direct naar inhoud van 3.6 Externe veiligheid
Plan: Achter de Hoven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0080.05003BP00-VG01

3.6 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door:

  • het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen);
  • het transport van gevaarlijke stoffen (buisleidingen, wegen, waterwegen en spoorwegen);
  • het gebruik van luchthavens.

Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beperken van de risico's voor de burger door bovengenoemde activiteiten. Hiertoe zijn risico's gekwantificeerd, namelijk door middel van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Een toelichtende lijst van begrippen en afkortingen is opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting.

Plaatsgebonden risico (PR)

Het PR is de berekende kans per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron, aangenomen dat hij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft.

Groepsrisico (GR)

Dit is de kans dat een groep mensen overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het GR moet worden gezien als een maat voor maatschappelijke ontwrichting.

Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. De volgende besluiten zijn relevant:

  • 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)

Met het Bevi zijn risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd.

  • 2. Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRNVGS)

De circulaire is van toepassing op bestemmingsplannen die liggen binnen de invloedsgebieden van transportroutes met vervoer van gevaarlijke stoffen.

  • 3. Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb)

Op basis van het Bevb dienen plannen, vergelijkbaar met het Bevi, te worden getoetst aan de grens- en richtwaarde voor het PR en de oriëntatie waarde voor het GR.

  • 4. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)

Het Activiteitenbesluit en de daarbij behorende regeling is de opvolger van een groot aantal AMvB's. In het Activiteitenbesluit staan algemene regels voor verschillende milieuaspecten, zoals veiligheidsafstanden waaraan voldaan moet worden.

Verantwoordingsplicht

In het Bevi, Bevb en de circulaire is de verantwoordingsplicht groepsrisico opgenomen. Deze verantwoording houdt in dat iedere wijziging met betrekking tot planologische keuzes moet worden onderbouwd en verantwoord door het bevoegd gezag.

3.6.1 Risicobronnen in het plangebied Achter de Hoven

Binnen en in de directe nabijheid van het plangebied zijn risicobronnen gelegen, zie onderstaande afbeelding van de professionele Risicokaart, waarvan de risicocontouren of het invloedsgebied zijn gelegen binnen het plangebied.

De relevante risicobronnen voor het plangebied zijn:

- inrichtingen waar risicovolle activiteiten plaatsvinden;

- transport van gevaarlijke stoffen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0080.05003BP00-VG01_0002.png"

Figuur 2: Risicovolle inrichtingen in en nabij Achter de hoven

Risicovolle inrichtingen

  • LPG-tankstation

Aan de Drachtsterweg 4 is een LPG-tankstation gevestigd. De LPG doorzet van dit tankstation is in de omgevingsvergunning onderdeel milieu begrensd tot 800 m3 per jaar. De hierbij behorende PR 10-6 contouren van het afleverpunt, het ondergrondse reservoir en het vulpunt bedragen conform de Revi respectievelijk 15 m, 25 m en 45 m. De PR 10-6 contouren lopen deels over het plangebied. Het betreffende gebied heeft de bestemming Water en Groen. Binnen de PR 10-6 contouren van het vulpunt en het ondergrondse reservoir bevinden zich geen (beperkt) kwetsbare objecten.

Ten aanzien van de PR 10-6 contour voor het vulpunt van de ondergrondse tanks kan worden opgemerkt dat voor de ruimtelijke ordening op dit moment op grond van het Revi gerekend moet worden met een contour van 45 m.

Met de transportsector voor LPG en het toenmalige ministerie van VROM is in 2005 een convenant “LPG-autogas” afgesloten. Belangrijke afspraken uit dit convenant betreffen het toepassen van een verbeterde vulslang en het aanbrengen van een hittewerende bekleding op de tankauto's. Door het treffen van de genoemde voorzieningen wordt in de regelgeving de PR 10-6 contour te zijner tijd verkleind naar 35 m. Het Revi zal naar verwachting medio 2012 hierop worden aangepast.

Het bestemmingsplan is compleet conserverend van aard en laat de oprichting van nieuwe (beperkt)kwetsbare objecten binnen de PR 10-6 contouren niet toe.

Voor wat betreft het GR kan gezegd worden dat het plangebied binnen de invloedsgebieden (150 m) ligt vanaf het LPG-vulpunt en de ondergrondse LPG-tank.

Binnen de invloedsgebieden, die gelegen zijn over het plangebied, bevindt zich bebouwing. De bebouwing bestaat uit de bestemmingen Maatschappelijk en Wonen.

Voor het LPG-tankstation is door AVIV op 6 oktober 2009, project 081428, een GR-berekening uitgevoerd. Geconcludeerd is dat het GR groter is dan de oriëntatiewaarde.

afbeelding "i_NL.IMRO.0080.05003BP00-VG01_0003.png"

Groepsrisico LPG-tankstation doorzet van 1000 m 3 /j

Door het toepassen van de in het convenant “LPG autogas” genoemde maatregelen, zoals een verbeterde vulslang en het aanbrengen van een hittewerende bekleding op de tankauto's, neemt het GR verder af. De maatregelen zijn eind 2010 doorgevoerd.

Door het treffen van deze maatregelen is het GR tot waarden die ruim onder de oriëntatiewaarde liggen afgenomen. Dit is zowel van toepassing op de bevoorrading in de dag- als avondperiode. Zie onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0080.05003BP00-VG01_0004.png"

Groepsrisico LPG-tankstation doorzet van 1000 m 3 /j tankauto voorzien van hittewerende bekleding

Aangezien de vergunde doorzet lager is dan de doorzet waarmee is gerekend is het GR nog lager dan hierboven is gepresenteerd.

