Plan: | Formerum Noord - vakantiepark Haantjes |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0093.BP2021UITBRVPHNTJS-ON01 |
Aan de Koksbosweg 4 in Formerum is het vakantiepark Haantjes gelegen. Vakantiepark Haantjes is een gecombineerd kampeer- en recreatiewoningenterrein met 32 stacaravans, 14 chalets en 9 recreatiewoningen. Hiermee beschikt het vakantiepark Haantjes op basis van de vergunning over maximaal 64 eenheden (een recreatiewoning telt als twee eenheden). Tot slot beschikt het vakantiepark over omgevingsvergunningen voor het bouwen van nog 12 recreatiewoningen. Hiervoor zullen stacaravans/chalets moeten worden ingeruild omdat per saldo sprake blijft van maximaal 64 eenheden.
De initiatiefnemer is voornemens om het vakantiepark ruimer op te zetten met meer kampeerterrein en daarnaast het aantal eenheden ter plaatse uit te breiden. Op deze wijze ontstaat een vakantiepark met 86 eenheden (68 stacaravans/chalets en 9 recreatiewoningen). Daarvoor neemt de initiatiefnemer planologische ruimte en eenheden over van verschillende vakantieparken (Vis, Veldzicht, Bonnema en Grientebos) en ruilt nogmaals 12 omgevingsvergunningen in van recreatiewoningen.
De gewenste ontwikkeling past niet binnen het geldende bestemmingsplan 'Formerum Noord' van de gemeente Terschelling. Om de gewenste ontwikkeling juridisch-planologisch mogelijk te maken, is dit nieuwe bestemmingsplan opgesteld.
Opgemerkt wordt dat in het verleden na het vaststellen van het bestemmingsplan 'Formerum Noord' (besluit datum 12 mei 2012) ten tijde van de procedure bij de Raad van State een vijftal omgevingsvergunningen voor recreatiewoningen (bestemming 'Recreatie - 2 (recreatiewoningenterrein)') is 'geruild' tegen 'Recreatie - 1 (kampeerterreinen)', waarna de uitspraak van de Raad van State het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden met daarin de wijziging (zie ook beantwoording nr. 7 zienswijze behorend bij het besluit van 12 mei 2012). Aan het iniatief om vergunningen voor recreatiewoningen uit te ruilen tegen kampeerterrein is daarmee eerder medewerking verleend.
Het plangebied betreft het vakantiepark Haantjes waar planologische ruimte aan wordt toegevoegd en de vakantieparken waar planologische ruimte van wordt overgenomen. Het vakantiepark Haantjes is gevestigd aan de Koksbosweg 4, te Formerum.
Het vakantiepark Vis is direct naast vakantiepark Haantjes gevestigd aan de Koksbosweg 2, te Formerum. Het vakantiepark Grientebos is gevestigd aan de Duinweg Formerum 5, te Formerum. Het vakantiepark Bonnema is gevestigd aan de Dorpsstraat 51, te Hoorn. Het vakantiepark Veldzicht is gevestigd aan de Noordlandweg 6, te Midsland.
De situering van het plangebied in de vier afzonderlijke deelgebieden ten opzichte van de directe en de omliggende omgeving is indicatief weergegeven in afbeelding 2.1 tot en met 2.5 in de volgende paragraaf.
Het plangebied ligt binnen de begrenzing van de volgende bestemmingsplannen:
deelgebied | type plan | naam |
vaststellings- datum |
|
1. vakantieparken Vis en Haantjes | Bestemmingsplan | Formerum Noord | 2013-07-23 | |
wijzigingsplan | Formerum Noord - Vakantiepark Haantjes (Koksbosweg 4) | 2015-11-03 | ||
2. vakantiepark Bonnema | Bestemmingsplan | Hoorn en De Duunt | 2015-01-27 | |
3. vakantiepark Veldzicht | Bestemmingsplan | Midsland Noord | 2013-07-23 | |
4. vakantiepark Grientebos | Wijzigingsplan | Wijzigingsplan Formerum Noord, uitbreiding camping Grientebos | 2020-02-24 |
Ten slotte is binnen het gehele plangebied een parapluherziening 'wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding kampeerterreinen' van de wijzigingsbevoegdheid voor uitbreiding kampeerterreinen geweest die door de gemeenteraad vastgesteld is op 25 oktober 2016. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de gronden waar op basis van het geldende bestemmingsplan wijzigingsbevoegdheden zijn opgenomen die het mogelijk maken om bestaande kampeerterreinen uit te breiden. In het parapluplan zijn een aantal wijzigingscriteria op onderdelen gewijzigd dan wel aangevuld.
Op grond van de in de vorige paragraaf genoemde plannen zijn in het plangebied de volgende bestemmingen, aanduidingen en maatvoeringen van toepassing:
Deelgebied | Bestemmingen, aanduidingen en maatvoeringen | |
1a. vakantiepark Haantjes |
Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) Functieaanduiding: specifieke vorm van bedrijf - fietsenverhuur Maatvoering: maximum oppervlakte: 1140 m2 Gedeeltelijke ter plaatse uitbreiding de bouwaanduiding: specifieke bouwaanduiding uitgesloten - gebouwen Bestemming: Recreatie - 2 (recreatiewoningenterreinen) met bouwvlakken voor 21 recreatiewonigen Bestemming: Agrarisch met gebiedsaanduiding: wro-zone - wijzigingsgebied 6 (Recreatie - 1) Functieaanduiding: specifieke vorm van verkeer - parkeer- en / of speelterrein Bestemming: Water |
|
1b. vakantiepark Vis |
Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) Maatvoering: maximum oppervlakte 608 m2 |
|
2 .vakantiepark Bonnema |
Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) Functieaanduiding: bedrijfswoning uitgesloten Maatvoering: maximum oppervlakte: 396 m2 |
|
3. vakantiepark Veldzicht |
Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) Maatvoering: maximum oppervlakte: 4.034 m2 |
|
4. vakantiepark Grientebos |
Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) Bouwaanduiding: specifieke bouwaanduiding uitgesloten - gebouwen Maatvoering: maximum bebouwd oppervlak: 907 m2 |
De voorgenomen ontwikkeling voorziet bij vakantiepark Haantjes in:
Het vakantiepark Bonnema wordt volledig omgezet naar een agrarische bestemming.
Bij het vakantiepark Veldzicht en Grientebos wordt de maatvoering 'maximum bebouwd oppervlakte' aangepast.
Bij het vakantiepark Vis vinden geen planologische veranderingen plaats.
Op basis van de geldendende bestemmingsplannen is de voorgenomen ontwikkeling niet mogelijk. Dit bestemmingsplan voorziet in een adequaat juridisch-planologisch kader voor de voorgenomen ontwikkeling en toont aan dat de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling in overeenstemming is met 'een goede ruimtelijke ordening'.
In hoofdstuk 2 wordt het initiatief nader beschreven. Daarbij komt de huidige situatie aan bod en wordt vervolgens ingegaan op de toekomstige situatie. Hoofdstuk 3 schetst het relevante beleidskader voor het plan. Daarbij wordt ingegaan op Rijks-, provinciaal, en gemeentelijk beleid. In hoofdstuk 4 worden de omgevingsaspecten behandeld, waaraan de nieuwe ontwikkeling wordt getoetst. Hoofdstuk 5 beschrijft de juridische aspecten van het plan. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan toegelicht.
