Plan: | Leeuwarden - Wielenpôlle, Schepenbuurt, de Plantage en omgeving |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0080.05005BP00-VG01 |
Impressie van het plangebied, bron: Google Maps.
Het woonplan 'Eltsenien syn hûs' geeft de beleidslijn ten aanzien van wonen voor de periode 2008 - 2013 weer. Dit woonplan richt zich primair op de stad Leeuwarden. De Leeuwarder woningmarkt heeft zich sinds 2003 positief ontwikkeld. Het aanbod van woningen is omvangrijker en meer divers geworden. Het stedelijk profiel van de stad is structureel versterkt. De groei van de bevolking en de toename van het aantal midden- en hogere inkomens bewijzen het succes van het ingezette woonbeleid. Maar Leeuwarden is er nog niet.
Het woningaanbod moet verder groeien, ook in diversiteit en kwaliteit. In de bestaande stad ligt een grote opgave. Elke wijk heeft potentie, maar die wordt niet altijd benut. Delen van de woningvoorraad zijn kwetsbaar. De doelstelling van het beleid is: het behouden en versterken van een evenwichtige, concurrerende woningmarkt met een duurzaam en gedifferentieerd aanbod van woningen en woonmilieus. Deze doelstelling is uitgewerkt aan de hand van drie thema's:
Daarnaast wordt apart aandacht besteed aan de huisvesting van groepen met lagere inkomens. De gemeente streeft een kwaliteitsverbetering van de bestaande woningvoorraad na. Dit betekent niet alleen dat woningen bouwtechnisch goed moeten zijn, maar ook energiezuinig en voldoende flexibel om ook in de toekomst aantrekkelijk te blijven.
Wielenpôlle, Schepenbuurt en de Plantage
Het plangebied bestrijkt de wijken Wielenpôlle, Schepenbuurt en de Plantage. Qua bevolking zien de wijken er anders uit. De Wielenpôlle heeft 570 inwoners (2011) en de volgende bevolkingsopbouw.
Figuur 1: bevolkingsopbouw Wielenpôlle
De wijk Schepenbuurt heeft (in 2011) 909 inwoners en de volgende bevolkingsopbouw:
Figuur 2: bevolkingsopbouw Schepenbuurt
Beide wijken vallen qua bevolkingsopbouw behoorlijk uit de toon bij het Leeuwarder gemiddelde. Wat bij de Wielenpôlle opvalt is de oververtegenwoordiging van mannen. Dit komt bij het merendeel van de leeftijdsklassen voor, met uitschieters bij de jongere volwassen (25 tot 29 jaar). Bij de Schepenbuurt is duidelijk dat het aandeel jongeren zeer sterk oververtegenwoordigd is. De Schepenbuurt kent een buitengewoon groot aantal alleenstaanden. Dit komt door een groot aantal studenten in de wijk, maar ook door overige jonge starters op de woningmarkt.
Figuur 3: ontwikkeling bevolking beide wijken
In de Wielenpôlle blijft het aantal inwoners re delijk stabiel. De woningvoorraad is in de wijk vrijwel niet veranderd in de afgelopen jaren. In de Schepenbuurt is de bevolking langzaam aan het afnemen. De beperkte afname van het aantal woningen is hier mede debet aan, maar ook de groei van het aantal alleenstaanden zorgt hiervoor.
In beide wijken bestaat de woningvoorraad voor het merendeel uit corporatiewoningen. De corporaties zijn met een programma bezig waarbij hun woningvoorraad energiezuiniger wordt gemaakt. Nieuwbouw wordt vooreerst niet voorzien in beide wijken.
Huizum-dorp De Plantage
Op het terrein van de voormalige Faber Haarden zijn in het vorige decennium grondgebonden woningen en een aantal appartementencomplexen gebouwd: de Zuiderplantage. Het deelgebied is qua ontwikkeling afgerond.
De opbouw van de woningen in het gebied leveren een bijzondere bevolkingsopbouw op:
Figuur 4: bevolkingsopbouw Zuiderplantage
De redenen hiervoor zijn dat in de appartementencomplexen hoofdzakelijk ouderen zijn gaan worden. De grondgebonden woningen zijn juist weer in trek bij jonge gezinnen. Vandaar dat de leeftijdscategorieën van de oudere jeugd (10 tot 25 jaar) en volwassen 45 tot 54 jaar ondervertegenwoordigd zijn.
