direct naar inhoud van Artikel 20 Water
Plan: Kleine kernen west
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.BP2010DPW001-0401

Artikel 20 Water

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterlopen waterpartijen;
  • b. bermen en beplanting;
  • c. woonschepen, ter plaatse van de aanduiding "woonschepenligplaats";
  • d. ligplaatsen, ter plaatse van de aanduiding "ligplaats";
  • e. roeibotenhaven, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - roeibotenhaven",

maar ook voor de daarbij behorende:

  • f. aanleggelegenheid;
  • g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. kunstobjecten;
  • i. nutsvoorzieningen.
20.2 Bouwregels
20.2.1 Toegelaten bouwwerken

Op de gronden, bedoeld in lid 20.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  • a. gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen;
  • b. andere bouwwerken, zoals kunstobjecten en kunstwerken, en steigers uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "steiger", ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - insteekhaven" en ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - roeibotenhaven";
  • c. één steiger per woonperceel aansluitend aan de woonbestemming van maximaal 4 meter bij 4 meter, ter plaatse van de aanduiding "oever";
  • d. wanneer de bestaande situering en maatvoering afwijkt van het bepaalde onder c, dan blijft de afwijkende situering en maatvoering van toepassing, met dien verstande dat de maximale oppervlakte van een steiger 16 m² mag zijn.
20.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud van een gebouw mag maximaal 75 m³ zijn;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag maximaal 4 meter zijn.
20.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van kunstobjecten mag maximaal 12 meter zijn;
  • b. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken, waaronder kunstwerken, mag maximaal 2,5 meter zijn.
20.3 Afwijken van bouwregels
20.3.1 Afwijkingsbevoegdheden

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regel van lid 20.2.1 sub c en toestaan dat steigers ter plaatse van de aanduiding "steiger" worden uitgebreid tot maximaal 2 meter breed gemeten vanuit de bestemmingsgrens of dat nieuwe steigers worden gebouwd anders dan ter plaatse van de aanduiding steiger met een maximale breedte van 2 meter gemeten vanuit de bestemmingsgrens, mits hierover advies is gevraagd aan het waterschap. Deze omgevingsvergunning wordt niet verleend voor gronden grenzend aan de aanduiding "oever".

20.3.2 Beoordelingscriteria

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 20.3.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
20.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

- het gebruiken of laten gebruiken van de gronden met de aanduiding "specifieke vorm van water - roeibotenhaven" voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van andere boten of schepen dan roeiboten.

20.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden om op de gronden, bedoeld in lid 20.1, zonder een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) of anders dan in zo'n vergunning is vastgelegd, de volgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

- het vergraven, dempen, ondertunnelen of overkluizen van watergangen en waterpartijen.

20.5.2 Uitzondering vergunningplicht

Lid 20.5.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:

  • a. plaatsvinden in het kader van het normale onderhoud;
  • b. al in uitvoering waren op het moment van het van kracht worden van het plan.
20.5.3 Beoordelingscriteria

Een vergunning als bedoeld in lid 20.5.1 kan alleen worden verleend als:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterhuishoudkundige belangen;
  • b. hierover advies is gevraagd aan het waterschap.