Dit hoofdstuk beschrijft de huidige en de gewenste situatie in het plangebied. Het plangebied bestaat in dit geval uit meerdere deelgebieden. In het voorliggend geval wordt alleen ingegaan op het deelgebied bij het vakantiepark Haantjes omdat enkel hier nieuwe ontwikkelingen mogelijk wordt gemaakt.
De gewenste situatie is het uitgangspunt voor het goed te keuren bestemmingsplan en moet op een goede manier in de huidige situatie gepast worden.
Het vakantiepark Haantjes is gevestigd in Formerum-Noord. Dit is het verblijfsrecreatiegebied ten noorden van het dorp Formerum. Zoals op afbeelding 2.1 is te zien, kenmerkt de (directe) omgeving zich door een afwisseling van met name stacaravans, kampeerterreinen en (kleinschalige) recreatiewoningen. De verschillende recreatiegebieden zijn door middel van (hoog) opgaande beplantingen van elkaar gescheiden. De terreinen met stacaravans en recreatiewoningen zijn ingepast in elzensingels en bredere bosranden. Dit is kenmerkend voor de terreinen in de binnenduinrand.
Het vakantiepark Haantjes bestaat ter plaatse uit 32 stacaravans, 14 grote chalets en 9 recreatiewoningen. Een recreatiewoning geldt voor twee eenheden. Hiermee beschikt het vakantiepark Haantjes over de maximaal 64 eenheden conform de vergunning.
Deelgebied 1 omvat het vakantiepark Haantjes en het aansluitende agrarisch perceel welke via een wijzigingsbevoegdheid voorbestemd is omgezet te kunnen worden naar recreatieve doeleinden. De gewenste locatie voor de uitbreiding ligt in de zuidwestkant van het plangebied en is momenteel onbebouwd.
Tabel 1.1 overzicht oppervlaktes bestemmingen bestaande situatie
Oppervlakte bestemming 'Recreatie - 1 (kampeerterreinen)' in m2 | Oppervlakte bestemming 'Recreatie - 2 (recreatiewoningterreinen) | Oppervlakte wijzigingsbevoegdheid in m2 | Oppervlakte water in m2 | |
4.705 + 2.356 = 7.061 | 1.266 + 7.736 = 9.002 | 2.063 + 8.412 = 10.475 | 110 |
In afbeelding 2.1 is een luchtfoto van het deelgebied met een rood kader weergegeven. Hierop is te zien dat het perceel aan de zuidzijde, de beoogde ontwikkellocatie, momenteel onbebouwd is. In afbeelding 2.2 is een aanzicht vanaf de Dirkmansweg op het deelgebied weergegeven waar de uitbreiding moet gaan plaatsvinden.
Afbeelding 2.1 Situering deelgebied, weergeven met rood kader vakantiepark Haantjes en met blauw kader vakantiepark Vis, ten opzichte van de omgeving (bron: PDOK viewer)
Afbeelding 2.2 Aanzicht op het deelgebied vanaf de Dirkmansweg (bron: Street View Google Maps)
Het vakantiepark Vis is gevestigd aan de Koksbosweg 2 Formerum. Het ligt tussen het vakantiepark Haantjes en de Dirkmansweg en Koksbosweg in. Het betreft een klein vakantiepark met enkele recreatie-eenheden. In afbeelding 2.1 is het vakantiepark met een blauw kader weergegeven.
Het vakantiepark Bonnema is gevestigd aan de Dorpsstraat 51 te Hoorn. Dit betreft een kleinschalig vakantiepark met maar enkele recreatie-eenheden. In afbeelding 2.3 is het vakantiepark weergegeven.
Afbeelding 2.3 Situering deelgebied, weergeven met rood kader, ten opzichte van de omgeving (bron: PDOK viewer)
Het vakantiepark Veldzicht is gevestigd aan de Noordlandweg 6 te Midsland. Het betreft een groot vakantiepark. In afbeelding 2.4 is het vakantiepark weergegeven.
Afbeelding 2.4 Situering deelgebied, weergeven met rood kader, ten opzichte van de omgeving (bron: PDOK viewer)
Het vakantiepark Grientebos is gevestigd aan de Duinweg Formerum 5, te Formerum. Het vakantiepark heeft 17 recreatieve objecten. In afbeelding 2.5 is het vakantiepark weergegeven.
Afbeelding 2.5 Situering deelgebied, weergeven met rood kader, ten opzichte van de omgeving (bron: PDOK viewer)
Aanleiding voor de ontwikkeling is de toenemende behoefte aan kwaliteit (luxe) en beleving. De huidige toerist is veeleisender en kritischer geworden in de afgelopen decennia. De hoeveelheid vrije tijd is afgenomen, maar het aantal toeristische activiteiten is toegenomen. Een combinatie van deze factoren leidt tot een noodzaak voor de toeristische sector in Friesland om te investeren in haar product om de concurrentie met andere regio's aan te kunnen.
Voor vakantieparken leidt dit tot een behoefte aan extra ruimte en capaciteit. De initiatiefnemer wil hierop inspelen door het vakantiepark met de voorgenomen uitbreiding ruimer op te zetten.
Met het initiatief wordt verstening in de binnenduinrand verminderd. De vergunde vaste bungalows, met gasaansluiting en ter plaatste gebouwd dienen te worden, worden uitgeruild tegen nieuwe chalets die in de fabriek gebouwd zijn en in een keer neergezet kunnen worden. De nieuwe chalets zijn goed geïsoleerd met drie lagen glas, zonnepanelen en een warmtepomp of zonneboiler. Waarmee deze nieuwe chalets nagenoeg energieneutraal zijn.
Ten slotte wordt met het voornemen ook de wijzigingsbevoegdheid van kampeerterrein naar recreatiewoningen uit het bestemmingsplan gehaald waardoor ter plaatse geen omzetting van kampeerterrein naar recreatiewoningen op basis van de wijzigingsbevoegdheid kan plaatsvinden.
Om te kunnen voorzien in de toenemende behoefte aan kwaliteit (luxe) en beleving wil de initiatiefnemer het het vakantiepark Haantjes uitbreiden tot een vakantiepark met 86 eenheden (68 stacaravans/chalets en 9 recreatiewoningen).
Hiervoor worden de agrarische gronden rondom het vakantiepark, met de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 6 (Recreatie - 1)', omgezet naar 'Recreatie - 1 (kampeerterreinen)'. Op het vakantiepark Haantjes wordt de mogelijkheid voor 12 vakantiewoningen wegbestemd en deze gronden worden omgezet naar 'Recreatie - 1 (kampeerterreinen)'.
Ten behoeve van het voorliggend plan wordt van andere vakantieparken (Vis, Veldzicht, Bonnema en Grientebos) planologische ruimte overgenomen en aan de planologische ruimte van het vakantiepark Haantjes toegevoegd.
Tegelijkertijd wordt de maximale planologische uitbreidingsruimte van het vakantiepark Haantjes gebruikt en worden recreatiewoningen uitgeruild tegen kampeerareaal.
Inrichting vakantiepark en landschappelijke inpassing
De bestaande inrichting van het vakantiepark blijft gelijk. Ter plaatse van de uitbreidingsruimte worden de overgenomen eenheden geplaatst. De exacte positionering van de eenheden wordt in een latere stadium bepaald in relatie tot de positionering van de benodigde parkeerplaatsen. Voor de bereikbaarheid van de nieuwe recreatie eenheden wordt een ontsluitingsweg aangelegd.
