| Plan: | Buitengebied 2013 |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0070.BPBUITENGEBIED2013-VAS2 |
In paragraaf 5.2 Toelichting bestemmingen zijn de onderdelen waaruit een bestemming bestaat, toegelicht en in paragraaf 5.1 Algemene uitgangspunten zijn de algemene uitgangspunten die voor het gehele buitengebied gelden, weergegeven.
De provincie Fryslân voert voor de glastuinbouw een concentratiebeleid. Het Streekplan biedt ruimte voor de uitbreiding van de glastuinbouw in specifieke delen van Noordwest-Fryslân. Op de bij het streekplan behorende kaart is een ‘zoekgebied glastuinbouw’ aangegeven. Met de partiële streekplanherziening (vastgesteld door Provinciale Staten op 25 juni 2008) is een glastuinbouwlocatie binnen dit zoekgebied vastgesteld. Op deze locatie mag nieuwe glastuinbouw ontwikkeld worden. Hiervoor is de locatie aan de zuidkant van Sexbierum aangewezen. Buiten deze locatie zijn de ontwikkelingsmogelijkheden voor glastuinbouw beperkt tot een ondersteunende tak bij overige agrarische bedrijven.
Het gemeentelijk beleid is neergelegd in de Structuurvisie Sexbierum Glastuinbouw en het geldende bestemmingsplan "Buitengebied 2001". In de structuurvisie is het provinciaal beleid overgenomen. De structuurvisie voorziet in de ontwikkeling van de locatie aan de zuidkant van Sexbierum. Deze locatie maakt geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan. Voor een deel van het gebied is een apart bestemmingsplan opgesteld en het andere deel zal worden uitgewerkt in een apart bestemmingsplan.
Ten aanzien van individuele bedrijven met glastuinbouw en staand glas in het buitengebied wordt een terughoudend beleid gevoerd. Er wordt geen ontwikkelingsruimte geboden. De locatie Sexbierum is aangewezen als ontwikkelingslocatie.
De bestaande glastuinbouwbedrijven zijn, met de bestaande planologische regelingen als uitgangspunt, bestemd als "Agrarisch - Glastuinbouw".
In de bouwregels is aangegeven wat er binnen het bestemmingsvlak gebouwd mag worden (zie artikel 4.2 Bouwregels). Hieronder volgt een toelichting op een aantal bouwregels.
De bebouwing dient binnen het bestemmingsvlak te worden gerealiseerd. Het bestemmingsvlak mag voor maximaal 70% bebouwd worden. Hierdoor is er enige flexibiliteit qua inrichting van het perceel en is er eveneens enige beperkte uitbreidingsruimte.
De bedrijfswoning mag maximaal 200 m2 zijn. Daarmee is de maximale oppervlakte van de bedrijfswoning bepaald.
Op basis van de provinciale Verordening Romte Fryslân mogen bestaande glastuinbouwbedrijven uitbreiden tot maximaal 20% van de bestaande omvang van glasopstanden. Daarom is in de bouwregels opgenomen dat de gezamenlijke oppervlakte van de glasopstanden ten hoogste 120% van de bestaande gezamenlijke oppervlakte van de glasopstanden zal bedragen.
Artikel 4.3.1 Ondergeschikte tweede tak
Met een omgevingsvergunning kunnen tweede takken als ondergeschikte tweede tak worden toegestaan. Dit is toegelicht in paragraaf 5.3.5 Afwijken van de bouwregels in de bestemming "Agrarisch". Er zijn tevens gebruiksvoorwaarden aan verbonden. Deze zijn opgenomen in paragraaf 5.4.7 Afwijken van de gebruiksregels.
Artikel 4.3.4 Paardrijbakken
Paardrijbakken kunnen toegestaan worden met een omgevingsvergunning. Dit is toegelicht in paragraaf 5.46.1 Paardrijbakken. Er zijn tevens gebruiksvoorwaarden aan verbonden. Deze zijn opgenomen in paragraaf 5.4.7 Afwijken van de gebruiksregels.
In de Specifieke gebruiksregels zijn de activiteiten aangegeven als strijdig als ze niet zijn toegestaan of alleen zijn toegestaan via een omgevingsvergunning, omdat er voorwaarden aan verbonden zijn.
Eén van de specifieke gebruiksregels heeft betrekking op lichtuitstraling. Dit is in het vrijwel onverlichte buitengebied gedurende de donkere seizoenen erg opvallend en zou gevolgen kunnen hebben voor de fauna en de beleving van het landschap. Daarom zijn er voorwaarden gesteld aan de mate van lichtuitstraling vanuit de gebouwen.
Artikel 4.5 Afwijken van de gebruiksregels (tweede takken)
Naast een Ondergeschikte tweede tak (zie paragraaf 5.4.5 Afwijken van de bouwregels) is Klein kamperen en (Mantel)zorg als tweede tak toegestaan en daarnaast Paardrijbakken. Klein kamperen en (mantel)zorg zijn toegelicht in paragraaf 5.46.2 Tweede takken en paardrijbakken in paragraaf 5.46.1 Paardrijbakken. De tweede takken bieden een verbreding van het inkomen van de agrariër. Dit zorgt ervoor dat het bedrijf kan blijven bestaan. Het behoud van het bedrijf zorgt ervoor dat de activiteit in het buitengebied blijft en daarmee draagt het bij aan de leefbaarheid van het buitengebied.
Artikel 4.5.2 Inwoning
Er is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om inwoning van een (huishouden van een) tweede persoon toe te staan. Dit is toegelicht in paragraaf 5.46.3 Inwoning.
Artikel 4.6.2 Wijzigen ten behoeve van functieverandering
Als het glastuinbouwbedrijf is beëindigd dan kan de bestemming worden gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf', 'Wonen - 2' of 'Wonen - Voormalige boerderijpanden'. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Wonen met compensatie is niet mogelijk. De wijzigingsmogelijkheden zijn toegelicht in paragraaf 5.47 Wijzigingsbevoegdheid functieverandering (meerdere bestemmingen).