Het bestemmingsplan geeft aan wat, hoeveel, in welke vorm en waar er gebouwd mag worden. Het welstandsbeleid geeft aan hoe het gebouw er uit mag komen te zien. Dit wil zeggen dat het welstandsbeleid moet voorkomen dat er gebouwen gebouwd worden die afbreuk doen aan de omgeving.
Basiscriteria
De basis welstand is van toepassing op bouwwerken en gebouwen waarbij, vooral vanuit stedenbouwkundig oogpunt, de onderlinge samenhang van het gebouw met zijn omgeving, beschouwd vanaf de openbare weg en het openbaar groen, belangrijk is. De stedenbouwkundige samenhang van complexen en straatbeelden is essentieel in deze gebieden. Het welstandsbeleid richt zich in deze gebieden op de voorkanten van bouwwerken en bouwblokken en de aan de openbare ruimte liggende zij- en achterkanten.
Criteria zijn erop gericht om de hoofdvorm van een gebouw of blok zo veel als mogelijk intact te laten. Ingrepen in een blok of in een samenhang van blokken worden beoordeeld in verhouding tot de aanpalende blokken en de stedenbouwkundige impact van de verandering in haar omgeving. Het beleid is alleen op hoofdzaken gericht en vastgelegd. In de gemeente Emmen geldt voor het overgrote deel de basis welstand, waaronder Klazienaveen. De criteria voor de basis welstand zijn:
Specifieke, aanvullende criteria
Het hanteren van alleen de basis criteria zou de gewenste kwaliteit van specifieke gebiedseigen of specifieke bebouwing onvoldoende ondersteunen. Daarom zijn in het welstandsgebied met de basis welstand ook specifieke criteria toegevoegd, welke het gewenste kwaliteitsbeleid voor deze bebouwing ondersteunen.
Uitgebreide welstand
Voor centrum van Klazienaveen gelden uitgebreide welstandscriteria. Het centrum van Klazienaveen is in de loop van de decennia ingrijpend van gedaante veranderd. Het centrum werd in vroegere jaren, net als dat nu nog in Nieuw-Amsterdam, Erica en vergelijkbare dorpen het geval is, vooral bepaald door het ruime kanaal dat de plaats in twee delen splitste. Na de gedeeltelijke demping van de (verlengde) Hoogeveensevaart ter plaatse kon er zich in de loop der jaren een centrumgebied ontwikkelen met dwarsverbanden en parkeervoorzieningen en bloeide de middenstand op. Een aantal jaren geleden werd er in het middendeel een ‘nieuw schip’ afgemeerd, bestaande uit winkel- en horecavoorzieningen met appartementen: het Baken. Het is van belang de oude bebouwing en de nieuwbouw goed op elkaar af te stemmen. Vandaar dat hier het regiem van de categorie ‘uitgebreide welstand’ van toepassing is
Uitsnede Welstandsnota: uitgebreide welstand voor centrum van Klazienaveen
Ontwikkelingsgebieden met specifieke welstand, zoals beeldkwaliteitplannen
Voor een aantal ontwikkelingsgebieden geldt specifieke welstand, zoals dat geregeld kan zijn in een apart beeldkwaliteitsplan. In Klazienaveen zijn drie gebieden aangewezen (stand van zaken januari 2012): voor de woonbuurten de Planeet en de Molenbuurt en voor bedrijventerrein Pollux.
In Drenthe is bepaald dat de gemeenten vanaf 2010 zelf verantwoordelijk zijn voor de archeologietaken en wordt verwacht dat deze zelfstandig beleid formuleren en toezien op naleving van dit beleid. Eén van de opgaven die hieruit voortvloeien is het laten uitvoeren van een inventarisatie van archeologische waarden en verwachtingen en het aan de hand daarvan laten opstellen van een archeologische beleidsadvieskaart.
Op 30 mei 2013 heeft de raad de Beleidsnota archeologie 2013-2018 Gemeente Emmen met inbegrip van de archeologische beleidsadvieskaart vastgesteld (Ra13.0039).*
Door het laten opstellen van een beleidsnota archeologie voldoet de gemeente Emmen aan haar wettelijke taken die voortvloeien uit de Wet op de archeologische monumentenzorg. Tevens gaat de gemeente hiermee eigen regie voeren op het gemeentelijk archeologische erfgoed binnen het ruimtelijk bestel. Door eigen beleid op het gebied van archeologie op te stellen en deze op een (openbare) kaart weer te geven maakt de gemeente tevens voor iedereen inzichtelijk wat de archeologische waarden en verwachtingen zijn voor het grondgebied van de gemeente en de voorgenomen maatregelen die daarbij horen.
* In de toelichting van het ontwerp-bestemmingsplan werd de vaststelling van de Beleidsnota Archeologie in de 1e helft van 2013 al aangekondigd en in dit plan is hier ook op geanticipeerd (onder andere via de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 4). De conceptkaart en bijbehorende toelichting die zijn opgenomen in Bijlage 6 en Bijlage 7 hebben dus aan betekenis verloren buiten de betekenis als archelogische onderbouwing voor het ontwerp-bestemmingsplan. Zie verder ook paragraaf 3.1 Archeologie en monumenten.