Voor een goede landschappelijke inpassing wordt aan de westkant van het uitbreidingsgebied de hoogopgaande streekeigen beplanting (7 meter breed) in lijn met de bestaande landschappelijke inpassing versterkt en instand gehouden. De bestaande beplanting aan de oostkant van het uitbreidingsterreinterrein blijft behouden. Hierdoor blijft het aanzicht op het terrein afgeschermd. De huidige ruimtelijke kwaliteit blijft hiermee gewaarborgd.
Het vakantiepark Haantjes heeft nog meerdere omgevingsvergunningen met de benodigde bouwvlakken voor het bouwen van 12 recreatiewoningen. Indien deze gebouwd worden moeten stacaravans/chalets worden weggehaald. De initiatiefnemer wil daarom nogmaals 12 recreatiewoningen uitruilen tegen een areaal kampeerterrein (zie ook de Aanleiding).
In de 'Beleidsregels kamperen gemeente Terschelling 2010' worden de regels gegeven die voor de kampeervoorzieningen op Terschelling gelden (zie verder paragraaf 3.3.2). Hoewel de beleidsregels het uitruilen van verschillende arealen toelaat, is er geen mogelijkheid opgenomen om 'Recreatie - 2 (recreatiewoningenterreinen)' om te zetten naar 'Recreatie - 1 (kampeerterreinen)'.
Bij een omzetting van 'Recreatie - 1 (kampeerterreinen)' naar 'Recreatie - 2 (recreatiewoningenterreinen)' (artikel 5.6 sub c van het bestemmingsplan 'Formerum Noord') geldt dat maximaal 15% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak mag worden bebouwd met recreatiewoningen. Door deze redenering om te keren, zou voor 12 recreatiewoningen van 60 m2 op basis van beleid, ((60*12*100):15=) 4.800 m² aan kampeerareaal gelden.
Bovendien is geconstateerd dat bij de bestaande gebouwde recreatiewoningen in totaal 48 m2 niet benut is van de bebouwingsruimte. Dit levert dan een kampeerareaal van (48*100:15=) 320 m2 op.
Het totaal kampeerareaal door het uitruilen komt daarmee op 5.120 m2.
Op basis van het geldende 'Bestemmingsplan Formerum Noord' kan het vakantiepark Haantjes uitbreiden. Hiervoor dient gekeken te worden naar de bestaande situatie op het moment dat het bestemmingsplan is vastgesteld (23 juli 2013). In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de bestaande situatie met daaronder de maximale uitbreiding.
Overzicht maximale uitbreiding vakantiepark Haantjes op basis van wijzigingsbevoegdheid
Bestemmingsplan | Maatvoering (m2) | Oppervlakte kampeerterrein (m2) | Oppervlakte recreatiewoningen (m2) | |
bestaande situatie vaststelling bestemmingsplan | 1.140 | 4.710 | 9.002 | |
maximale uitbreiding via wijzingsbevoegdheid | 354* | 2.355# | - | |
Totaal | 1.494 | 7.065 |
*= maatvoering dient op basis van oppervlakte kampeerterrein te worden berekend (artikel 3.7, lid a en b, sub 8/9 van de geconsolideerde planregels opgenomen in Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding kampeerterreinen);
#= oppervlakte is maximaal 50% van het bestaand kampeerterrein (artikel 3.7, lid b, sub 4 van de geconsolideerde planregels opgenomen in Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding kampeerterreinen);
Het is mogelijk om van vakantieparken elders planologische ruimte over te nemen. Dit is benoemd in de beleidsregels kamperen 2010, zie ook paragraaf 3.3.2. Vervolgens is dit verankerd in een wijzigingsbevoegdheid in de geldende bestemmingsplannen. De gewenste ontwikkeling vindt plaats door de overname van het vakantiepark Bonnema en het verplaatsen van de rechten aldaar naar het vakantiepark Haantjes. De planologische uitbreidingsruimte van het vakantiepark Vis ligt op de gronden van de initiatiefnemer en wordt toegevoegd aan het vakantiepark Haantjes. Van het vakantiepark Veldzicht wordt een deel van de maatvoering en een achttal eenheden (hiervoor wordt de kampeervergunning aangepast en staat los van het bestemmingsplan) overgenomen en verplaatst naar het vakantiepark Haantjes. Ten slotte wordt ook van het vakantiepark Grientebos een deel van de maatvoering overgenomen en verplaatst naar het vakantiepark Haantjes. Hiermee wordt het aantal eenheden op de vakantieparken Veldzicht en Grientebos minder en worden de bestaande eenheden ruimer opgezet.
Overzicht per vakantiepark
Deelgebied | Eenheden (aantal vergunde objecten) | Maatvoering (m2) jaarstandplaatsen | Oppervlakte kampeerterrein (m2) |
1a. vakantiepark Haantjes | - | - | - |
1b. vakantiepark Vis | - | - | 2.030# |
2. vakantiepark Bonnema | 13 | 396 + 198# | 2.640 + 1.320# |
3. vakantiepark Veldzicht | 8 | 360 | 2.400 |
4. vakantiepark Grientebos | 4,2 | 126 | 840 |
Totaal | 25,2 | 1.080 | 9.230 |
#= standaard uitbreidingsruimte op basis van wijzigingsbevoegdheid;
Als we het uitruilen, de uitbreidingsruimte en overname bij elkaar zetten ontstaat het volgende beeld:
Vakantiepark | Eenheden (aantal vergunde objecten) | Maatvoering (m2) jaarstandplaatsen |
Oppervlakte kampeer- terrein (m2) |
Oppervlakte recreatie- woningen (m2) |
oppervlakte water |
Haantjes | 2.574:30= 86 | 1.494 + 1.080= 2.574 | 7.065 + 9.230 + 5.120 = 21.415 | 4.435 | 506 |
De bestemmingen 'Recreatie - 1', 'Recreatie -2' en de maatvoering op de planverbeelding voor het deelgebied vakantiepark Haantjes is op basis van de bovenstaande tabel ingetekend.
In de onderstaande tabel wordt per vakantiepark weergegeven wat de planologische verandering wordt:
Deelgebied |
WAS Bestemmingen, aanduidingen en maatvoeringen |
WORDT Bestemmingen, aanduidingen en maatvoeringen |
1a. vakantiepark Haantjes | - Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) - Functieaanduiding: specifieke vorm van bedrijf - fietsenverhuur - Maatvoering: maximum oppervlakte: 1140 m2 - Gedeeltelijke ter plaatse uitbreiding de bouwaanduiding: specifieke bouwaanduiding uitgesloten - gebouwen - Bestemming: Recreatie - 2 (recreatiewoningenterreinen) met bouwvlakken |
- Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) - Functieaanduiding: specifieke vorm van bedrijf - fietsenverhuur - - Maatvoering: maximum oppervlakte: 2.574 m2 - Bestemming: Recreatie - 2 (recreatiewoningenterreinen) met bouwvlakken |
- Bestemming: Agrarisch met gebiedsaanduiding: wro-zone - wijzigingsgebied 6 (Recreatie - 1) - Functieaanduiding: specifieke vorm van verkeer - parkeer- en / of speelterrein |
- Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) - Ter plaatse uitbreiding de bouwaanduiding: specifieke bouwaanduiding uitgesloten - gebouwen |
|
- Bestemming: Water | - Bestemming: Water | |
1b. vakantiepark Vis | - Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) - Maatvoering: maximum oppervlakte 608 m2 |
- Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) - Maatvoering: maximum oppervlakte 608 m2 |
2. vakantiepark Bonnema | - Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) - Functieaanduiding: bedrijfswoning uitgesloten - Maatvoering: maximum oppervlakte: 396 m2 |
- Bestemming 'Agrarisch' |
3. vakantiepark Veldzicht | - Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) - Maatvoering: maximum oppervlakte: 4034 m2 |
- Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) - Maatvoering: maximum oppervlakte: 3.674 m2 |
4. vakantiepark Grientebos | - Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) - Bouwaanduiding: specifieke bouwaanduiding uitgesloten - gebouwen - Maatvoering: maximum bebouwd oppervlak: 907 m2 |
- Bestemming: Recreatie - 1 (kampeerterreinen) - Bouwaanduiding: specifieke bouwaanduiding uitgesloten - gebouwen - Maatvoering: maximum bebouwd oppervlak: 781 m2 |
De recreatieobjecten worden zo geplaatst dat de bezonning en privacy geoptimaliseerd is. De objecten worden in een rij gebouwd. Voor de bereikbaarheid van de objecten worden ontsluitingswegen gerealiseerd. Deze wegen sluiten aan op de bestaande ontsluiting van het terrein.