 

Transport van gevaarlijke stoffen

  • Transport van gevaarlijke stoffen over het spoor

Het spoor bevindt zich aangrenzend aan het plangebied. Over de spoorlijn Leeuwarden-Groningen vindt in principe geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Wel kan er zeer incidenteel transport plaatsvinden in geval er geen transporten van gevaarlijke stoffen kunnen plaatsvinden over het traject Groningen – Meppel.

Er dient in het kader van rampenbestrijding rekening gehouden te worden dat transport van gevaarlijke stoffen over het spoor zou kunnen plaatsvinden. Het invloedsgebied (1% letaal) zou in theorie voor bepaalde stoffen maximaal 3-5 km kunnen bedragen.

3.6.2 Advies Brandweer Fryslân

Door de Brandweer Fryslân is (conform artikel 12 lid 3 Bevi) een advies uitgebracht omtrent de externe veiligheid in relatie tot het bestemmingsplan. Het advies is bij de verantwoording van het GR betrokken.

3.6.3 Verantwoording GR

Naast de numerieke waarde van het GR, zoals de ligging van het GR ten opzichte van de oriëntatiewaarde en de toename daarvan ten opzichte van de nulsituatie, dient ter beoordeling van het GR en de verantwoording daarvan (conform artikel 13 lid 1 van het Bevi) ook gekeken te worden naar kwalitatieve aspecten, zoals zelfredzaamheid, bestrijdbaarheid van het incident, nut en noodzaak, het tijdsaspect en mogelijk risicoreducerende maatregelen. De betreffende onderdelen komen hieronder aan de orde.

Ligging GR t.o.v. oriëntatiewaarde

De wetgeving verbindt geen harde normen aan de toelaatbaarheid van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten binnen een invloedsgebied, zoals dat wel het geval is bij het PR. Wel bestaat voor de gemeente bij het vaststellen van ruimtelijke plannen de wettelijke verantwoordingsplicht. De verantwoordingsplicht is van toepassing voor ruimtelijke plannen binnen een invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Uit het voorgaande is gebleken dat het LPG-tankstation een risicobron is.

Voor de beoordeling van het GR moet bij LPG-tankstations worden uitgegaan van een invloedsgebied van 150 meter rond het vulpunt en het reservoir. Zoals eerder is opgemerkt, is voor dit LPG-tankstation een groepsrisicoberekening uitgevoerd. De berekening is gebaseerd op een doorzet van 1000 m3/jr. Het GR is, bij verlading door tankauto's met een hittewerende bekleding en een verbeterde vulslang, kleiner dan de oriëntatiewaarde.

Toename GR t.o.v. nulsituatie

Het aantal personen binnen de invloedsgebieden van risicobronnen neemt conform dit bestemmingsplan niet toe. Het bestemmingsplan is conserverend van aard. Ten opzichte van de nulsituatie treedt geen wijziging op.

Bestrijding en beperking van rampen en zelfredzaamheid

In de omgeving van het plangebied is voldoende primair en secundair bluswater aanwezig.

Voorts is het plangebied vanaf meerdere zijden te bereiken en kan de brandweer binnen de gestelde normtijden ter plaatse zijn. Er zijn volgens de Brandweer Fryslân voor dit bestemmingsplan geen knelpunten te verwachten wat betreft de bestrijdbaarheid.

Voor wat betreft de zelfredzaamheid heeft betrekking op de mogelijkheden voor personen in het invloedsgebied om zichzelf in veiligheid te brengen (of in veiligheid gebracht te worden). Er zijn geen functies aanwezig binnen het plangebied waar grote groepen verminderd zelfredzame personen aanwezig kunnen zijn. Er zijn voor dit bestemmingsplan geen knelpunten te verwachten wat betreft de zelfredzaamheid.

Mogelijkheden om het GR te verlagen/optimaliseren

Het GR kan worden verlaagd/geoptimaliseerd door de doorzet van LPG in de vergunning van het LPG-tankstation op 500 m3/j vast te leggen. Dit kan echter alleen indien de feitelijke LPG doorzet kleiner is dan 500 m3/j en de inrichtinghouder zijn medewerking hieraan wil verlenen. Verder zouden alleen LPG-tankauto's die voorzien zijn van een hittewerende bekleding toegestaan kunnen worden. Voor buitenlandse LPG-tankauto's is de verplichting van een hittewerende bekleding niet aanwezig.

Nut en noodzaak van de ontwikkeling / tijdsaspect

Het bestemmingsplan is ouder dan 10 jaar en dient daarom geactualiseerd te worden.

3.6.4 Conclusie

Ondanks maatregelen ter verhoging van de veiligheid kunnen risico's nooit voor 100% worden weggenomen. Ook na het nemen van veiligheidsverhogende maatregelen zal een restrisico blijven bestaan. Met behulp van het uitvoeren van de verantwoordingsplicht voor het GR en het advies van de Brandweer Fryslân, dient het bevoegd gezag zich uit te spreken over de aanvaardbaarheid van het restrisico. Voor wat betreft de acceptatie van het restrisico wordt ook het belang van de ontwikkeling meegewogen.

Met het vaststellen van het plan heeft de gemeenteraad verantwoordt dat het GR en de daaruit voortvloeiende consequenties voor de zelfredzaamheid en hulpverlening, maatschappelijk aanvaardbaar zijn. Geconcludeerd wordt dat externe veiligheid geen belemmering vormt voor de haalbaarheid van voorliggend plan.