Grou

3.3 Ontwikkelingen

Binnen het bestemmingsplan "Grou" wordt geen nieuwe woningbouw mogelijk
gemaakt; voor alle woningbouwprojecten is reeds een separate, zelfstandige procedure doorlopen. Binnen die procedures hebben alle onderzoeken en afwegingen met betrekking tot woonbehoeftes, ecologie en dergelijke plaats gevonden.

Binnen dit plan is één wijzigingsbevoegdheid opgenomen: ter plaatse van de gemeentewerf Oedsmawei 9, wijzigen van bestemming Bedrijventerrein naar Bedrijventerrein met mogelijkheid voor perifere detailhandel.

Masterplan Volmaweg, Hellingshaven en Minne Finne

In het waterfront Grou spelen een aantal ontwikkelingen (Volmaweg, Hellingshaven en Minne Finne) welke elk een afzonderlijke planologische procedure (zouden gaan) doorlopen. Op 2 april 2012 heeft de gemeenteraad van Boarnsterhim besloten de plannen niet afzonderlijk te willen doorzetten maar in een totaalvisie te willen bekijken waarbij er sprake moet zijn van een zo breed mogelijk gedragen plan.

Vanuit het dorp en de drie ontwikkelaars kwam het voorstel om vanuit 'het veld' van omwonenden, ontwikkelaars, grondeigenaren en relevante belangen groepen te komen tot de gewenste integrale visievorming. De gemeenteraad en het college hebben dit bijzondere initiatief omarmd. De initiatiefnemers hebben de heer Keur (president gerechtshof Leeuwarden) bereid gevonden om als onafhankelijk voorzitter deze groep voor te zitten. De groep kreeg hierdoor de naam "commissie Keur". De partijen binnen de commissie Keur hebben elkaar gevonden en hebben gewerkt vanuit een totaalconcept, met respect voor het oude dorp. Op dinsdag 3 juli 2012 heeft de commissie haar definitieve masterplan aan de gemeenteraad aangeboden.

Op 18 september 2012 heeft de gemeenteraad in principe en onder voorwaarden ingestemd met het masterplan en dit masterplan beschouwd als uitgangspunt voor verdere ontwikkeling. Daarnaast heeft de gemeenteraad, mede op verzoek van de ontwikkelaars, besloten om per deelgebied afzonderlijk de benodigde planologische procedures te doorlopen.

Dit betekent dat in dit bestemmingsplan vooralsnog het huidige gebruik en de bestaande bebouwing is meegenomen ter plaatse van drie genoemde ontwikkelingsgebieden uit het Masterplan met het oog op de wettelijke plicht om bestemmingsplannen te actualiseren.