Verkeer
De uitbreiding van het vakantiepark wordt via de Dirkmansweg ontsloten. De Dirkmansweg leidt in zuidelijke richting naar de belangrijke ontsluitingsweg Formerum van Terschelling. De genoemde wegen hebben voldoende capaciteit om de beperkte toename aan verkeersbewegingen op te vangen.
De verkeersgeneratie is bepaald op basis van CROW kencijfers (publicatie 381 "Toekomstigbestendig parkeren - Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie", 2020). Het vakantiepark is gelegen in het buitengebied van Terschelling. Terschelling betreft een 'niet stedelijk' gemeente op basis van het CBS. Voor de verkeersgeneratie is daarom uitgegaan van het gemiddelde kencijfer voor de verkeersgeneratie: 2,7 mvt/etmaal per eenheid.
Uitgaande van een uitbreiding met 22 eenheden komt de extra verkeersgeneratie neer op 22 * 2,7 = 59,4 = 60 mvt/etmaal.
De toename van het verkeer als gevolg van de uitbreiding is dermate gering dat het opgaat in de dagelijkse fluctuatie van het verkeer. De afwikkeling van het verkeer zal daardoor niet voor problemen zorgen. Daarbij wordt opgemerkt dat de recreatie-eenheden verplaatst wordt van elders van het eiland waardoor in totaliteit geen sprake is van een toename van verkeersbewegingen op het eiland.
Parkeren
Het uitbreiden van het vakantiepark met 22 eenheden zorgt voor een toename van de parkeervraag op het park zelf. De parkeervraag wordt berekend conform de nota parkeernormen Terschelling. Volgens de parkeernormen dient per 4 personen één parkeerplek gerealiseerd te worden. Op het vakantiepark Haantjes kunnen in totaal straks 86 eenheden komen te staan met elk ruimte voor gemiddeld genomen 4 personen.
Voor de bestaande 64 eenheden zijn nu reeds de benodigde parkeerplaatsen aanwezig op het park. Nu zijn bij elke bungalow twee parkeerplaatsen aanwezig. Daarnaast is bij elke chalet één parkeerplaats gerealiseerd en worden nog verspreidt over het vakantiepark parkeerplekken voor bezoekers mogelijk gemaakt. Met de uitbreiding van het vakantiepark met 22 eenheden neemt ook de parkeerbehoefte met 22 parkeerplaatsen toe. Dit betekent een totale parkeerbehoefte van 86 parkeerplaatsen. Op het terrein is voldoende ruimte aanwezig om in de parkeerbehoefte te voorzien.
Gelet op het bovenstaande wordt geconcludeerd dat voldaan wordt aan de verkeer- en parkeerbehoefte in het voorliggende plan.
Dit hoofdstuk beschrijft de relevante beleidskader voor de ontwikkeling. In het voorliggend geval wordt alleen ingegaan op het deelgebied bij het vakantiepark Haantjes omdat hier nieuwe ontwikkelingen mogelijk wordt gemaakt.
De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is op 11 september 2020 door de minister vastgesteld. De NOVI biedt een langetermijnperspectief op de ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland tot 2050. Met de NOVI geeft het kabinet richting aan de grote opgaven die het aanzien van Nederland de komende dertig jaar ingrijpend zullen veranderen. Met de NOVI benoemt het Rijk nationale belangen, geeft het richting op de vier prioriteiten:
De NOVI ziet op de inrichting en de kwaliteiten van Nederland en heeft daardoor een hoog abstractieniveau. Het bevat geen concreet beleid voor het hergebruik van het complex.
In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is 'de Ladder voor duurzame verstedelijking' geïntroduceerd. De ladder is per 1 oktober 2012 ook als procesvereiste opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In de Ladder voor duurzame verstedelijking is opgenomen dat de toelichting van een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, een beschrijving bevat van de behoefte aan de voorgenomen stedelijke ontwikkeling.
Indien blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied kan worden voorzien, bevat de toelichting een motivering daarvan en een beschrijving van de mogelijkheid om in die behoefte te voorzien op de gekozen locatie buiten het bestaand stedelijk gebied.
Een plan dat betrekking heeft op een bestaand recreatieterrein, wordt door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State niet gezien als een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, van het Bro gezien (Raad van State, 15 juni 2016, 201600505/1/R6).
In de voorliggende situatie ligt op de uitbreidingslocatie een wijzigingsbevoegdheid om het terrein om te zetten naar recreatie. Het voorliggend plan zet de gronden om naar een recreatiebestemming. Daarvoor wordt elders een ander vakantiepark wegbestemd en worden recreatie-eenheden overgenomen en bouwvlakken voor recreatiewoningen wegbestemd. Hierdoor is er sprake van een bestemmingsplan waarmee een bestaand vakantiepark opgewaardeerd en ruimer opgezet wordt. Per saldo blijft het aantal recreatie eenheden gelijk.
Gelet hierop wordt dan ook geconcludeerd dat de voorgenomen ontwikkeling niet ladderplichtig is.
Het provinciale beleid is uiteengezet in het Streekplan 'Om de kwaliteit van de romte' (structuurvisie). De belangrijkste uitgangspunten uit het provinciale beleid zijn vastgelegd in de Verordening Romte Fryslân. Hierin zijn voor de provinciale belangen regels opgenomen, waar in ruimtelijke plannen rekening mee gehouden moet worden.
Het ruimtelijk beleid van de provincie vormt een belangrijk kader voor het gemeentelijk (bestemmingsplan)beleid. Dit is neergelegd in de Omgevingsvisie Provincie Fryslân. Deze is op 23 september 2020 vastgesteld. In de omgevingsvisie gaat de provincie voor een vitale economie door te investeren in omgevingskwaliteiten. Dit zorgt er onder andere voor leefbaarheid en dat leegstand en verpaupering van bebouwing wordt teruggedrongen. Daarnaast gaat de provincie voor een veerkrachtig beleid, waarin ingrijpende ontwikkelingen opgevangen kunnen worden, het behoud van de karakteristiek van de provincie, door het beschermen van de eigen identiteit en voor een gezonde leefomgeving.
Toetsing
Het initiatief betreft een kleinschalige ontwikkeling die plaatsvindt in een uitsluitend recreatieve omgeving in het middendeel van het eiland. De uitbreiding heeft geen invloed op de totale recreatiedruk van het eiland omdat de ruimte overgenomen wordt van vakantieparken elderes op het eiland. Daarnaast worden voor de uitbreiding enkele planologische toegestane recreatiewoningen wegbestemd. De ontwikkeling is dermate kleinschalig van omvang en aard, dat eventuele negatieve effecten op natuurgebieden zodanig gering is, dat de ontwikkeling acceptabel is. De voorgenomen ontwikkeling sluit daarnaast aan op de provinciale uitgangspunten om Friesland vitaal en leefbaar te houden.
