direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd - 1
Plan: Oostergast - Fase 1 en plandelen 2A, 2B en 2C
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0056.BPZH09UITB1-VA01

Artikel 3 Gemengd - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dienstverlening;
  • b. maatschappelijke voorzieningen;
  • c. wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep of bedrijf:

met de daarbijbehorende parkeervoorzieningen, (fiets)paden, tuinen, erven en terreinen en bouwwerken.

3.2 Bouwregels

Algemeen

  • a. woningen mogen alleen binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. binnen het bouwvlak zijn maximaal 6 woningen toegestaan;

Gebouw binnen bouwvlak

binnen het bouwvlak:

  • c. mag maximaal 1 gebouw worden gebouwd;
  • d. is de goothoogte van een gebouw maximaal 4,00 m;
  • e. is de bouwhoogte van een gebouw maximaal 11,00 m;
  • f. moet een gebouw met een kap worden afgedekt met een dakhelling van minimaal 30° en maximaal 60°;

Gebouwen buiten bouwvlak

buiten het bouwvlak:

  • g. is de goothoogte van een gebouw maximaal 3,50 m;
  • h. is de bouwhoogte van een gebouw met kap maximaal 6,00 m;
  • i. is de bouwhoogte van een gebouw met platte afdekking maximaal 3,50 m;
  • j. is de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen maximaal 75 m²;
  • k. moet een gebouw worden gebouwd op minimaal 1,00 m achter de dichtstbijzijnde naar de weg gekeerde gevel van het bestaande gebouw binnen het bouwvlak;

Overkappingen

  • l. een overkapping mag zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • m. een overkapping heeft een maximale bouwhoogte van 3,00 m;
  • n. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen is maximaal 50 m²;
  • o. een overkapping moet worden gebouwd op minimaal 1,00 m achter de, dichtstbijzijnde, naar de weg gekeerde gevel van het gebouw in het bouwvlak;

Erf- en terreinafscheidingen

  • p. een erf- of terreinafscheiding mag zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • q. een erf- of terreinafscheiding heeft een maximale bouwhoogte van 1,00 m;

Overige bouwwerken

een bouwwerk dat niet kan worden aangemerkt als een gebouw, overkapping of erf- of terreinafscheiding:

  • r. mag zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • s. heeft een maximale oppervlakte van 1 m²;
  • t. heeft een maximale bouwhoogte van 5,00 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • het straat- en bebouwingsbeeld,
  • de woonsituatie,
  • de verkeersveiligheid
  • en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,

kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 3, lid 2, sub d in die zin dat een goothoogte van maximaal 6,00 m is toegestaan;
  • b. het bepaalde in artikel 3, lid 2, sub g in die zin dat een goothoogte van maximaal 4,00 m is toegestaan;
  • c. het bepaalde in artikel 3, lid 2, sub h in die zin dat een bouwhoogte van maximaal 7,00 m is toegestaan;
  • d. het bepaalde in artikel 3, lid 2, sub i in die zin dat een bouwhoogte van maximaal 4,00 m is toegestaan;
  • e. het bepaalde in artikel 3, lid 2, sub j in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen buiten een bouwvlak wordt vergroot tot 100 m²;
  • f. het bepaalde in artikel 3, lid 2, sub k in die zin dat een gebouw buiten het bouwvlak op minder dat 1 m achter de dichtstbijzijnde, naar de weg gekeerde gevel van het bestaande gebouw in het bouwvlak wordt gebouwd, zij het dat het gebouw buiten het bouwvlak nooit voor deze gevel mag worden gebouwd;
  • g. het bepaalde in artikel 3, lid 2, sub m in die zin dat een bouwhoogte van maximaal 3,50 m is toegestaan;
  • h. het bepaalde in artikel 3, lid 2, sub n in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen wordt vergroot tot 75 m²;
  • i. het bepaalde in artikel 3, lid 2, sub o in die zin dat een overkapping op minder dat 1 m achter de dichtstbijzijnde, naar de weg gekeerde gevel van het bestaande gebouw in het bouwvlak wordt gebouwd, zij het dat een overkapping nooit voor deze gevel mag worden gebouwd.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen buiten het bouwvlak voor bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een bed-and-breakfast;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, zodanig dat:
    • 1. het bedrijfsvloeroppervlak voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van een woning;
    • 2. het bedrijfsvloeroppervlak voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf meer bedraagt dan 50 m²;
    • 3. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    • 4. de woonfunctie niet in overwegende mate behouden blijft;
    • 5. er detailhandel plaatsvindt, anders dan detailhandel die ondergeschikt is aan en verbonden is met het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
    • 6. de activiteiten qua aard, omvang en uitstraling niet passen in een woonomgeving;
    • 7. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, tenzij er aantoonbaar geen sprake zal zijn van overlast voor de (woon)omgeving;
    • 8. de verkeersaantrekkende werking van het beroep of bedrijf leidt tot verkeersoverlast in de omgeving en/of vereist dat er verkeersmaatregelen genomen moeten worden.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • het straat- en bebouwingsbeeld,
  • de woonsituatie,
  • de verkeersveiligheid
  • en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden

kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 3, lid 4, sub a in die zin dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
    • 1. binnen het bouwvlak één of meer woningen bestaan;
    • 2. een verzoek om toepassing van deze afwijkingsmogelijkheid schriftelijk wordt ingediend en uit de aanvraag de behoefte aan mantelzorg blijkt van de persoon of personen voor wie de afhankelijke woonruimte is bedoeld;
    • 3. geen sprake is van zelfstandige bewoning;
    • 4. verzekerd is dat na beëindiging van de mantelzorg de daarvoor aangewende oppervlakte niet als zelfstandige woning of bed-and-breakfastaccommodatie in gebruik wordt genomen.