Plan: | Achter de Hoven |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0080.05003BP00-VG01 |
In het Streekplan Fryslân 2007 (vastgesteld door Provinciale Staten op 13 december 2006) wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de provincie aangegeven.
De provincie Fryslân zet meer dan voorheen in op de verhoging van de ruimtelijke kwaliteit bij veranderingen in het gebruik en de inrichting van de ruimte. Ruimtelijke kwaliteit dient zowel voor economische, sociale als culturele belangen en is daarmee voor alle functies in Fryslân essentieel.
Met ruimtelijke kwaliteit wordt bedoeld dat in ruimtelijke plannen, in ontwerpen en in de uitvoering, expliciet de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde worden toegevoegd aan de omgeving.
Wonen
De provincie zet in op concentratie van woningbouw in de bundelingsgebieden van de stedelijke centra, waaronder Leeuwarden. Daarnaast streeft zij ernaar de woonkwaliteiten van Fryslân, zoals rust en ruimte, landschappelijke en natuurlijke waarden, veiligheid en woon-zorgcombinaties te benutten als sociaal-economische impuls voor Fryslân. Er is ruimte om woningen te bouwen voor de woningvraag die voortkomt uit het gebied zelf.
Om het toekomstige ruimtebeslag van wonen te beperken, wordt het uitgangspunt gehanteerd dat nieuwe woningen zoveel mogelijk eerst in het bestaand bebouwd gebied van kernen gerealiseerd moeten worden. Voor stedelijke centra wordt ingezet op een netto woningtoename van 30% in bestaand bebouwd gebied. Eventuele woningbouwontwikkelingen in de wijk Achter de Hoven passen dan ook binnen het provinciaal beleid.
Leefbaarheid en sociale samenhang
De provincie streeft naar verbetering van de leefbaarheid en sociale samenhang in stedelijke centra, in het belang van alle inwoners van Fryslân. Dit komt onder andere tot uitdrukking in:
Met meer functiemenging kan de veelzijdigheid, de werkgelegenheid en de leefbaarheid op wijkniveau worden bevorderd, waardoor ook de combinatie van arbeid en zorgtaken wordt vergemakkelijkt. Het gaat hierbij om detailhandel, horeca, onderwijsvoorzieningen, kinderopvang, zorgvoorzieningen en kleinschalige en milieuvriendelijke vormen van bedrijvigheid en dienstverlening. De sociale samenhang in stedelijke wijken wordt daarnaast bevorderd door de aanwezigheid van wijkcentra en buurthuizen, waar diverse wijkactiviteiten en wijkfuncties bij elkaar komen.
Werken
De provincie streeft naar aansluiting van het type en de schaal van de werkfuncties bij de kernenstructuur. Er zijn specifieke vestigingscondities opgesteld om nadelige effecten te voorkomen en juist positieve effecten te genereren. De provincie acht het van belang dat werkfuncties en voorzieningen ook op het niveau van een kern op de goede plekken terecht komen. Hiervoor zijn de gemeenten primair verantwoordelijk. De wijk Achter de Hoven is voornamelijk een woonwijk. Bedrijvigheid bevindt zich voornamelijk aan de westzijde van het plangebied (locatie Leeuwarder Courant). Alleen hier wordt nog enige uitbreidingsruimte voor bedrijven geboden. Verder zijn aan de zuidzijde van het plangebied, aan de Potmarge, kassen aanwezig. Deze worden volgens hun huidige omvang inbestemd.
Tenslotte bevinden zich binnen het plangebied enkele maatschappelijke voorzieningen zoals scholen en een huisartsenpraktijk. Ook voor deze voorzieningen wordt bestaande c.q. vergunde situatie zoveel mogelijk vastgelegd.
Eén en ander is passend binnen de uitgangspunten van het Streekplan.
Op 15 juni 2011 hebben Provinciale Staten de Verordening Romte Fryslân vastgesteld. De verordening stelt regels die ervoor moeten zorgen dat de provinciale ruimtelijke belangen doorwerken in de gemeentelijke ruimtelijke plannen. De verordening voorziet niet in nieuw beleid. Uitsluitend geldend provinciaal ruimtelijk beleid is omgezet in algemeen geldende regels.
Het gaat met name om beleid in het Streekplan Fryslân 2007, het Derde provinciale Waterhuishoudingsplan 2010-2015 en het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan.
Uitgangspunt is dat de verordening niet meer regelt dan noodzakelijk is.
Wat elders al goed geregeld is (in de AMvB Ruimte of in andere wet- en regelgeving) hoeft niet over te worden gedaan. Verder is bij de wijze van regeling rekening gehouden met de verantwoordelijkheid van gemeenten. Binnen randvoorwaarden is ruimte voor lokaal maatwerk. Toekomstig nieuw provinciaal beleid zal via een herziening van de verordening door kunnen werken. De verordening is daarmee dynamisch en zal regelmatig worden aangepast.