In de Verordening Romte Fryslân (vastgesteld op 25 juni 2014) stelt de provincie regels aan de provinciale belangen. Deze regels moeten in gemeentelijke plannen worden vertaald. Voor dit bestemmingsplan is het volgende relevant.
Recreatie op de Waddeneilanden
Op grond van artikel 5.2.1 kan een ruimtelijk plan voor de uitbreiding van een bestaand kampeerterrein worden toegestaan, waarbij het aantal standplaatsen mag toenemen tot 200, dan wel het bestaande aantal standplaatsen met 100 mag toenemen, mits in de plantoelichting is onderbouwd dat de uitbreiding bijdraagt aan kwaliteitsverbetering van het kampeerterrein.
Op grond van lid 5.7.2 moet in de toelichting op een ruimtelijk plan, waarin een nieuwe of een uitbreiding van een bestaande recreatieve voorziening op of bij een Waddeneiland is opgenomen, worden onderbouwd op welke wijze is gezorgd voor stabilisatie van de totale recreatiedruk per eiland en rekening is gehouden met de landschappelijke en natuurlijke waarden.
Toetsing
De ontwikkeling heeft geen invloed op de totale recreatiedruk, aangezien er geen sprake is van een toename van het aantal vergunde recreatieobjecten op het eiland. Het aantal eenheden wordt namelijk overgenomen van vakantieparken elders op het eiland. Daarnaast neemt het aantal eenheden bij dit vakantieparken toe tot maximaal 86 waarmee dit minder bedraagt dan het maximum van 200. Uit paragraaf 2.3 blijkt hoe rekening is gehouden met de landschappelijke waarden. Uit paragraaf 4.4 blijkt dat de ontwikkeling geen afbreuk doet aan de natuurlijke waarden van Terschelling. Het plan is in overeenstemming met de regels uit de Verordening Romte Fryslân.
In de toekomstvisie wordt een blik naar Terschelling in 2025 gegeven. Aangegeven wordt welke richting de gemeente op wil gaan. Hierin wordt per thema een aantal prioriteiten gegeven. Voor recreatie en toerisme zijn dit:
Met de voorgenomen ontwikkeling wordt aangesloten bij de veranderde marktvraag. Het betreft een initiatief vanuit een ondernemer. Het vakantiepark wordt met de ontwikkeling ruimer opgezet. Het initiatief sluit aan bij de prioriteiten van de toekomstvisie.
Op 15 juni 2010 is de beleidsnotitie Beleidsregels kamperen gemeente Terschelling 2010 vastgesteld. Deze notitie betreft een aangepaste versie van de beleidsnotitie Beleidsregels kamperen gemeente Terschelling 2008. In dit document worden beleidsregels gegeven die voor kamperen gelden. De basis voor deze beleidsregels is de Kampeerverordening gemeente Terschelling. Hierin wordt het gemeentelijke beleid verwoord ten aanzien van groeimogelijkheden, kampeervormen, de toelaatbaarheid van jaarplaatsen en jeugdkampeerterreinen, de afmetingen en de vorm van caravans, de bovengrens van beschikbare jaar- en seizoenstandplaatsen, de herverkaveling en opsplitsing van kampeerterreinen, permanente bewoning en randbeplanting rondom kampeerterreinen.
Hoewel de beleidsregels het uitruilen van verschillende arealen toelaat, is er geen wijzigingsbevoegdheid opgenomen om 'Recreatie - 2 (recreatiewoningenterreinen)' om te zetten naar 'Recreatie - 1 (kampeerterreinen)'.
In de beleidsregel is wel de omzetting van Recreatie - 1 (kampeerterrein) naar Recreatie - 2 (Recreatiewoningen) mogelijk daarbij geldt dat 15% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak mag worden bebouwd met recreatiewoningen. Door deze redenering om te keren, zou voor elke recreatiewoning van 60 m² op basis van beleid, 400 m² aan kampeerterrein gelden.
Op deze manier is de voorliggende ontwikkeling in lijn met het beleid en ontstaat er een kwaliteitsimpuls ter plaatse. Gelet op het vorenstaande wordt geconcludeerd dat de voorgenomen ontwikkeling in lijn is met het beleid. Ten slotte wordt opgemerkt dat in eerdere situaties ook meegewerkt is aan het omzetten van recreatie 2 naar recreatie 1.
Naast het feit dat ontwikkelingen in het plangebied binnen het beleidskader van Rijk, provincie en gemeente tot stand moeten komen, moet rekening worden gehouden met de aanwezige functies in en rond het plangebied. Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat er een goede omgevingssituatie ontstaat. In het voorliggend geval wordt alleen ingegaan op het deelgebied bij het vakantiepark Haantjes omdat hier nieuwe ontwikkelingen mogelijk wordt gemaakt.
Per 1 juli 2016 is de Monumentenwet 1988 vervallen. Een deel van de wet is op deze datum overgegaan naar de Erfgoedwet. Het deel dat betrekking heeft op de besluitvorming in de fysieke leefomgeving gaat over naar de Omgevingswet, wanneer deze in 2022 in werking treedt. Dit geldt ook voor de verordeningen, bestemmingsplannen, vergunningen en ontheffingen op het gebied van archeologie. Vooruitlopend op de datum van ingang van de Omgevingswet zijn deze artikelen te vinden in het Overgangsrecht in de Erfgoedwet, waar ze ongewijzigd van toepassing blijven zolang de Omgevingswet nog niet van kracht is.
De kern van de wet is dat wanneer de bodem wordt verstoord, archeologische resten in tact moeten blijven. Als dit niet mogelijk is, is opgraving een optie.
Om inzicht te krijgen in de kans op het aantreffen van archeologische resten in bepaalde gebieden zijn op basis van historisch onderzoek archeologische verwachtingskaarten opgesteld.
Uit raadpleging van de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE) van de provincie blijkt dat zich in het gebied archeologische resten uit de ijzertijd tot de middeleeuwen kunnen bevinden. Voor het gebied geldt het advies: karterend onderzoek 1 (middeleeuwen). Een uitsnede van de kaart is weergeven in afbeelding 4.1. Bij bodemingrepen groter dan 500 m² wordt het uitvoeren van archeologisch onderzoek aanbevolen.
Met de voorgenomen ontwikkeling vinden geen bodemingrepen groter dan 500 m² plaats. Enkel voor de riolering en dergelijke is een ingreep van 35 tot 40 cm noodzakelijk. Er is derhalve sprake van een zeer geringe ingreep. Voor de Steentijd-Bronstijd worden geen archeologische resten verwacht. Op grond hiervan is geen onderzoek noodzakelijk. Vanuit dit aspect bestaan dan ook geen belemmeringen voor de ontwikkeling.
Afbeelding 4.1 Famke periode ijzertijd - middeleeuwen (Bron: provincie Fryslân)
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening moet in de toelichting van een bestemmingsplan worden beschreven op welke manier rekening wordt gehouden met de cultuurhistorische waarden in het plangebied.
