Plan: | Veenklooster |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0079.BpVeenklooster13-Vg01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan "Veenklooster" met identificatienummer NL.IMRO.0079.BpVeenklooster13-Vg01 van de gemeente Kollumerland c.a.;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een plaats in het water voor het afmeren en vervolgens doen of laten liggen van een bedrijfs-, recreatie- of beroepsvaartuig voor de periode, die daadwerkelijk wordt gebruikt voor bedrijfs- of beroepsmatig of recreatief verblijf op of in de directe omgeving van het vaartuig;
het ministeriële besluit van 28 maart 1991 op basis van artikel 35 van de Monumentenwet 1988 tot aanwijzing van Veenklooster tot beschermd dorpsgezicht, alsmede de daarbij behorende toelichting;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
een agrarisch bedrijf met een omvang van ten minste 5 hectare en ten hoogste 15 hectare;
de verkoop en het te koop aanbieden, alsmede de uitstalling daarvan, van goederen aan consumenten buiten vestigingen. Onder ambulante handel wordt mede verstaan (week)markten, standplaatsen buiten de markten en het venten;
een ruimte die bedoeld is voor kunstbeoefening;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
het gebruik dat en/of de bebouwing die ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan legaal plaatsvindt, respectievelijk aanwezig is, dan wel bebouwing die kan worden gebouwd krachtens een verleende bouw- en/of omgevingsvergunning;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een voorziening voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals bejaarden of gehandicapten;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoelen heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken en maaltijden voor consumptie ter plaatse;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger, een picknickplaats, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik en waarbij geen sprake is van nachtverblijf;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van muziek en het gelegenheid geven tot dansen wezenlijke onderdelen vormen;
ruimte waar kunst(-voorwerpen) wordt/worden tentoongesteld;
een voor publiek toegankelijke gebeurtenis op of aan de weg, binnen gebouwen of op het openbare water, met uitzondering van betogingen, samenkomsten en vergaderingen, jaar- en weekmarkten, bioscoop- en theatervoorstellingen, waarbij onderscheid kan worden gemaakt in de volgende categorieën:
expositie-, verhuur- en verkoopruimte voor kunst;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een als zodanig aangegeven lijn, die tevens functioneert als lijn waarnaar het hoofdgebouw met de gevel moet zijn gekeerd, behoudens voor zover uitdrukkelijk anders bepaald in deze regels;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, niet zijnde een discotheek of een bar-dancing;
een plan waarbij ten minste aandacht dient te worden besteed aan de begrenzing van het (beoogde) bouwperceel en de inpassing van de nieuwe ontwikkeling met aangeven van de ligging van erfverhardingen, de plaatsing en vormgeving van bouwwerken en de erfbeplanting, waarbij "Bijlage 5 Handleiding inrichtingsplan" als behorende bij deze regels dient als richtinggevend kader voor het opstellen van een inrichtingsplan;
een agrarisch bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van dierlijke producten door middel van het houden van vee - niet zijnde een wormenkwekerij, viskwekerij of een paardenfokkerij - waarbij hoofdzakelijk geen gebruik wordt gemaakt van open grond;
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat door zijn indeling en inrichting bedoeld is om uitsluitend of in hoofdzaak te worden gebruikt voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden, werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-) overheidsinstellingen, het bank- en verzekeringswezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen overige zakelijke dienstverlening, al dan niet met een baliefunctie;
een plaats in het water, die door een bedrijfs-, recreatie- of beroepsvaartuig voor een langere periode wordt ingenomen;
levensbeschouwelijke, medische, sociale, culturele en educatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening;
aan de hoofdfunctie ondergeschikte activiteiten zoals:
detailhandel die qua oppervlakte en qua gebruik ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit;
horeca die qua oppervlakte en qua gebruik ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit van een niet-horecabedrijf en/of instelling;
een aan het agrarische bedrijf ondergeschikte vorm intensieve veehouderij;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bouwwerk voorzien van een plat dak dan wel een kap en met maximaal één wand is uitgevoerd;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de verblijfsrecreatie door recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde dan wel richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een gebouw met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen gevel;
een naar de weg gekeerde bouwgrens;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat met één of meer gemeenschappelijke toegangen en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
een voormalig agrarisch bedrijf met als hoofdfunctie zorg, in de vorm van de sociaal-medische opvang van personen, al dan niet in combinatie met het ter plaatse woonachtig zijn, en in combinatie met al dan niet ondergeschikte agrarische, detailhandel- en dienstverlenende activiteiten.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot erfafscheidingen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen van bouwwerken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
Voor de gebruiksmogelijkheden als genoemd onder j tot en met n geldt dat niet meer dan 1/3 deel van de oppervlakte van bestaande bedrijfsgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van de genoemde activiteiten en buitenopslag niet is toegestaan.
