Plan: | Buitengebied 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0082.000300-0004 |
De in het plangebied voorkomende maatschappelijke functies, infrastructuur, waterlopen en nutsvoorzieningen krijgen in het plan een passende bestemming.
Maatschappelijke functies
Gebouwen met een culturele, sociale en/of een algemeen maatschappelijke functie zijn bestemd als "Maatschappelijk". Gedacht kan worden aan kerken en dorps- en buurthuizen. Begraafplaatsen zijn specifiek bestemd als "Maatschappelijk – Begraafplaats". Voor het perceel Straatweg 28 te Follega, een vakantie-oord voor kinderen met beperkingen, is de specifieke aanduiding "zorgboerderij" opgenomen. Het perceel Straatweg 9 te Eesterga heeft de bestemming "Maatschappelijk" met de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - zorgeenheden", omdat binnen deze bestaande boerderij 14 zorgeenheden (appartementen) voor ouderen, die hulpbehoevend zijn, worden gerealiseerd. In Bijlage 10 Niet-agrarische bedrijvigheid zijn alle maatschappelijke functies benoemd.
Infrastructuur
De bestemmingen "Verkeer-1", "Verkeer-2", "Verkeer-3" en "Verkeer-4" zijn toegekend aan wegen met een verkeersfunctie. Per wegencategorie is met het oog op de verkeersveiligheid aangegeven welke afstandseis geldt voor het oprichting van bebouwing (in artikel 29 van de planregels, onder 29.1.1.). Wegen die niet op de plankaart zijn bestemd hebben een erf- of perceelsontsluitende functie en zijn meegenomen binnen de bestemmingsomschrijving van de gebiedsbestemming ("Agrarisch" of "Natuur").
Nutsvoorzieningen
De bestemming "Bedrijf – Nutsbedrijf" is toegekend aan voorzieningen met een openbaar nut, zoals de rioolwaterzuiveringsinstallatie, (grote) gemalen (met een inhoud groter dan 50 m3) en de hoogspanningscentrale aan de Pasveer. De aanwezige windturbines zijn specifiek aangeduid. Voor wat betreft het windturbinebeleid wordt aangesloten bij het provinciaal beleid. Dit betekent dat er geen nieuwe solitaire windturbines op nieuwe locaties worden toegestaan.
Bestaande hoogspanningsleidingen en aardgastransportleidingen krijgen een specifieke dubbelbestemming. Gelet op het voorkomen van de betreffende voorzieningen zijn in de planregels regels gesteld voor het oprichten van bebouwing. Hiermee worden de belangen veiliggesteld en de gevaren (bijvoorbeeld draadbreuk) zoveel mogelijk beperkt.