direct naar inhoud van Artikel 13 Leiding
Plan: Tramdijk - Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0082.000800-0004

Artikel 13 Leiding

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Leiding ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas', een gasleiding;

met daarbijbehorende:

  • b. leidingzone;
  • c. gebouwen;
  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • e. andere-werken.
13.2 Bouwregels

Op de voor ' Leiding ' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

13.2.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m mag bedragen.

13.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de basisbestemming.

13.3.1 Afwegingskader

Een in 13.3 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien uit overleg met de leidingbeheerder(s) blijkt dat daartegen met het oog op het doelmatig functioneren van de leiding(en) en/of het aspect veiligheid geen bezwaar bestaat.

13.4 Aanlegvergunning
13.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van hoogopgaande of diepwortelende beplanting, waaronder rietbeplanting;
  • b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • c. het verrichten van grondroeractiviteiten, zoals het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • d. diepploegen;
  • e. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • f. het permanent opslaan van goederen, waaronder begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • g. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • h. het indrijven van voorwerpen in de bodem.
13.4.2 Uitzondering op verbod

Het in 13.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn danwel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
13.4.3 Afwegingskader

Een in 13.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. het behoud van een veilige ligging van de leiding en de continuïteit van de functie van de leiding zijn gewaarborgd.
13.4.4 Procedure

Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een aanlegvergunning horen burgemeester en wethouders de betreffende leidingbeheerder(s).