De regeling voor een beroep/bedrijf aan huis bij bedrijfswoningen zoals genoemd in 20.2 is van overeenkomstige toepassing.
Voor het bouwen van bouwwerken voor agrarische bedrijven en ondergeschikte intensieve veehouderijen geldt dat bouwwerken binnen het bouwvlak dienen te worden gebouwd, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - ontwikkelingsvlak".
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van agrarische bedrijven al dan niet in combinatie met ondergeschikte intensieve veehouderij gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:
Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De in 3.4.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
bovendien geldt bij toepassing van de in 3.4.1 onder a t/m e bedoelde afwijkingsmogelijkheid bij een omgevingsvergunning de volgende voorwaarde:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 3.6.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op vergunde werken of werkzaamheden die:
De voor 'Agrarisch - Kleinbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
Voor de gebruiksmogelijkheden als genoemd onder j tot en met n geldt dat niet meer dan 1/3 deel van de oppervlakte van bestaande bedrijfsgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van de genoemde activiteiten en buitenopslag niet is toegestaan.
De regeling voor een beroep/bedrijf aan huis bij bedrijfswoningen zoals genoemd in 20.2 is van overeenkomstige toepassing.
Voor het bouwen van bouwwerken voor agrarische bedrijven en ondergeschikte intensieve veehouderijen geldt dat bouwwerken binnen het bouwvlak dienen te worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van agrarische bedrijven al dan niet in combinatie met ondergeschikte intensieve veehouderij gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:
Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De in 4.4.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
bovendien geldt bij toepassing van de in 4.4.1 onder a t/m b bedoelde afwijkingsmogelijkheid bij een omgevingsvergunning de volgende voorwaarde:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 4.6.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op vergunde werken of werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig Wet ruimtelijke ordening, de bestemming wijzigen in de bestemming 'Tuin' en/of 'Wonen - 1', met dien verstande dat na het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de regels van de artikelen 12 en/of 15 van overeenkomstige toepassing zijn en dat er geen uitbreiding plaatsvindt van het bestaande aantal woningen.
De voor 'Agrarisch met waarden - Besloten gebied' aangewezen gronden zijn bestemd
en tevens voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 en 5.3, onder e:
De onder 5.4.1 bedoelde afwijking mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 5.5.1 en 5.5.2 bedoelde verbod is niet van toepassing op vergunde werken of werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming wijzigen in de bestemming 'Tuin' en/of 'Wonen - 1' ten behoeve van het uitbreiden van een aan de bestemming grenzend woonperceel tot een gezamenlijke oppervlakte van dat woonperceel van niet meer dan 2500 m², met dien verstande dat na het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de regels van de artikelen 12 en/of 15 van overeenkomstige toepassing zijn en dat er geen uitbreiding plaatsvindt van het bestaande aantal woningen.
Met betrekking tot de onder 5.6.1 bedoelde wijziging is het bepaalde in 23.4 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in plaats van het bepaalde in 23.4.2 het volgende van toepassing is.
De onder 5.6.1 bedoelde wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Op of in deze gronden mag geen ondergeschikte bebouwing worden gebouwd met uitzondering van de bestaande ondergeschikte bebouwing.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.1, sub d voor de bouw van een inpandige bedrijfswoning, mits:
De onder 6.4.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1:
De onder 6.6.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Op of in deze gronden mag geen ondergeschikte bebouwing worden gebouwd met uitzondering van de bestaande ondergeschikte bebouwing.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1:
De onder 7.5.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:
Ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarde" is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 8.4.1 en 8.4.2 bedoelde verbod is niet van toepassing op vergunde werken of werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming wijzigen in de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch - Kleinbedrijf', 'Agrarisch met waarden - Besloten gebied', 'Cultuur en ontspanning', 'Horeca', 'Sport', 'Tuin', 'Verkeer' en/of 'Wonen - 1', met dien verstande dat het een ondergeschikte wijziging van het beloop van aangrenzende bestemmingen betreft en na het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de regels van de artikelen 3, 4, 5, 6, 9, 11, 12, 13 of 15 van overeenkomstige toepassing zijn en dat er geen uitbreiding plaatsvindt van het bestaande aantal woningen.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
en tevens voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor 'Natuur - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met de daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waarvoor de volgende regels gelden:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 10.5.1 en 10.5.2 bedoelde verbod is niet van toepassing op vergunde werken of werkzaamheden die:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en verlichtingsmasten met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De afwijkingsbevoegdheid ziet uitsluitend op hoeksituaties waarbij de toepassing niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen, met dien verstande dat:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming wijzigen in de bestemming 'Tuin' en/of 'Wonen - 1', met dien verstande dat het een ondergeschikte wijziging van het beloop van aangrenzende bestemmingen betreft en na het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de regels van de artikelen 12 en/of 15 van overeenkomstige toepassing zijn en dat er geen uitbreiding plaatsvindt van het bestaande aantal woningen.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken geen gebouwen zijnde, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van wonen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van ondergeschikte bebouwing ten behoeve van wonen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De afwijkingsbevoegdheid ziet uitsluitend op hoeksituaties waarbij de toepassing niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De uitoefening van een beroep/bedrijf aan huis is uitsluitend toegestaan voor zover de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en geen ernstige hinder of afbreuk wordt gedaan aan het woonmilieu. Dit betekent dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De gronden aangewezen voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' zijn, naast de op de verbeelding aangegeven andere bestemming(en), tevens bestemd voor het behoud, herstel en versterking van de met het beschermd dorpsgezicht verbonden cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarden.
