Plan: | Buitengebied 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0070.BPBUITENGEBIED2013-VAS2 |
In paragraaf 5.2 Toelichting bestemmingen zijn de onderdelen waaruit een bestemming bestaat, toegelicht en in paragraaf 5.1 Algemene uitgangspunten zijn de algemene uitgangspunten die voor het gehele buitengebied gelden, weergegeven.
In het plangebied komen enkele agrarische loonbedrijven voor. Dit zijn geen agrarische bedrijven. Wel is sprake van bedrijvigheid die ondersteunend is aan de agrarische sector. De agrarische loonbedrijven zijn daarom apart bestemd als "Bedrijf - Loonbedrijf". Het betreft hier loonbedrijven, al dan niet gecombineerd met kraanverhuur en agrarische bedrijfsvoering.
In de bouwregels is aangegeven wat er gebouwd mag worden binnen het bestemmingsvlak (zie artikel 8.2 Bouwregels). De bebouwing moet gerealiseerd worden binnen het bestemmingsvlak. Het bestemmingsvlak mag voor maximaal 50% bebouwd worden. Hierdoor is er enige flexibiliteit qua inrichting van het perceel en is er eveneens enige beperkte uitbreidingsruimte.
De bedrijfswoning mag maximaal 200 m2 zijn. Daarmee is de maximale oppervlakte van de bedrijfswoning bepaald.
Eén bedrijfsgebouw mag niet groter zijn dan 1.600 m2. Hiermee wordt voorkomen dat er bedrijfsgebouwen worden gerealiseerd van meer dan 1.600 m2 zonder dat geëist kan worden dat het gebouw landschappelijk goed wordt ingepast (zie afwijken van de bouwregels). Daarnaast mag de totale oppervlakte aan bedrijfsgebouwen maximaal 2.500 m2 zijn.
Artikel 8.3.3 Oppervlakte bedrijfsgebouwen en overkappingen
Als een agrariër een nieuw bedrijfsgebouw wil realiseren dat groter is dan 1.600 m2 of een bestaand bedrijfsgebouw met of tot een oppervlakte groter dan 1.600 m² wil vergroten, dan kan dit mogelijk worden gemaakt met een omgevingsvergunning. Hieraan zijn voorwaarden verbonden om met name de ruimtelijke kwaliteit te kunnen sturen. Onder meer moet het geheel landschappelijk goed ingepast worden. Dit moet worden aangetoond met een erfinrichtingsplan en een lichtplan.
Artikel 8.3.5 Paardrijbakken
Paardrijbakken kunnen toegestaan worden met een omgevingsvergunning. Dit is toegelicht in paragraaf 5.46.1 Paardrijbakken. Er zijn tevens gebruiksvoorwaarden aan verbonden. Deze zijn opgenomen in de paragraaf Afwijken van de gebruiksregels.
In de Specifieke gebruiksregels is aangegeven wat als strijdig gebruik wordt gezien, omdat het niet is toegestaan of dat het alleen is toegestaan via een afwijking, omdat het wenselijk is om voorwaarden aan de ontwikkeling te stellen.
Artikel 8.5 Afwijken van de gebruiksregels (tweede takken)
Ook hier zijn de volgende tweede takken toegestaan: Recreatieappartementen, Logies met ontbijt, Productiegebonden detailhandel, (Mantel)zorg, Klein kamperen en daarnaast Paardrijbakken. De tweede takken zijn toegelicht in paragraaf 5.46.2 Tweede takken en paardrijbakken in paragraaf 5.46.1 Paardrijbakken.
Artikel 8.5.6 Inwoning
Er is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om inwoning van een (huishouden van een) tweede persoon toe te staan. Dit is toegelicht in paragraaf 5.46.3 Inwoning.
Artikel 8.6.2 Wijziging naar wonen
Als de bedrijfsfunctie beëindigd is dan kan de bestemming net zoals bij de bestemming 'Bedrijf' gewijzigd worden naar wonen. In paragraaf 5.47 Wijzigingsbevoegdheid functieverandering (meerdere bestemmingen) is dit toegelicht. Wijziging met compensatie en naar andere functies is niet toegestaan. De gebouwen zijn hier vaak niet geschikt voor.