Het plangebied heeft op zichzelf geen bijzondere cultuurhistorische waarde. Wel zijn de landschappelijke elementen en structuren, zoals de kleinschalige besloten verkaveling met hakhoutbosjes en elzensingels van cultuurhistorische betekenis. Volgens de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie ligt het plangebied in een aardkundig waardevol gebied: de Waddeneilanden. De eilanden bestaan uit zeer veel gave en karakteristieke duinvormen waarin sedimentatie en erosieprocessen nog steeds plaatsvinden, grote strandvlakten en kwelders met de kenmerkende kreken.
Het plan doet geen afbreuk aan de bestaande structuren en wordt op een verantwoorde manier ingepast in de omgeving. Het is niet noodzakelijk om regels op te nemen ter bescherming van cultuurhistorische waarden.
Het uitgangspunt wat betreft de bodem in het plangebied is dat de kwaliteit ervan zodanig dient te zijn dat er geen risico's voor de volksgezondheid ontstaan. In het kader van de ruimtelijke procedure moeten verdachte locaties worden gesignaleerd.
Gezien het huidige agrarisch functiegebruik ter plaatse van de uitbreiding in het plangebied is het niet aannemelijk dat er verontreinigingen in de bodem zijn ontstaan. Een bodemonderzoek kan in het kader van de procedure achterwege blijven. In het kader van de vergunningverlening is het uitvoeren van een bodemonderzoek echter wel verplicht en zal worden uitgevoerd. Gezien het huidige gebruik van de gronden worden geen belemmeringen verwacht.
Bij elk ruimtelijk plan dient met het oog op de natuurbescherming rekening te worden gehouden met de Wet natuurbescherming (Wnb). Hierbij dient te worden aangetoond dat als gevolg van de geplande activiteiten de gunstige staat van instandhouding van waardevolle dier- en plantensoorten niet in het geding komt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming.
Ter plaatse van het plangebied is onderzoek gedaan naar de uitbreiding van het aantal chalets op het recreatieterrein Haantjes in relatie tot de natuurbeschermingswetgeving. In bijlage 1 is het volledige onderzoeksrapport inclusief stikstofberekening opgenomen. Hieronder wordt ingegaan op het onderzoek.
Gebiedsbescherming
Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met de natuurwaarden van de omgeving en met beschermde plant- en diersoorten. Dit gaat om op Europees niveau aangewezen Natura 2000-gebieden. In de provinciale verordening worden gebieden die van belang zijn voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), nu Natuurnetwerk Nederland (NNN), beschermd.
Het plangebied ligt niet in een Natura 2000-gebied. Wel liggen in de omgeving verschillende Natura 2000-gebieden, waarvan de dichtstbijzijnde op ruim 250 meter ten noorden van de uitbreiding. Daarnaast ligt het plangebied niet binnen het NNN, wel is ter plaatse van de uitbreiding het plangebied aangemerkt als 'beheersgebied' voor weidevogels.
In de provinciale omgevingsverordening zijn regels voor ontwikkelingen in de EHS opgenomen. Ook in een beheersgebied kunnen natuurwaarden aanwezig zijn die van belang zijn voor de EHS. Indien dit het geval is, zal sprake moeten zijn van een natuurcompensatie. Echter door de ligging te midden van percelen met elzensingels wordt het plangebied en ook de aangrenzende graslanden niet als broedgebied door weidevogels gebruikt. Daarnaast sluit de inrichting van het plangebied direct aan op het aangrenzende terrein waar al chalets zijn geplaatst. Ook maken de houtwallen op het perceel een landschappelijke inpassing van de chalets mogelijk.
De conclusie is dan ook dat er geen sprake is van een wezenlijke aantasting van het landschap of van een verlies aan weidevogelbroedgebied. In dit opzicht is de uitvoering van het plan niet strijdig met de NNN-wetgeving. Compensatie is dan niet nodig.
De geplande ontwikkeling zou kunnen leiden tot een toename in stikstofdepositie. In de AERIUS-calculator is voor dit project de depositie berekend. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 1. Uit het onderzoek blijkt dat de opgestelde stikstofberekening met de AERIUS-Calculator 2020 een 0-berekening betreft. Het plan leidt niet tot toename van de stikstofdepositie binnen Natura 2000-gebied.
De Wnb en het beleid van de provincie Fryslân staan de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg.
Soortenbescherming
Op grond van de Wnb geldt een algemeen verbod voor het verstoren en vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten en hun vaste rust- of verblijfplaatsen. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode Lijst-soorten zijn deze voorwaarden zeer streng.
Voor de voorgenomen ontwikkeling is een natuurtoets gedaan (zie bijlage 1). Het plangebied is onderzocht op het voorkomen van strikt beschermde soorten. Vastgesteld is dat er geen strikt beschermde soorten voorkomen.
Er komen geen nestlocaties voor van soorten waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn. Er komen in het plangebied uitsluitend algemene soorten voor. Soorten van de Rode Lijsten van kwetsbare en bedreigde soorten komen eveneens niet voor.
De uitvoering van het plan leidt niet tot een blijvende verslechtering van de staat van instandhouding van de populaties van voorkomende soorten. De uitvoering van het plan is mogelijk zonder extra eisen in het kader van de zorgplicht. Het is niet nodig een ontheffing aan te vragen van de Wnb in het kader van de soortenbescherming.
Het plan is dus uitvoerbaar binnen de kaders van de Wet natuurbescherming. Voor alle soorten is de zorgplicht van kracht. Bij verstoring van dieren tijdens de werkzaamheden moeten deze de gelegenheid krijgen te vluchten naar een nieuwe leefomgeving.
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, lpg en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over 'externe veiligheid' om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).
Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Er wordt getoetst aan twee verschillende normen: het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).
In het kader van het aspect externe veiligheid is de risicokaart van de provincie Fryslân geraadpleegd. Hieruit blijkt dat binnen of buiten het plangebied geen risicobronnen aanwezig zijn waarvan de risicocontouren of de invloedsgebieden over het plangebied lopen.
De wet- en regelgeving betreffende externe veiligheid heeft dan ook geen gevolgen voor dit bestemmingsplan.
In de Wet geluidhinder (Wgh) is bepaald dat elke weg in principe een zone heeft waar aandacht aan geluidshinder moet worden besteed. Dit geldt niet voor wegen met een maximumsnelheid van 30 km/uur of minder. Daarbij onderscheidt de Wgh geluidsgevoelige gebouwen enerzijds en niet-geluidsgevoelige functies anderzijds. Het uitgangspunt is dat op de gevels van geluidsgevoelige functies voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB.
Binnen het plangebied worden geen geluidsgevoelige functies voorgesteld. Een toets aan de Wgh is daarom niet noodzakelijk. Bovendien is er sprake van een omgeving met een relatief beperkt autogebruik. Ter plaatse van de uitbreiding van het terrein is dus geen onaanvaardbare geluidsoverlast als gevolg van wegverkeer te verwachten.
In (de omgeving van) het plangebied kunnen kabels en leidingen aanwezig zijn die beperkingen opleggen voor de bouwmogelijkheden in het plangebied. Hierbij valt te denken aan hoogspanningsverbindingen, waterleidingen en straalpaden. Bij leidingen, zoals gas-, water- en rioolpersleidingen, volgen deze belemmeringen uit het zakelijk recht. Bij hoogspanningsverbindingen gaat het om veiligheid en gezondheid. De beperkingen bij straalpaden zijn van belang voor het goed functioneren van de straalpaden.
In en rond het plangebied zijn geen kabels of leidingen aanwezig waarmee in dit bestemmingsplan rekening gehouden dient te worden. Wel kunnen er enkele kleinere huisaansluitingen voor bijvoorbeeld gas, water en riool zijn. Met de uitvoering van de plannen wordt met deze leidingen rekening gehouden. Voor het bestemmingsplan behoeven deze leidingen geen bescherming.
