direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch - Cultuurgrond
Plan: Dokkum Bûten de Bolwurken
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0058.081005-VA01

Artikel 4 Agrarisch - Cultuurgrond

 

4. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Agrarisch - Cultuurgrond’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    cultuurgrond;

met daaraan ondergeschikt:

b.    voet- en rijwielpaden;

c.    sloten, bermen en beplanting;

waarbij de instandhouding van landschappelijke waarden wordt nagestreefd;

met de daarbijbehorende:

d.    nutsvoorzieningen;

e.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4. 2.       Bouwregels

4. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

4. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.

4. 3.       Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    de landschappelijke waarden;

b.    de verkeersveiligheid;

c.    de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

4. 4.       Ontheffing van de bouwregels

4. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in artikel 4 lid 4.2.2 sub a en toestaan dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen wordt vergroot tot ten hoogste 5,00 m.

4. 4. 2. De in artikel 4 lid 4.4.1 genoemde ontheffing kan uitsluitend worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

a.    het straat- en bebouwingsbeeld;

b.    de woonsituatie;

c.    milieusituatie;

d.    de verkeersveiligheid;

e.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4. 5.       Aanlegvergunningen

4. 5. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

a.    het dempen en/of graven van sloten en andere watergangen en/of waterpartijen;

b.    het aanleggen van paden dan wel het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, met uitzondering van kavelontsluitingswegen.

4. 5. 2. Het in bepaalde in artikel 4 lid 4.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

4. 5. 3. De in artikel 4 lid 4.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden van de gronden.

4. 6.       Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het opslaan van mest en (vee)voer;

b.    het planten van bossingels en bosschages.