Voor beeldbepalende panden, zoals genoemd in "Bijlage 4 Lijst van karakteristieke panden", gelden de volgende regels:
Voor structuurbepalende panden, zoals genoemd in "Bijlage 4 Lijst van karakteristieke panden", gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen:
De nadere eisen als bedoeld in 16.3.1 kunnen uitsluitend gesteld worden met het oog op:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.2 voor het toestaan van ondergeschikte afwijkingen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarden van het beschermde dorpsgezicht, zoals omschreven in de toelichting behorende bij het aanwijzingsbesluit beschermd dorpsgezicht (bijlage 1 van de toelichting van dit plan).
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders in tuinen (artikel 12) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 16.5.1 wordt slechts verleend, indien door de uitvoering van het werk of de werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de betekenis, beleving en de herkenbaarheid van de cultuurhistorische waarde van het beschermde dorpsgezicht ter plaatse.
Het verbod als bedoeld in 16.5.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De voor 'Waarde - Houtsingel beeldbepalend' aangewezen gronden zijn, naast de aangegeven andere bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor de instandhouding van houtsingels.
De richtlijnen voor de inrichting van houtsingels als genoemd in "Bijlage 3 Landschapskenmerken" behorende bij deze regels zijn van overeenkomstige toepassing.
In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor zover legaal gebouwde (delen van) bouwwerken op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan niet voldoen aan de in het plan genoemde maten, gelden de dan aanwezige bestaande maten, uitsluitend ter plaatse van de afwijking, als vervangende regel.
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De uitoefening van een beroep/bedrijf aan huis bij bedrijfs- of dienstwoningen is uitsluitend toegestaan voor zover de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en geen ernstige hinder of afbreuk wordt gedaan aan het woonmilieu. Dit betekent dat:
Evenementen uit categorie 1 zijn toegestaan, mits de bestemming dit ter plaatse toestaat en hiervoor een vergunning dan wel toestemming op grond van andere regelgeving is verleend.
In afwijking van het bepaalde in de samenvallende bestemmingen is het toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' de gronden tevens te gebruiken voor evenementen uit categorie 1 en 2, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De in 22.1 bedoelde afwijkingen bij omgevingsvergunning mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken van openbaar nut mogen worden gebouwd tot een maximum inhoud van 400 m³ en een maximum bouwhoogte van 4 m.
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' wijzigen in de bestemming Recreatie, ten behoeve van het realiseren van maximaal 3 vrijstaande recreatiewoningen, alsmede het gelijktijdig verwijderen van de aanduiding "evenemententerrein", met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 2' wijzigen ten behoeve van het binnen de bestaande bebouwing realiseren van maximaal 5 inpandige woningen, al dan niet in combinatie met zorg en/of recreatie, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders geven slechts toepassing aan de in 23.1, 23.2 en 23.3 bedoelde bevoegdheden indien uit onderzoek is komen vast te staan dat kan worden voldaan aan wettelijke bepalingen, dan wel aannemelijk is dat afwijking/ontheffing/vrijstelling daarvan kan of zal worden verkregen, ten aanzien van: Archeologie, Watertoets, Luchtkwaliteit, Externe Veiligheid, Geluid, Flora en fauna, Bodemkwaliteit en Natuurbescherming, alsmede andere aspecten die onderhevig zijn aan wettelijke bepalingen.
De in 23.1, 23.2 en 23.3 bedoelde wijzigingsbevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
Op de voorbereiding van het besluit tot wijziging is de in artikel 24.3 genoemde procedure van toepassing.
Op de voorbereiding van een ontwerpbesluit tot afwijking bij een omgevingsvergunning is de in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde procedure van toepassing.
Op de voorbereiding van een wijziging is de in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening genoemde procedure van toepassing.
Deze regels worden aangehaald als "Regels van het bestemmingsplan Veenklooster"
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van……