In de Wet milieubeheer (2016) zijn normen voor luchtkwaliteit opgenomen. Deze normen zijn bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging, tegen te gaan. Als maatgevend voor de luchtkwaliteit worden de gehalten fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) gehanteerd.
Plannen die slechts in zeer beperkte mate bijdragen aan luchtverontreiniging zijn op grond van het besluit 'niet in betekenende mate' (nibm) vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden. In dit Besluit nibm is bepaald in welke gevallen een plan vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden twee situaties onderscheiden:
Volgens de Grootschalige Concentratie- en Depositiekaarten Nederland (2025) geldt in de directe omgeving van het projectgebied een gemiddelde fijn stof concentratie (PM10) van 14 µg/m3 en een gemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO2) van 7 µg/m3. De norm voor beide stoffen ligt op 40 µg/m3 (jaargemiddelde concentratie vanaf 2015). De huidige luchtkwaliteit ter plaatse is dus zeer goed.
De uitbreiding van het vakantiepark zorgt ter plaatse voor een kleine toename van de verkeersbewegingen. Opgemerkt wordt daarnaast dat de recreatieve eenheden verplaatst worden van elders van het eiland waardoor in de totaliteit geen sprake is van een toename van verkeersbewegingen op het eiland. Daarnaast zijn plannen, die slechts in zeer beperkte mate bijdragen aan luchtverontreiniging, op grond van het besluit 'nibm' vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden. Dit bestemmingsplan stelt een beperkte uitbreiding van het vakantiepark voor. Dit heeft een zeer beperkte invloed op de luchtkwaliteit. Aanvullend onderzoek is niet noodzakelijk.
Er zijn geen belemmeringen voor het plan vanuit dit aspect.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming kan gebruik worden gemaakt van de richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (2009). Een richtafstand kan worden beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten.
Een recreatieterrein is aangewezen als inrichting uit milieucategorie 3.1. Hierbij geldt een minimale richtafstand van 50 m tot aan gevoelige bestemmingen, zoals woningen. De bepalende factor voor deze afstand betreft geluidshinder. Het dichtstbijzijnde bouwvlak waar een woning staat bevindt zich op een afstand van circa 55 m. Daarmee is er sprake van een verantwoorde milieuzonering.
Daarnaast geldt ook voor recreatieve verblijven dat een goed leefklimaat gerealiseerd moet worden. In dit geval is sprake van een uitbreiding van het recreatieterrein, waarbij in de directe omgeving de recreatieve functie reeds aanwezig is. Hiermee worden de omliggende recreatieve terreinen dan ook niet belemmerd met de uibreiding. Het omgevingsaspect milieuzonering levert daarom geen belemmeringen op voor de beoogde ontwikkeling.
Deze 'waterparagraaf' gaat in op de watertoets. Hierin wordt beoordeeld wat de effecten van het bestemmingsplan op de waterhuishouding zijn en of er water- schapsbelangen spelen. De belangrijkste thema's zijn waterveiligheid, de afvoer van schoon hemelwater en afvalwater en de waterkwaliteit.
Toetsingskader
De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijk planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheergebied van het Wetterskip Fryslân, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van het project is digitaal overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf.
Voor het plan is een digitale watertoets uitgevoerd. Deze is als bijlage 2 opgenomen in de toelichting van dit plan. Uit de digitale watertoets blijkt dat de normale procedure doorlopen dient te worden.
Het deelgebied ligt binnen het beheergebied van het wetterskip Fryslân, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over de voorgestane ontwikkeling.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente Súdwest-Fryslân nader wordt behandeld.
Europees:
Nationaal:
Provinciaal:
Waterschapsbeleid
Het beleid van Wetterskip Fryslân is verwoord in het Waterbeheerprogramma 2022-2027. In het Waterbeheerplan 2012-2027 beschrijft Wetterskip Fryslân de doelen ten aanzien van waterveiligheid, voldoende water, schoon water en water in de samenleving voor de komende jaren. Het wetterskip beschikt over een leidraad watertoets. Het doel van de leidraad is dat alle aspecten meegenomen worden, hiermee wordt voldaan aan de thema's voldoende veilig en schoon water. Hiernaast zorgt de leidraad voor een betere samenwerking doordat het duidelijkheid geeft over de juridische status van het wateradvies. De leidraad bevat een overzicht van onderwerpen die vanuit het oogpunt van water belangrijk zijn bij ruimtelijke plannen.
Toetsing aan het plangebied
Huidige situatie
Algemeen
Het deelgebied bestaat uit een vakantiepark met bestaande recreatiewoningen en ontsluitingswegen (totaal 64 eenheden toegestaan). Het aangrenzende agrarische grond wordt bij het vakantiepark gebracht waarop recreatiewoningen van elders op het eiland hier gebracht wordt. Hiermee ontstaat een vakantiepark met maximaal 86 eenheden.
Opgemerkt wordt dat met het plan het vakantiepark Bonnema wegbestemd wordt naar agrarische grond. Tevens wordt elders van diverse andere vakantieparken alleen planogische ruimte weggehaald.
Waterkwantiteit
In en rondom het plangebied is secundair oppervlakte water aanwezig, zie afbeelding 4.2.
Afbeelding 4.2 Overzicht water rondom/in het deelgebied rood omlijnd (bron: Legger Wetterskip Fryslân).
Afvalwaterketen en riolering
Het plangebied is aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel. Afvalwater wordt hierop afgevoerd. Hemelwater wordt zoveel mogelijk geïnfiltreerd en afgevoerd op omliggend oppervlaktewater.
Toekomstige situatie
Waterkwantiteit
Door ruimtelijke ontwikkelingen neemt de hoeveelheid verhard oppervlak toe met als gevolg een versnelde afvoer van hemelwater. Het is nodig om deze versnelde afvoer te compenseren om de waterberging in een gebied in stand te houden. De meest voorkomende manier van compenseren is het graven van oppervlaktewater. Uiteraard is het toepassen van alternatieve maatregelen in het plan ook mogelijk. Voor compensatie van de toename verhard oppervlak is onderstaande tabel van toepassing.
Tabel 4.1 toename verharding Wetterskip Fryslân.
Dempen van water dient 100% te worden gecompenseerd.
Met het planvoornemen wordt het vakantiepark Haantjes uitgebreid met 22 eenheden. Daarvoor is in totaal minimaal 22 onverharde parkeerplaatsen noodzakelijk en zal ook een ontsluitingsweg worden aangelegd. De exacte vormgeving en invulling wordt in een latere stadium bepaald. In elk geval zal de nieuwe weg die gebruikt zal worden om de recreatiewoningen te bereiken ongeveer 200 meter lang worden met een breedte van 2 meter en heeft daarmee een oppervlakte van 400 m2.
Daarnaast zullen voor de 22 nieuwe eenheden 22 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Aangenomen dat een parkeerplaats 12,5 m2 bedraagt zal dit afgerond 275 m2 bedragen. De oppervlakte van een stacaravan is gemiddeld 60 m2 waarmee sprake is van 1.320 m2. Totale toename verharding bedraagt daarmee zo'n (400+275+1.320=) 1.995 m2. Ter compensatie wordt o.a. de aanwezige sloten planologisch inbestemd als water (circa 500 m2) en wordt het vakantiepark Bonnema (2.640 m2) met een recreatieve bestemming met bijbehorende verharding (parkeerplaatsen, chalets etc.) volledige wegbestemd naar agrarische grond. Hiermee is sprak van voldoende compensatie. Er is daarmee geen noodzaak tot uitvoering van watercompensatie.
