Plan: | Echten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0082.000100-0004 |
Ingevolge het "Verdrag van Malta" is het noodzakelijk om te bezien of in het plangebied sprake is van te verwachten oudheidkundige waarden. De Archeologische Monumentenkaart (AMK) geeft een overzicht van alle bekende behoudenswaardige archeologische terreinen in Nederland. Daarnaast geeft de Inventarisatiekaart Archeologische Waarden (IKAW) een globaal overzicht van de mate waarin archeologische resten in een gebied kunnen worden aangetroffen. In Echten zijn volgens de AMK geen archeologische vindplaatsen bekend. De IKAW wordt niet als toetsingskaart gebruikt, omdat in opdracht van de gemeente een verdiepingsslag is uitgevoerd.
In de periode 2002-2004 is door Archeologisch Adviesbureau RAAP een inventariserend archeologisch en cultuurhistorisch onderzoek uitgevoerd in de gemeente Lemsterland. Het rapport wordt vergezeld van meerdere kaarten, waaronder een archeologische verwachtingskaart voor de periode Steentijd tot en met Vroege Bronstijd. Deze kaart is een verfijning van de door de provincie en het rijk samengestelde Friese Archeologische MonumentenKaart Extra (FAMKE). Het is in hoofdzaak gebaseerd op de analyse van landschappelijke en bodemkundige kenmerken van bekende vindplaatsen en geeft een indruk van de verwachte vindplaatsdichtheid.
De op de verwachtingskaart aangegeven archeologische verwachting is voor het grootste deel onbepaald. Verder is een deel van het plangebied aangeduid als middelmatige verwachtingswaarde en een zeer klein deel als hoge verwachtingswaarde.
Er zijn enkele boringen in het gebied verricht. Daarbij is er op acht locaties sprake van boringen met een lage verwachting. Twee boringen (aan de Middenweg, ten zuiden van de brandweerkazerne) wijzen uit dat het locaties betreffen met een hoge verwachting.
Op de kwetsbaarheidskaart is het grootste deel van het plangebied aangegeven met klasse 3 en 4. Het zuidoostelijk deel van het gebied is aangegeven als klasse 2. En in het westelijk deel is een klein deel aangeduid met klasse 1 en 2. Voor de gronden welke zijn aangeduid met klasse 3 en 4 betekent dit dat eventueel aanwezige archeologische waarden over het algemeen niet bedreigd worden door de meeste bodemingrepen, maar wel door gebruikelijke bouwwerkzaamheden (onderkeldering, heipalen) (zie bijlage 3).
Slechts voor een klein deel, namelijk in het zuidoosten van het plangebied, is aangegeven dat het gebied betrekkelijk kwetsbaar is (klasse 2). Het dekzand ligt tussen 0,5 en 1,0 m -mv. In gebieden met deze klasse-aanduiding worden de archeologische waarden ook bedreigd bij incidentele bodemingrepen, zoals diepere agrarische grondbewerkingen, egaliseren, civieltechnische ingrepen en het maken van plantgaten.
Op de historisch geografische overzichtskaart zijn belangrijke relicten aangegeven. Echten wordt op deze kaart aangeduid als een wegdorp. Op de kaart is te zien dat er drie windwatermolens in het plangebied aanwezig waren, welke inmiddels zijn verdwenen. Tevens zijn twee sluizen in de Middenvaart op de kaart aangegeven.
Door archeologisch onderzoeks- en adviesbureau de Steekproef is een inventariserend archeologisch onderzoek uitgevoerd ter plaatse van de locaties waar ontwikkelingen zijn gepland.
In algemene zin kan worden opgemerkt dat de kern Echten in een veengebied ligt. Onder het veenpakket is zand aanwezig. Twee kilometer zuidoostelijk van Echten zijn op een hoger gelegen deel van dat zand houtskool en bewerkt vuursteen gevonden.
Bij het veldonderzoek dat eind augustus 2007 heeft plaatsgevonden zijn zandkoppen gevonden op twee locaties in Echten. Het betreft de locatie V "Herenweg tussen 112 en 118" en de locatie VI "Herenweg 101, 103 en Hoofdweg 1". (bijlage 8) Op deze zandkoppen zijn houtskoolbrokjes aangetroffen. Mogelijk is dit houtskool het gevolg van menselijke activiteiten in de prehistorie. De zandkoppen zijn niet verstoord, waardoor eventuele archeologische grondsporen eveneens gaaf kunnen zijn. Ter plaatse van de zandkoppen wordt geadviseerd geen ingrepen te doen dieper dan de bouwvoor. Voor de overige delen is geen sprake van beperkingen.Onderzoek was aanleiding voor een waarderend veldonderzoek op locatie V.
Op basis van het inventariserend onderzoek heeft bureau Steekproef een waarderend archeologisch veldonderzoek gehouden op 13 mei 2008 (bijlage 7). In principe volstaat het bureauonderzoek uit 2007, waardoor alleen veldonderzoek nodig was. Het onderzoeksgebied ligt aan de westrand van de bebouwde kom van Echten, gelegen tussen de woningen aan de Herenweg 112 en 118 (locatie V).
Op basis van het waarderend veldonderzoek kan worden geconcludeerd dat zich in het onderzoeksgebied een dekzandkop bevindt, waarlangs een kleine beek heeft gestroomd. Het dekzand is voldoende droog geweest voor beginnende bodemvorming. Op basis hiervan lijkt de zandkop een aantrekkelijke verblijfplaats te zijn geweest tijdens de steentijd. Echter eenduidig archeologische indicatoren, zoals bewerkt vuursteen zijn niet gevonden.
Op basis van het voorgaande kan de conclusie worden getrokken, dat nader onderzoek niet noodzakelijk is. Mochten bij de graafwerkzaamheden onverhoopt toch archeologische waarden worden aangetroffen en/of archeologische vondsten worden gedaan dan dient op grond van de Monumentenwet 1998, de artikelen 53 en 54, hiervan melding te worden gedaan aan de gemeente Lemsterland.
Voor wat betreft de locatie VI kan worden opgemerkt dat dit gebied via de planregels beschermd wordt. Bovendien zullen geen bouwactiviteiten plaatsvinden op de aangegeven locatie van de zandkop.