direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf - Verkooppunt van motorbrandstoffen
Plan: Bestemmingsplan Bolsward De Marne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0064.040705-VG01

Artikel 3 Bedrijf - Verkooppunt van motorbrandstoffen

 

3.1.        Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijf - Verkooppunt van motorbrandstoffen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    een verkooppunt van motorbrandstoffen exclusief LPG;

b.    detailhandel in bijbehorende accessoires en benodigdheden voor motorvoertuigen en weggebonden artikelen;

c.    een horecabedrijf categorie 2, in de vorm van een wegrestaurant;

met daaraan ondergeschikt:

d.    parkeervoorzieningen;

e.    groenvoorzieningen;

f.     wegen, straten en paden;

g.    openbare nutsvoorzieningen;

h.    water;

met de daarbijbehorende:

i.      erven en terreinen.

3.2.        Bouwregels

3.2.1. Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

a.    gebouwen ten dienste van de bestemming, zoals een kiosk, een wegrestaurant, een autowasinrichting en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;

b.    andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen, palen en masten.

3.2.2. Voor het bouwen van de in lid 3.2.1. onder a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.    ter plaatse van de aanduiding “maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)” zal de goot- en bouwhoogte van een gebouw en het bebouwingspercentage van een bouwvlak ten hoogste de aangegeven hoogte respectievelijk het aangegeven percentage bedragen.

3.2.3. Voor het bouwen van de in lid 3.2.1. onder b genoemde andere bouwwerken gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen op een afstand van meer dan 1 m achter de voorbouwgrens ten hoogste 2 m zal bedragen;

 

b.    de bouwhoogte van overige andere bouwwerken zal ten hoogste 10 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van masten en palen ten hoogste 15 m zal bedragen;

tenzij in een bouwperceel een andere bouwhoogte is aangegeven, in welk geval de bouwhoogte van andere bouwwerken ten hoogste de aangegeven bouwhoogte zal bedragen.

3.3.        Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van gebouwen voor bewoning;

b.    het gebruik van gronden voor de opslag van goederen voor de voorbouwgrens;

c.    het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel, tenzij:

1.    het betreft detailhandel in motorbrandstoffen, bijbehorende accessoires, benodigdheden voor motorvoertuigen en weggebonden artikelen, zodanig dat de gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 65 m² bedraagt;

2.    het betreft detailhandel in de vorm van weggebonden voedings- en genotmiddelen, kranten, tijdschriften en snijbloemen, zodanig dat deze detailhandelsfunctie ten hoogste 20 m² bedraagt;

d.    het gebruik van gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden, anders dan als horecabedrijf, categorie 2 in de vorm van een wegrestaurant;

e.    het gebruik van gronden en bouwwerken als verkooppunt, vulpunt of opslagpunt voor LPG;

f.     het gebruik van gronden en bouwwerken voor de opslag en verkoop van vuurwerk;

g.    het gebruik van gronden en bouwwerken voor bedrijfsdoeleinden, anders dan een verkooppunt van motorbrandstoffen.

3.4.        Wijzigingsbevoegdheid

3.4.1. Burgemeester en Wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

a.    de oppervlakte van een aangegeven bouwvlak wordt vergroot, dan wel de ligging van een aangegeven bouwvlak wordt gewijzigd, mits:

1.    de vergroting ten hoogste 25% van de oppervlakte van het bouwvlak zal bedragen;

2.    de afstand ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste 3 m zal bedragen;

b.    in een bouwperceel een (ander) bebouwingspercentage wordt aangegeven, mits:

-       het bebouwingspercentage van het bouwperceel ten hoogste 80% zal bedragen; 

c.    in een bouwperceel een grotere bouwhoogte voor het bouwen van andere bouwwerken wordt aangegeven, mits:

1.    de bouwhoogte van palen en masten ten hoogste 20 m zal bedragen;

2.    de bouwhoogte van andere bouwwerken ten hoogste 15 m zal bedragen. 

3.4.2. Burgemeester en Wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 3.4.1. bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieu­situatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiks­mogelijk­heden van de aangrenzende gronden.