Plan: | Buitengebied 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0070.BPBUITENGEBIED2013-VAS2 |
In deze paragraaf worden de afwijkingen die in verschillende bestemmingen voorkomen, toegelicht.
In Franekeradeel is sprake van een toename van (hobbymatige) paardensportactiviteiten in het buitengebied. Dit uit zich in een toename van het hobbymatig houden van paarden en de toename van de vraag naar paardrijbakken. Paardrijbakken kunnen behoorlijke invloed hebben op de landschappelijke waarden en op de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden. Daarom kunnen paardrijbakken pas met een omgevingsvergunning binnen het bouwvlak dan wel bestemmingsvlak toegestaan worden. Hier zijn voorwaarden aan verbonden die zien op de afstand tot naburige woonbestemmingen om hier geen hinder te veroorzaken. Lichtmasten tot en met 5 meter zijn toegestaan waarbij geldt dat ze uitsluitend gericht mogen zijn op de paardrijbak.
Binnen verschillende bestemmingen is met een afwijking van het bestemmingsplan een aantal tweede takken mogelijk gemaakt. De tweede takken bieden een mogelijkheid tot verbreding van het inkomen van de ondernemer. Dit zorgt ervoor dat het bedrijf blijft bestaan. Het behoud van het bedrijf zorgt ervoor dat de activiteit in het buitengebied blijft en daarmee draagt het bij aan de leefbaarheid van het buitengebied. De tweede takken zijn tevens mogelijk bij de burgerwoningen in het buitengebied. Dit moet een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van het gebied. In deze paragrafen is per functie een omschrijving van de functie met de daarbij gehanteerde uitgangspunten gegeven.
Een theeschenkerij is een vorm van 'zachte' horeca. Met een afwijking is deze tweede tak mogelijk binnen de bestaande bebouwing met een maximale bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 50 m², exclusief het terras. Een klein buitenterras mag worden aangelegd.
Met productiegebonden detailhandel wordt de verkoop van goederen en producten bedoelt, die ter plaatse vervaardigd en/of gerepareerd worden. Met een afwijking kan deze vorm van detailhandel worden toegestaan. Uitgangspunt is dat deze functie ondergeschikt aan de hoofdfunctie moet blijven. Daarom is in de regels een maximale oppervlakte opgenomen van 10% van de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, met een maximum oppervlakte van 50 m2.
Met mantelzorg wordt het niet beroepsmatig verlenen van zorg aan een naaste bedoelt. Binnen verschillende bestemmingen wordt (mantel)zorg toegestaan. Het is niet toegestaan een complete afzonderlijke woning met alle benodigde voorzieningen te realiseren. De maximale oppervlakte voor ruimtes ten behoeve van de mantelzorg is 100 m2.
Recreatieappartementen mogen met een omgevingsvergunning worden toegestaan. De maximale gezamenlijke oppervlakte van de recreatieappartementen is 100 m2 zodat het ondergeschikt blijft aan de hoofdfunctie. Hierbij geldt wel dat het woongedeelte van de (bedrijfs)woning niet kleiner mag worden dan 75 m2. Recreatieappartementen zijn dus alleen mogelijk bij voldoende grootte van de (bedrijfs)woningen. Parkeren moet op eigen erf mogelijk zijn zodat er geen parkeeroverlast in de omgeving ontstaat.
Met aan een afwijking kan logiesverstrekking binnen (bedrijfs)woningen worden toegestaan. Uitgangspunt is dat deze vorm van recreatie ondergeschikt aan de hoofdfunctie blijft en gekoppeld is aan het gebruik van de (bedrijfs)woning of het woonhuis. Daarom zijn in de voorwaarden een aantal criteria opgenomen. De gezamenlijke gebruiksoppervlakte mag ten hoogste 100 m² en ten hoogste 1/3 deel van de (bedrijfs)woning zijn. Tevens mogen er maar maximaal drie kamers met in totaal 10 slaapplaatsen gerealiseerd worden. De logiesverstrekking mag geen onevenredige invloed hebben op de omgeving en mag (agrarische) bedrijvigheid niet in de ontwikkelingsmogelijkheden beperken. Parkeren moet op het eigen erf geregeld worden of er moeten in de omgeving voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn.
Met de veranderingen die zich de afgelopen decennia in het buitengebied hebben voorgedaan, is ook de betekenis van recreatie en toerisme als economische factor toegenomen. Was de landbouw van oudsher de bepalende economische drager van het buitengebied, in de toekomst zal dat in toenemende mate mede recreatie en toerisme zijn. Ook in Franekeradeel is deze ontwikkeling in bescheiden mate zichtbaar. De Structuurvisie buitengebied Franekeradeel 2010-2020 richt zich vooral op de mogelijkheden om kleinschalige voorzieningen verder uit te bouwen.
Met een omgevingsvergunning kan kleinschalig kamperen (maximaal 25 plaatsen voor kampeermiddelen) toegestaan worden bij (voormalige) agrarische bedrijven en woonhuizen of bedrijfswoningen met een bijbehorend erf van ten minste 2.500 m². Tevens moet de oppervlakte bij een woonperceel een omvang en uitstraling hebben vergelijkbaar met een agrarisch bedrijfsperceel. Als dit niet het geval is dan bedraagt het aantal te plaatsen kampeermiddelen per kampeerterrein ten hoogste 15. Er zijn voorwaarden verbonden aan de afwijkingsmogelijkheid. Onder meer moet het kleinschalige kampeerterrein landschappelijk worden ingepast. Tevens mogen er in het plangebied maximaal 30 kampeerterreinen aanwezig zijn.
Ten behoeve van het stimuleren van toerisme (zie paragraaf 5.46.2.6 Klein kamperen) zijn met afwijking maximaal 10 trekkershutten toegestaan. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Het geheel moet onder meer landschappelijk goed ingepast worden.
Het kan vanuit de bedrijfsvoering noodzakelijk zijn dat er een (huishouden van een) tweede persoon op een (agrarisch) bedrijf woont in verband met een constante toezicht op het (agrarisch) bedrijf dan wel in verband met de continuïteit en duurzaamheid van het bedrijf als volwaardig meermansbedrijf. Aan het realiseren van inwoning zijn voorwaarden verbonden.