Plan: | Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0106.99UW20121003A-C001 |
Algemeen
In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke situatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten. In dit hoofdstuk wordt de inhoud van de bestemmingen (de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden) toegelicht en wordt aangegeven hoe de uitgangspunten hun juridische vertaling in het eigenlijke plan hebben gekregen. Het bestemmingsplan omvat de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in een GML-bestand. De bestemmingen zijn juridisch vastgelegd in de regels (voorheen werd dit voorschriften genoemd) behorende tot dit plan en kunnen worden vertaald naar een verbeelding.
Het bestemmingsplan is opgezet als een digitaal raadpleegbaar plan. Deze digitale versie is bedoeld om de burger "online" informatie te verschaffen over het bestemmingsplan. Bovendien is de digitale versie bedoeld voor uitwisseling van gegevens binnen de gemeente en met andere overheidsinstanties.
Het bestemmingsplan is opgezet volgens de verplichte landelijke Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2012). Deze standaard - welke slechts een systematische standaardisering betreft en geen inhoudelijke standaard - is verplicht in het nieuwe Besluit op de ruimtelijke ordening. Het vaststellen van een digitale versie is vanaf 1 januari 2010 verplicht.
De planregels geven inhoud aan de op de plankaart aangegeven bestemmingen. Bij de opzet van de regels is getracht het aantal regels zo beperkt mogelijk te houden en slechts datgene te regelen dat werkelijk noodzakelijk is.
De regels bevatten allereerst een bestemmingsomschrijving. Hierin is per bestemming uitgewerkt voor welk doel of doeleinden de gronden mogen worden benut. Naast de bestemmingsomschrijving zijn in de regels bouwregels en gebruiksregels opgenomen.
Toelichting op de bestemmingen
De bestemmingen in het plangebied zijn zoveel mogelijk afgestemd op de wenselijke stedenbouwkundige structuur en de omliggende woonomgeving en natuurgebieden. De voorgaande hoofdstukken hebben hiervoor de uitgangspunten gevormd.
Verkeer
De binnen de bestemming voor "Verkeer" aangewezen gronden, zijn in hoofdzaak bestemd voor wegen en straten gericht op de stroomfunctie van verkeer, alsmede voor voet- en fietspaden. De wegen, straten, voet- en rijwielpaden met de bestemming "Verkeer" dienen ingericht te zijn ten behoeve van de afwikkeling van het verkeer.
Groen
Onder de bestemming "Groen" vallen onder andere groenvoorzieningen, bermen en beplanting, paden en wegen en waterlopen en waterpartijen. Expliciet is de instandhouding en bescherming van landschappelijke en natuurwaarden benoemd.
Binnen de bestemming "Groen" zijn gebouwen niet toegestaan. Aan bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn ook regels verbonden zoals maximale hoogtes. De bestemming "Groen" dient bij te dragen aan de ecologische waarden en landschappelijke inpassing van het werklandschap in de omgeving en bedrijfsgebouwen binnen het werklandschap.
Toelichting op de dubbelbestemmingen
Leiding - Gas
De strook is bestemd voor aardgastransportleidingen, die liggen ter plaatse van de aanduiding "hartlijn leiding - gas" en voor een veiligheidszone erom heen. Er geldt een bouwverbod met afwijkmogelijkheid ten behoeve van een andere voorkomende (basis- of dubbel)bestemming. Tevens geldt een vergunningstelsel voor werken en werkzaamheden die de integriteit en werking van de buisleiding kunnen aantasten. Graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten zijn daarvan uitgesloten (artikel 14 lid 2 Besluit externe veiligheid buisleidingen). Deze kunnen worden geacht te vallen onder normaal onderhoud.
Waarde - Archeologie 2
Binnen het plangebied bevinden zich enkele gebieden die nog archeologisch onderzocht moeten worden. Deze percelen krijgen de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 2’. In de planregels is bescherming van eventuele archeologische waarden middels een onderzoeksplicht en een omgevingsvergunningstelsel (voorheen: aanlegvergunningstelsel) geborgd.
Overige bepalingen
Inleidende regels
Voorafgaand aan de bestemmingsregels wordt in de planregels begonnen met de inleidende regels (hoofdstuk 1). De inleidende regels bevatten de begripsbepalingen die gehanteerd worden en de wijze van meten. Deze zijn opgenomen ter bevordering van de rechtszekerheid. Het gaat hierbij vooral om het verminderen van de kans op interpretatieverschillen.
Algemene regels
In de algemene regels zijn regels opgenomen waarvan het wenselijk is om deze ten behoeve van de leesbaarheid en raadpleegbaarheid van het bestemmingsplan in één keer op één plaats in de planregels weer te geven. Zo kunnen in het plan naast de bestemmingsspecifieke aanduidingen ook gebiedsaanduidingen voorkomen die in meerdere bestemmingen gelegen zijn. Deze zijn opgenomen in de algemene regels. In de algemene regels zijn verder de anti-dubbeltelregel, de algemene gebruiksregels en de algemene afwijkingsregel opgenomen.
Gebiedsaanduiding geluidzone - industrie
Middels een algemene aanduidingsregel is een "geluidzone - industrie" vastgelegd. Gevoelige objecten mogen hier slechts worden gebouwd wanneer de gevelbelasting vanwege geluid van die objecten als gevolg van het industrieterrein (het gezoneerde deel van het plangebied) bepaalde vastgelegd maxima niet overschrijdt.
Gebiedsaanduiding vrijwaringszone - radiotelescoop
Een gedeelte van het plangebied ligt onder invloed van de zone van de radiotelescoop Westerbork. Deze beschermingszone is in de Provinciale Omgevingsverordening vastgelegd en heeft als doel te voorkomen dat binnen deze zone bebouwings- en gebruiksmogelijkheden worden toegelaten waarbij elektromagnetische straling ontstaat die een storend effect heeft op de waarnemingen van de radiotelescoop. Met name hoge bebouwing en gemotoriseerd verkeer kunnen daarop van invloed zijn. Via de aanvullende regeling wordt daar rekening mee gehouden.
Overgangs- en slotbepalingen
Het afsluitende hoofdstuk bevat de overgangs- en slotregels. De overgangsregel is - evenals de anti-dubbeltelregel - opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening en dus voor alle bestemmingsplannen verplicht om over te nemen. In de slotregel wordt aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.