Artikel 18 Woongebied
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. het wonen, al dan niet in combinatie met:
-
1.
aan-huis-verbonden beroep of aan-huis-verbonden bedrijf, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
- de grondoppervlakte mag maximaal 25% van de vloeroppervlakte van de woning bedraagt, met een maximum van 50 m²;
- er mag geen detailhandel plaatsvinden, tenzij het betreft productiegebonden detailhandel;
-
2.
mantelzorg;
-
3.
Bed & Brochje, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
- maximaal 2 kamers mogen worden gebruikt voor Bed & Brochje;
- het maximum brutovloeroppervlak dat wordt gebruikt voor Bed & Brochje is maximaal 50 m²;
- in de slaapkamers mag geen keukenblok worden gerealiseerd;
- ten behoeve van Bed & Brochje mag niet een extra inrit worden gerealiseerd;
- het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
- de ontsluiting van het perceel dient kwantitatief en kwalitatief goed van aard te zijn;
-
4. een bedrijf die is genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
-
b. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
met daaraan ondergeschikt:
-
c. groenvoorzieningen;
-
d. nutsvoorzieningen;
-
e. parkeervoorzieningen;
-
f. speelvoorzieningen;
-
g. tuinen, erven en terreinen;
-
h. water;
-
i. wegen en paden.
18.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Woongebied' is aan een aantal regels gebonden.
18.2.1 Algemeen
Ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal woningen met maximaal 1 toenemen.
18.2.2 Hoofdgebouwen
Een hoofdgebouw mag:
-
a. niet worden gebouwd voor de bestaande naar de weg gekeerde gevel of het verlengde hiervan, of indien geen naar de weg gekeerde gevel aanwezig is bedraagt de afstand van de hoofdgebouwen tot de as van de weg ten minste 10,00 meter;
-
b. met de vrijstaande kant niet dichter dan 2,50 meter tot de zijdelingse perceelgrens worden gebouwd, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand de minimale afstand is;
-
c. een goothoogte hebben die niet groter is dan 3,50 meter, tenzij de bestaande goothoogte groter is, in welk geval de bestaande hoogte als maximum geldt;
18.2.3 Garageboxen
Garageboxen mogen:
-
a. worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'garage';
-
b. een bouwhoogte hebben van maximaal 3,50 meter.
18.2.4 Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, niet zijnde overkappingen, bij woningen gelden de volgende regels:
-
a. de gezamenlijke oppervlakte is maximaal:
-
1. 100 m² bij een bouwperceel met een oppervlakte die niet groter is dan 500 m2;
-
2. 125 m2 bij een bouwperceel met een oppervlakte die groter is dan 500 m2 en niet groter is dan 800 m2;
-
3. 150 m2 bij een bouwperceel met een oppervlakte die groter is dan 800 m2;
-
b. de goothoogte is maximaal 3,50 meter.
18.2.5 Overkappingen
Voor het bouwen van overkappingen bij woningen gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte is maximaal 6,00 meter;
-
b. de gezamenlijke oppervlakte per perceel is maximaal 30 m², tenzij de bestaande oppervlakte groter is, in welk geval de bestaande oppervlakte als maximum geldt.
18.2.6 Andere bouwwerken
-
a. een erf- en terreinafscheiding mag:
-
1. een bouwhoogte van maximaal 1,00 meter hebben als deze zich vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw en het verlengde daarvan bevindt;
-
2. een bouwhoogte van maximaal 2,00 meter hebben in andere gevallen;
-
b. een lichtmast mag een bouwhoogte van maximaal 6,00 meter hebben;
-
c. een overig ander bouwwerk mag een bouwhoogte van maximaal 6,00 meter hebben, tenzij de bestaande bouwhoogte groter is, in welk geval de bestaande bouwhoogte als maximum geldt.
18.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van het straat- en bebouwingsbeeld, een goede woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
18.4 Afwijken van de bouwregels
18.4.1 Bevoegdheid
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 18.2.6 sub a onder 1 in die zin dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van hoeksituaties grenzend aan openbaar gebied, mag worden vergroot tot maximaal 2,00 meter, mits:
-
1. de erf- en terreinafscheiding minimaal voor 90% open (gaas of latwerk) wordt uitgevoerd dan wel volledig in (begroeid) gaas-, of latwerk.
18.4.2 Toetsingscriteria
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
-
a. hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:
-
1. het straat- en bebouwingsbeeld;
-
2. de woonsituatie;
-
3. de milieusituatie;
-
4. de verkeersveiligheid;
-
5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
18.5 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Woongebied' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
-
a. worden gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf waarbij wordt afgeweken van de volgende voorwaarden:
-
1. de grondoppervlakte niet meer dan 25% van de vloeroppervlakte van de woning bedraagt, met een maximum van 50 m²;
-
2. geen detailhandel plaatsvindt, tenzij het betreft productiegebonden detailhandel;
-
b. worden gebruikt voor meer woningen dan het bestaande aantal.
-
c. worden gebruikt voor bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf'.
-
d. Een hoofdgebouw mag niet worden gebruikt voor meer dan 1 woning.
18.6 Afwijken van de gebruiksregels
18.6.1 Bevoegdheid
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
-
a. het bepaalde in lid 18.5 sub c in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder categorieën 1 en 2, mits:
-
1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1 en qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd in bijlage 1 onder een grotere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
-
2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft.
18.6.2 Toetsingscriteria
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
-
a. hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:
-
1. het straat- en bebouwingsbeeld;
-
2. de woonsituatie;
-
3. de milieusituatie;
-
4. de verkeersveiligheid;
-
5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
b. het gaat om incidentele gevallen waarbij de noodzaak voor het afwijken van het bestemmingsplan is aangetoond. .
18.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden
18.7.1 Vergunningplicht
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel' een omgevingsvergunning vereist:
-
a. het ophogen of afgraven van gronden;
-
b. het beplanten van gronden met bomen en andere opgaande houtige gewassen;
-
c. het vellen en rooien van houtgewas;
-
d. aanleggen en/of verharden van wegen en paden;
-
e. aanleggen van bovengrondse of ondergrondse leidingen, constructies, installaties of apparatuur.
18.7.2 Uitzondering
Het bepaalde in lid 18.7.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
-
a. het normale onderhoud of de normale exploitatie betreffen;
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
18.7.3 Toetsingscriteria
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van de houtsingels, ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel'.