Afvalwaterketen en riolering
Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het van belang om duurzame, niet-uitloogbare materialen te gebruiken, zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.
Veiligheid en waterkeringen
De ontwikkeling heeft geen invloed op de waterveiligheid in de omgeving.
Conclusie
De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.
Bij het doorlopen van een bestemmingsplanprocedure dient rekening te worden gehouden met mogelijke verplichtingen op grond van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.). Daarin is vastgelegd wanneer een milieueffectrapport (MER) of een mer-beoordelingsnotitie moet worden opgesteld. In bijlage C en D van het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmingsplan planmer-plichtig (bijlage C en D), projectmer-plichtig (bijlage C) of mer-beoordelingsplichtig (bijlage D) zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen.
In bijlage D van het Besluit m.e.r. (D10) is onder andere de aanleg, wijziging of uitbreiding van vakantiedorpen buiten stedelijke zones met bijbehorende voorzieningen opgenomen. Het gaat om grootschalige recreatieve voorzieningen, waarbij de drempelwaarde op 25 hectare of 10 hectare in gevoelig gebied ligt. Omdat het plan niet van deze omvang is, is een formele mer-beoordeling niet noodzakelijk. Wel moet dit worden gemotiveerd, hetgeen ook wel een vormvrije m.e.r.-beoordeling wordt genoemd. Dit betekent dat de kenmerken van het potentiële effect op basis van de kenmerken en de plaats van de activiteiten onderzocht moeten worden.
In het kader van de bestemmingsplanprocedure zal het college, met inachtneming van de in bijlage 3 opgenomen aanmeldingsnotitie voor de vormvrije m.e.r.-beoordeling, voorafgaand aan de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, besluiten dat geen MER nodig is.
Uit de aanmeldnotitie blijkt namelijk dat, gelet op de kenmerken van het project (zoals het kleinschalige karakter in vergelijking met de drempelwaarden uit het Besluit m.e.r.), de plaats van het project en de kenmerken van de potentiële effecten, geen belangrijke negatieve milieugevolgen optreden.
In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke situatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten en het beleid. In dit hoofdstuk worden de bestemmingen en de bijbehorende regels beschreven.
Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsbepalingen van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding is de bestemming vastgelegd, in de regels de bouw- en gebruiksmogelijkheden.
Het Besluit ruimtelijke ordening bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft echter geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld.
Dit bestemmingsplan wordt opgezet ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe woongebouwen. Er is gekozen voor een bestemmingsplan op maat, waarbij het voornemen past binnen de juridisch-planologische kaders.
In deze paragraaf worden de afzonderlijke bestemmingen zoals deze op de verbeelding en in de regels zijn opgenomen, beschreven.
Agrarisch
De bestemming agrarisch wordt neergelegd op de gronden van het vakantiepark Bonnema hiermee wordt dit vakantiepark wegbestemd.
Recreatie - 1 (kampeerterreinen)
Binnen het plangebied van dit bestemmingsplan is de bestemming 'Recreatie - 1 (kampeerterrein)' opgenomen. De gronden met deze bestemming zijn bestemd voor standplaatsen voor kampeermiddelen, waaronder stacaravans en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens. Daarnaast zijn er ook gebouwen en overkappingen, ten behoeve van beheer en dienstverlening, sanitaire voorzieningen en onderhoud, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - gebouwen' toegestaan. Bij de stacaravans en naar aard daarmee gelijk te stellen onderkomens zijn ook bergingen toegestaan. Voor de stacaravans of naar aard gelijk te stellen onderkomens geldt een oppervlakte van 45 m² per plek. De bouw- en goothoogte en dakhelling voor de objecten zijn opgenomen in de bouwregels. De gronden binnen deze bestemming zijn ook bedoeld voor de ontsluitingen. Voor het overige kunnen de gronden worden ingericht voor tuinen, erven en terrassen. Parkeren dient op eigen erf plaats te vinden.
In de diverse deelgebieden wordt binnen de bestemming 'Recreatie - 1 (kampeerterreinen) de maatvoering 'maximum oppervlakte:xxx' aangepast. Vakantiepark Haantjes wordt dit 2.574 m2, veldzicht wordt 3.674 m2 en Grientbos wordt : 781 m2.
Recreatie - 2 (recreatiewoningenterreinen)
Binnen het plangebied van dit bestemmingsplan is de bestemming 'Recreatie - 2 (recreatiewoningenterreinen)' opgenomen. De bestemming is opgenomen ter plaatse van de bestaande recreatiewoningen. De geldende regels conform het vorige bestemmingsplan zijn overgenomen.
Water
Ten slotte is binnen het plangebied van dit bestemmingsplan de bestemming 'Water' opgenomen waarmee sloten zijn aangeduid.
De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat de geplande ontwikkeling maatschappelijk draagvlak heeft en dat de procedures op een goede manier worden doorlopen.
Inspraak en overleg
De geplande ontwikkeling zal gedeeld worden met de verschillende stakeholders. Daarnaast is het plan besproken met de gemeenteraad in een overlegronde van de 'het er oer ha'. Tijdens dit openbare overleg zijn er geen insprekers geweest op het plan. Verschillende buren hebben tijdens 'het er oer ha' meegeluisterd. Hierop zijn geen negatieve reacties gekomen.
Zienswijze
Vervolgens wordt het ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode wordt eenieder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen (artikel 3.8 Wro). De uitkomsten hiervan kunnen nieuwe niet voorziene uitgangspunten voor het bestemmingsplan geven.
Vaststelling
Het bestemmingsplan wordt vervolgens, al dan niet gewijzigd, vastgesteld. Het besluit tot vaststelling wordt gepubliceerd en het bestemmingsplan ligt zes weken ter inzage. Tijdens die periode bestaat de mogelijkheid beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in te dienen tegen het besluit en het plan.
Voor de uitvoerbaarheid van het plan is het van belang te weten of het economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploitatie van het plan (financiële haalbaarheid) en anderzijds door de wijze van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie).
Financiële haalbaarheid
Het bestemmingsplan vormt het toetsingskader voor een particuliere ontwikkeling. Het project richt zich op een marktsegment waar momenteel vraag naar is. De kosten worden gedekt uit de opbrengst van de ruimere opzet van het vakantiepark. Hiermee kan het bestemmingsplan financieel haalbaar worden geacht.
Grondexploitatie
Doel van de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) opgenomen grondexploitatieregeling is het bieden van ruimere mogelijkheden voor het kostenverhaal en het creëren van meer sturingsmogelijkheden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de publiekrechtelijke weg via een exploitatieplan en de privaatrechtelijke weg in de vorm van overeenkomsten. In het geval van een exploitatieplan kan de gemeente eisen en regels stellen voor de desbetreffende gronden, (woning)bouwcategorieën en fasering. Bij de privaatrechtelijke weg worden dergelijke afspraken in een (anterieure) overeenkomst vastgelegd.
In het voorliggende geval wordt een anterieure overeenkomst gesloten tussen de initiatiefnemer en de gemeente Terschelling. Hierin wordt tevens het risico van planschade opgenomen zodat het kostenverhaal voor de gemeente volledig is verzekerd. Dit brengt met zich mee dat vaststelling van een exploitatieplan achterwege kan blijven.