Plan: | Doarpen |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0058.BPDRP2009-OH01 |
22. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wegen en straten;
b. voet- en rijwielpaden;
c. parkeervoorzieningen;
d. groenvoorzieningen;
e. sloten, bermen en beplanting;
waarbij, indien er sprake is van de ligging in een beschermd dorpsgezicht, het behoud van de in bijlage 4a en 4b aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het betreffende beschermde dorpsgezicht uitgangspunt is;
met daaraan ondergeschikt:
f. speelvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
g. nutsvoorzieningen;
h. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding “garage”;
i. een snack-kiosk, ter plaatse van de aanduiding “horeca”;
j. een toegangspoort, ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - toegangspoort”;
k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers, alsmede een landmark ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - landmark”.
22. 2. Bouwregels
22. 2. 1. Voor het bouwen van garageboxen gelden de volgende regels:
a. de gebouwen dienen te worden gebouwd binnen het gebied dat is voorzien van de aanduiding “garage”;
b. binnen het als zodanig aangeduide gebied dienen de gebouwen aaneen te worden gebouwd;
c. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste 3,50 m bedragen.
22. 2. 2. Voor het bouwen van een snack-kiosk gelden de volgende regels:
a. het gebouw dient te worden gebouwd binnen het gebied dat is voorzien van de aanduiding “horeca”;
b. de bouwhoogte van het gebouw mag ten hoogste 3,50 m bedragen.
22. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. er mag ten hoogste één landmark worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 25,00 m mag bedragen;
b. de bouwhoogte van een bijzonder bouwwerk in de vorm van een toegangspoort, mag ten hoogste 8,00 m bedragen;
c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen;
d. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.
22. 3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
a. de in bijlage 4a en 4b aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden, indien er sprake is van een beschermd dorpsgezicht;
b. de sociale veiligheid;
c. de verkeersveiligheid;
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
22. 4. Aanlegvergunning
a. het aanleggen, verbreden, verleggen of verharden van wegen en paden;
b. het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
c. het wijzigen van de profielindeling van wegen en paden, ter plaatse van een dwarsprofiel.
22. 4. 2. Het bepaalde in artikel 22 lid 22. 4. 1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:
a. het normale onderhoud betreffen;
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
22. 4. 3. De in artikel 22 lid 22. 4. 1 genoemde vergunning wordt uitsluitend verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan in bijlage 4a en 4b aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het betreffende beschermde dorpsgezicht.
22. 5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
- het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak, zodanig dat wegen uit meer dan twee rijstroken bestaan.