direct naar inhoud van Artikel 12 Bedrijf - Windturbinepark
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0070.BPBUITENGEBIED2013-VAS2

Artikel 12 Bedrijf - Windturbinepark

Zie voor de uitleg van de bestemming paragraaf 5.12 Bedrijf - Windturbinepark in de toelichting.

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Windturbinepark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. windturbines;
  • b. sport- en recreatieve doeleinden, zoals een hondendressuurterrein, met de daarbijbehorende gebouwen en overkappingen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van sport - sport en recreatiedoeleinden";

met daaraan ondergeschikt:

  • c. het agrarisch medegebruik;
  • d. het dagrecreatief medegebruik;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. ontsluitingswegen en paden;
  • g. water;

met de daarbijbehorende:

  • h. gebouwen en overkappingen ten behoeve van windenergiewinning;
  • i. transformatorgebouwtjes;
  • j. terreinen;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder windmeetmasten.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen en overkappingen ten behoeve van sport en recreatie

Voor het bouwen van de in 12.1 onder b bedoelde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. per aanduidingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van de ter plaatse gevestigde sport- en recreatieve voorziening worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en/of overkappingen zal ten hoogste 100 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • d. de dakhelling van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 60º bedragen.
12.2.2 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in 12.1 onder h bedoelde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van het ter plaatse aanwezige windturbinepark worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte per gebouw of overkapping zal ten hoogste 400 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 8,00 m bedragen.
12.2.3 Transformatorgebouwtjes

Voor het bouwen van de in 12.1 onder i genoemde transformatorgebouwtjes gelden de volgende regels:

  • a. per windturbine zal ten hoogste één gebouw worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte van een gebouw zal ten hoogste 15 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 4,00 m bedragen.
12.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. het aantal windturbines zal in het windturbinepark de Bjirmen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - windturbinepark de Bjirmen", ten hoogste 12 en in het windturbinepark Herbaijum ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - windturbinepark Herbaijum", ten hoogste 4 bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een windturbine zal in het windturbinepark de Bjirmen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - windturbinepark de Bjirmen", ten hoogste 40,00 m bedragen en in het windturbinepark Herbaijum, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - windturbinepark Herbaijum", ten hoogste 45,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de windturbines zal per windturbinepark steeds gelijk zijn;
  • d. de rotordiameter van de windturbines zal in het windturbinepark de Bjirmen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - windturbinepark de Bjirmen", ten hoogste 45,00 m bedragen en in het windturbinepark Herbaijum, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - windturbinepark Herbaijum", ten hoogste 52,00 m bedragen;
  • e. de onderlinge afstand tussen de windturbines zal per windturbinepark steeds gelijk zijn;
  • f. de afstand van een windturbine tot een weg zal ten minste 35,00 m bedragen;
  • g. het aantal windmeetmasten zal per bestemmingsvlak ten hoogste twee bedragen;
  • h. de bouwhoogte van een windmeetmast zal ten hoogste 50,00 m bedragen;
  • i. de bouwhoogte van reclamemasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • j. er zullen geen bouwwerken ten behoeve van paardrijbakken worden gebouwd;
  • k. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Afstand windturbine tot de weg

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 12.2.4 onder f in die zin dat de afstand van een windturbine tot een weg wordt verkleind tot ten minste 30,00 m, mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid, het bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
12.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in aanvulling op het gestelde in Artikel 45 in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en gebouwen voor verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • c. het gebruik van gebouwen en overkappingen voor bewoning;
  • d. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak met de daarbijbehorende bouwwerken.