Er zijn drie woonbuurten in het plangebied, de Wielenpolle, de Schepenbuurt en de Plantage. De gemeente Leeuwarden ontvangt echter ook verzoeken om een deel van de woning voor een andere functie dan het wonen te mogen gebruiken. Ten behoeve hiervan is in september 1999 de nota 'De beroeps- en bedrijfsuitoefening in woningen tegen het licht' opgesteld en vastgelegd in de raad op 20 december 1999. Ten aanzien van dergelijke verzoeken waren al diverse criteria opgesteld. Na evaluatie van dit beleid zijn de criteria iets aangepast. De aangepaste criteria, zoals in de nota verwoord, zijn in dit bestemmingsplan opgenomen.
Tevens heeft het college bij besluit van 18 mei 2010 beleidsregels vastgesteld voor 'Bêd en brochje' in woningen in Leeuwarden. Deze beleidsregels zijn eveneens in dit bestemmingsplan opgenomen in de vorm van een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid.
De gemeente Leeuwarden bevordert op haar grondgebied actief het verduurzamen van de gemeente. Deze verduurzaming richt zich op een aantal aspecten, onder andere op: energieverbruik, verantwoordelijk watergebruik en waterkwaliteit, ecologie en het beperken van afval. De focus ligt op de thema's energie en water.
Op 29 november 2010 is hiervoor de visie “Duurzaam Leeuwarden, de sterke stad” voor de periode 2011 tot en met 2020 door de Raad vastgesteld. Aan dit programma is een uitvoeringsprogramma “Slim met Energie en Water” (2011 – 2014) gekoppeld.
Energiebesparing (bij (nieuw-)bouw)
Het doel van deze ambitieuze visie is dat de gemeente voor 2020 in haar energieverbruik kan voorzien zonder gebruik van fossiele brandstoffen. Dit betekent dat in de bestaande bouw fors energie bespaard moet worden. Voor de nieuwbouw betekent het dat de gemeente minimaal de doelen van het Noordelijk Energieakkoord nastreeft en dat de gemeente de lijst Duurzaam Bouwen hanteert. Het uitgangspunt hierbij is een scherpere norm dan de nationale uitgangspunten. Hierover zijn middels de “Energieprestatieafspraken” met de Leeuwarden woningbouwcorporaties afspraken gemaakt.
Als energiebespaaroptie richt Leeuwarden zich ook op de openbare verlichting. Binnen het plangebied zal de gemeente daar waar het qua veiligheid vertrouwd is, streven naar energiezuinige openbare verlichting: waar niet nodig komt geen verlichting, of de verlichting wordt gedoofd óf er zal energiebesparende verlichting worden geplaatst.
Inrichting openbare ruimte
Voor het consolideren van het onderhavige plangebied óf daar waar er binnen het plangebied nog sprake is van nieuwe inrichting maakt de gemeente Leeuwarden gebruik van het handboek openbare ruimte.
Ecologie en water
Omdat het gebied geen grootschalige functiewijziging kent, is vooral behoud en het versterken van bestaande ecologische waarden voornamelijk aan de orde. De noordoostelijke planbegrenzing aan De Potmarge is hier een voorbeeld van. Hierop wordt in paragrafen van deze toelichting van het bestemmingsplan Ecologie, Gebiedsbescherming en Soortenbescherming en Water verder ingegaan. Ook de (bestaande) bebouwing zou aan het versterken van de ecologische waarde een bijdrage kunnen leveren. Voor de bebouwing is het aan te bevelen om groene daken aan te leggen, waarvoor bij de gemeente subsidie kan worden aangevraagd. Deze subsidieregeling is in 2009 in het leven geroepen en zal zeker tot en met 2011 aan te vragen zijn. Groene daken dragen, zo is aangegeven in het gemeentelijke Rioleringsbeleid, bij aan het vasthouden van water, om bij piekbelasting het riool te ontzien. Daarnaast worden positieve effecten zoals het verbeteren van het microklimaat rondom de woning of kantoor en het tegengaan van oververhitting van onderliggende ruimtes aan groene daken toegekend.
In paragraaf 4.7 Water van deze toelichting van het bestemmingsplan wordt uitvoerig ingegaan op het behoud van de overall waterkwaliteit in het plangebied of het verbeteren ervan.