Plan: | Vlieland kom |
---|---|
Status: | Vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0096.087103-VG01 |
25. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen - 3’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor:
1. een aan-huis-verbonden beroep;
2. appartementen, voor zover ondergeschikt aan de woonfunctie, ter plaatse van de aanduiding “verblijfsrecreatie”;
b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woonhuizen;
c. tuinen en erven;
en in beperkte mate voor:
d. straten en paden;
e. parkeervoorzieningen;
f. groenvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
25. 2. Bouwregels
25. 2. 1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gel den de volgende regels:
a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend de in lid 25.1. onder a genoemde woonhuizen worden gebouwd;
b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
c. per hoofdgebouw zal (zullen) één (of meer) gevel(s) in de gevellijn worden gebouwd;
d. indien in een bouwvlak een maximum aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen is aangegeven, zal het aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen ten hoogste het ter plaatse aangegeven aantal bedragen;
e. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 7,50 m bedragen;
f. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten minste 15º en ten hoogste 60º bedragen;
g. de onderlinge afstand tussen hoofdgebouwen dan wel een blok van aaneen te bouwen hoofdgebouwen zal ten minste 5,00 m bedragen.
25. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woonhuizen gelden de volgende regels:
a. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen achter de in de gevellijn gebouwde gevel of het verlengde daarvan worden gebouwd;
b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 30 m² per hoofdgebouw bedragen;
c. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw, bedragen;
d. de goothoogte van een aan- en uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten hoogste 3,00 m bedra gen;
e. de dakhelling van een aan- en uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten hoogste 60º bedra gen.
25. 2. 3. Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen bij woonhuizen geldt de volgende regel:
- het aantal bijgebouwen en overkappingen zal per hoofdgebouw ten hoogste twee bedra gen;
- de vrijstaande bijgebouwen en overkappingen zullen uitsluitend worden gebouwd binnen de gebieden die zijn voorzien van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - vrijstaande bijgebouwen.
25. 2. 4. Voor het bouwen van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
25. 3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
a. de ruimtelijke structuur en het samenhangend bebouwingsbeeld;
b. de woonsituatie;
c. de milieusituatie;
d. de verkeerssituatie;
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
25. 4. Afwijking van de bouwregels
25. 4. 1. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
a. het bepaalde in lid 25.2.2. onder a in die zin dat de aan- en uitbouwen, bijgebouwen of de overkappingen in de gevellijn of het verlengde daarvan worden gebouwd;
b. het bepaalde in lid 25.2.2. onder b in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen wordt vergroot tot ten hoogste 60 m², mits:
1. er sanering van bijgebouwen en overkappingen plaatsvindt, waarbij meer m² aan bijgebouwen en overkappingen wordt gesloopt dan dat er wordt teruggebouwd; en/of
2. er een medische noodzaak is voor de vergroting waarbij een keuring noodzakelijk is door een door de gemeente aangewezen arts (GGD);
c. het bepaalde in lid 25.2.2. onder e in die zin dat de dakhelling van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen wordt verhoogd tot ten hoogste 80º.
25. 4. 2. De in lid 25.4.1. genoemde afwijking kan uitsluitend worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
a. de ruimtelijke structuur en het samenhangend bebouwingsbeeld;
b. de woonsituatie;
c. de milieusituatie;
d. de verkeerssituatie;
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
25. 5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor recreatieve bewoning, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding “verblijfsrecreatie”, waarbij het maximaal aantal appartementen per aanduiding niet meer mag bedragen dan het ter plaatse aangegeven aantal;
c. het gebruik van een woonhuis voor recreatieve bewoning;
d. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning.
25. 6. Afwijking van de gebruiksregels
25. 6. 1. Met een omgevingsvergunning, gehoord de raadscommissie, kan worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 25.5. onder c in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen, al dan niet gepaard gaand met interne bouwactiviteiten, worden gebruikt voor logiesverstrekking ten behoeve van recreatieve bewoning in de vorm van bed and breakfast, mits:
1. er binnen het plangebied ten hoogste 3 bed and breakfast voorzieningen worden gevestigd;
2. de oppervlakte van het permanente woongedeelte van het hoofdgebouw niet minder bedraagt dan 50 m²;
3. de logiesverstrekking plaatsvindt binnen het bestaande hoofdgebouw. Er wordt uitgegaan van een bestaande entree (deur);
4. er maximaal 6 slaapplaatsen gerealiseerd worden;
5. er geen keukenblok in de kamers wordt gemaakt;
6. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
7. met de logiesruimten het maximaal toegestane aantal bedden binnen de beddenboek houding niet wordt overschreden;
8. er voldoende parkeergelegenheid is op het betreffende per ceel;
9. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
25. 7. Wijzigingsbevoegdheid
25. 7. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
a. de aanduiding “verblijfsrecreatie” wordt verwijderd, mits:
- de functie ter plaatse is beëindigd.
25. 7. 2. De in lid 25.7.1. genoemde wijzigingsbevoegdheid kan uitsluitend worden toegepast, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
a. de ruimtelijke structuur en het samenhangend bebouwingsbeeld;
b. de woonsituatie;
c. de milieusituatie;
d. de verkeerssituatie;
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.